Politiek

Bestuurder Van Meeuwen: Regering kijkt te zakelijk naar school

Hij ziet „absoluut” positieve punten in de onderwijsbegroting waar de Tweede Kamer woensdag en donderdag over vergadert. Toch maakt schoolbestuurder drs. Dick van Meeuwen zich zorgen. „De regering kijkt te zakelijk naar het onderwijs. Ze rekent scholen eenzijdig af op opbrengsten. Ik mis de aandacht voor de brede vorming van leerlingen.”

Evert van Dijkhuizen
30 October 2013 15:56Gewijzigd op 15 November 2020 06:42
Drs. Dick van Meeuwen: „Niet alleen rekenen en taal, ook muziek en tekenen zijn belangrijk.” beeld RD, Anton Dommerholt
Drs. Dick van Meeuwen: „Niet alleen rekenen en taal, ook muziek en tekenen zijn belangrijk.” beeld RD, Anton Dommerholt

Kijkend naar de onderwijsbegroting kan Van Meeuwen, lid van het college van bestuur van het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College, niet om het woord ”zwabberbeleid” heen. „Ik heb het over de maatregel om de bekostiging van de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs af te schaffen. Het kostte veel moeite deze stage in te voeren. Nu de scholen en de leerlingen eraan gewend zijn, wordt de stekker er uitgetrokken. Jammer. En dom. Het is nuttig dat jongeren leren de ramen te lappen bij ouderen zonder dat ze er geld voor krijgen. We hebben het over de participatiesamenleving, maar die bewijzen we op deze manier een slechte dienst. De Van Lodenstein vindt de maatschappelijke stage zo belangrijk, dat de school ermee doorgaat en de kosten zelf betaalt.”

Positief is Van Meeuwen over het feit dat de overheid het godsdienstonderwijs op openbare scholen blijft betalen. „Daarmee geeft zij het signaal dat godsdienst ertoe doet in het publieke domein. Helaas is er vaak weinig christelijks aan dat godsdienstonderwijs. Het vak heet op veel scholen levensbeschouwelijke vorming, en wordt vaak meer humanistisch dan Bijbels ingevuld.”

Dat leraren mogelijk weer loonsverhoging krijgen, vindt Van Meeuwen terecht. „Hun salarissen zijn vier jaar bevroren. Overigens blijkt uit onderzoek dat leraren zelf een loonsverhoging niet het belangrijkste vinden. Ze hebben liever meer speelruimte om hun werk naar eigen inzicht te doen. Een loonsverhoging geeft wel aan dat de regering meer oog heeft voor de man of de vrouw voor de klas. Dat blijkt ook uit het feit dat alle docenten vanaf 2017 ingeschreven moeten staan in het lerarenregister. Zulke maatregelen zijn een opwaardering van het beroep.”

Ouders hoeven geen boekengeld meer te betalen voor hun kind in het voortgezet onderwijs. Van Meeuwen: „Dat scheelt 300 euro per kind per jaar. Een kleine compensatie voor de belastingverhoging waar gezinnen mee te maken krijgen. Wel wrang dat het schrappen van het boekengeld niet bij de regering vandaan komt, maar bedongen moest worden door de CU en de SGP.”

Van Meeuwen deelt de CDA-kritiek op het invoeren van toetsen voor kleuters. „De overheid beoordeelt het onderwijs eenzijdig op resultaten. Een zakelijke benadering. Onderwijs is rijker dan opbrengsten. Het gaat om de brede vorming van leerlingen. Niet alleen rekenen en taal, ook muziek en tekenen zijn belangrijk. Voor christelijke scholen telt ook de levensbeschouwelijke vorming. Daar heeft de regering te weinig aandacht voor.”

De invoering van passend onderwijs –onderwijs op maat voor alle leerlingen ongeacht hun begaafdheid– moet niet worden uitgesteld, vindt Van Meeuwen. „De SP wil dat, maar ik vind uitstel demotiverend. Veel scholen, ook de reformatorische, hebben hard gewerkt om volgend jaar met passend onderwijs te kunnen starten. Ze zijn er klaar voor.”

Dat de SGP de strijd aanbindt met de onderwijsinspectie, begrijpt Van Meeuwen. „De inspectie mag kwaliteitseisen stellen vanwege de bekostiging. Daarnaast biedt de wet de mogelijkheid om aanvullende criteria te formuleren. Bijvoorbeeld: hoe gaat de school met verschillen tussen leerlingen om? De inspectie gaat daarmee steeds een stap verder. De SGP wil minder ruimte voor de overheid, meer voor de scholen. Dat pleidooi deel ik.”


Kennisniveau moet omhoog

Minister Busse­maker en staatsecretaