Kerk & religie
Ds. B. de Graaf: Preken over reddingsboei van Zijn beloften

NUNSPEET. In zijn huiskamer is een religieus stilleven te zien: een opengeslagen prekenboek van Smijtegelt, met daarop een ouder­wets brilletje en een antiek zak­horloge. „Wie het Woord wil lezen, heeft helder zicht nodig, en ook de tijd.”

Jan van ’t Hul
8 November 2013 11:03Gewijzigd op 15 November 2020 06:52
NUNSPEET. Ds. B. de Graaf: „De prediking moet appellerend zijn, in de wetenschap dat het geloof een gave van God is.” beeld RD, Henk Visscher
NUNSPEET. Ds. B. de Graaf: „De prediking moet appellerend zijn, in de wetenschap dat het geloof een gave van God is.” beeld RD, Henk Visscher

Ds. B. de Graaf uit Nunspeet gaat met emeritaat. Hoe het gaat voelen om emeritus te zijn, weet hij nog niet goed, maar dankbaarheid overheerst. „Ik ben dankbaar dat ik zo lang het Woord heb mogen bedienen, en dat ik het emeritaat mag beleven. Er zijn genoeg collega’s die vroegtijdig werden weg­genomen, of die in het ambt tussen de wielen zijn geraakt.” De christelijke gereformeerde predikant hoopt op een periode van rust. „Hoewel, ik weet goed genoeg hoe dat meestal gaat. Het is de bedoeling dat ik in Nunspeet bijstand in het pastoraat blijf verlenen. Ook wil ik blijven studeren, want dat heb ik altijd graag gedaan.”

Bort de Graaf groeide op in Bunschoten-Spakenburg, in een christelijk gereformeerd gezin. „Bunschoten was vooral een gereformeerd vrijgemaakt dorp. Als christelijke gereformeerden hadden we veel met vrijgemaakten te maken. Het onderwijs was er gedegen, daar ben ik nog altijd dankbaar voor.”

Als christelijke gereformeerden benadrukten wij echter dat een mens, ook een dopeling, wederomgeboren moet worden, zegt ds. De Graaf. „Er zijn tweeërlei kinderen des verbonds. Zeker in die tijd was dat een behoorlijk verschil van inzicht. Dat heeft mij al vroeg geleerd waar het op aankomt rondom verbond en doop.”

Vader De Graaf zat in Spakenburg in de vishandel. Maar dat wilde de zoon niet. „Pas tijdens de middelbareschoolperiode dacht ik dat ik predikant moest worden. Later verdween dat roepingsbesef weer wat. Om zicht te krijgen op mijn toekomst, vroeg ik vervroegd militaire dienst aan. Dat is een heilzame periode geweest, waarbij ik uit al mijn eigen zekerheden ben weggehaald. Zoals Elia in de woestijn werd geleid om de stem van de Heere weer te leren verstaan, zo moest ik in militaire dienst.”

Ds. De Graaf diende drie gemeenten: Utrecht-Noord (later heette het Utrecht-West), Zierikzee en Nunspeet. „Utrecht was een behoudende stadsgemeente, met een open karakter. Er was zegen op de prediking.”

Na vier jaar kwam er een beroep van Zierikzee, waarvoor hij bedankte. „Ik had er echter geen rust op, meende dat ik me had vergist. Zierikzee liet mij niet los en de mensen in Zierikzee bleven werkzaam met het beroep. Na twee maanden heb ik een tweede beroep aangevraagd. Zo zijn we op Schouwen-Duiveland gekomen.”

Na elf jaar Zierikzee leidde de weg naar Nunspeet. „Nunspeet had al tweemaal een beroep op mij uitgebracht, waarvoor ik had bedankt. De derde keer moest ik gaan. Het is een verbintenis geworden van veel goede en ge­zegende jaren.“

Het omgaan met beroepen heeft ook te maken met iemands karakter, zegt ds. De Graaf. „Ik zal niet zo gauw bij een beroep een Bijbeltekst noemen, of zeggen dat ik de stem van de Heere heb mogen horen. Brakel zegt dat het in de roeping tot het ambt gaat om „een gezette begeerte die almaar terug blijft komen.” Zo lag het in het beroepings­werk bij mij vaak ook. We moeten maar niet zo gemakkelijk zeggen: De Heere wil dit en de Heere wil dat. Je eigen vlees kan ook weleens naar een Bijbeltekst toe kruipen.”

Een predikant, zegt ds. De Graaf, is een ambassadeur, die in Naam van Christus verzoening predikt: Laat u met God verzoenen. „Dat maakt de klem van de verkondiging uit. Lijdelijkheid is een gevaar, activisme kan dat ook zijn. De prediking moet en mag appellerend zijn, in de wetenschap dat het geloof een gave van God is. Als God spreekt in het leven en het bevel van geloof en bekering geeft, geeft Hij ook de kracht om de reddingsboei van de belofte aan te grijpen. Het blijft een eenzijdig werk van God alleen.”

Tijdens zijn studie aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn schreef De Graaf een doctoraalscriptie over de geestelijke leiding die in de Nadere Reformatie gegeven werd in de prediking en de invloed die karakters op de prediking uitoefenden. Hij bestudeerde daarvoor werk van Udemans, Hellenbroek, Smijtegelt en Van der Groe.

Hoe kijkt hij daar nu op terug? „Deze mensen stonden in de grote lijn van de kerkelijke traditie. Ieder van hen preekte in rapport met zijn eigen tijd en je mag hen daarom niet tegen elkaar uitspelen. Zou je hen toch met elkaar willen vergelijken, dan zie je dat er meer meespeelt dan alleen een dogmatische overtuiging. In een preek spreekt iemands pastorale hart, daaruit blijkt zijn karakter. Smijtegelt mag dan de uitverkiezing benadrukken, zijn preken zijn zeer pastoraal bewogen. Hellenbroek daarentegen is meer de geleerde theoloog. Hij had eerst filosofie gestudeerd en ging veel minder dan Smijtegelt gevoelsmatig te werk. Dat leert ons veel over het tot stand komen van een preek en over de manier waarop die overkomt bij de gemeente.”

Het onderwerp van zijn scriptie was niet zomaar gekozen. „Prediking is voor mij pastoraat op de preekstoel. Een mens moet zich in de prediking aangesproken voelen in zijn nood, zijn schuld, zijn vragen, zijn vreugde. Het doel van de prediking is zielen brengen tot Jezus. Dat maakt de prediking tot een heerlijk, maar ook een moeilijk werk.”

Prediking en pastoraat gaan gepaard met vallen en opstaan. „Soms had ik het gevoel dat het niets uitwerkte. Moedeloosheid in het ambt is mij niet vreemd. Daarbij kwam ik in het pastoraat soms voor onmogelijke situaties te staan. Dan was het verrassend hoe de Heere mij door gewone mensen wist te bemoedigen, soms door een enkel woord. De gemeente heeft de dominee nodig, maar ook omgekeerd.”


Ds. B. de Graaf

Bort de Graaf werd op 
1 oktober 1947 geboren in 
een christelijk gereformeerd gezin te Bunschoten-Spakenburg. Hij studeerde theologie in Utrecht en aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken te Apeldoorn. Onder leiding van prof. dr. W. H. Velema schreef hij een doctoraalscriptie over geestelijke leiding in de prediking van de Nadere Reformatie. In 1974 werd kandidaat De Graaf bevestigd tot predikant in de christelijke gereformeerde kerk te Utrecht-Noord. Daarna diende hij de gemeenten Zierikzee en Nunspeet. Op 17 november gaat hij met emeritaat.

Ds. De Graaf was lid van de deputaatschappen buitenlandse kerken en Israël.


Zie ook in Digibron:

Oog hebben voor de brede traditie : Ds. B. de Graaf wil waakzaam zijn tegen de waan van de dag, Interview bij het 25 jarig ambtsjubileum, (Reformatorisch Dagblad, RD 9 november 1999)

Ds. B. de Graaf deed intrede in chr. geref. Nunspeet, (Reformatorisch Dagblad, 26-10-1989)

Ds. De Graaf nam afscheid van Zierikzee, (Reformatorisch Dagblad, 17-10-1989)

In gesprek met ds. De Graaf uit Zierikzee, (Reformatorisch Dagblad, 05-12-1984)

Bevestiging kandidaat B. de Graaf, (Reformatorisch Dagblad, 12-11-1974)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer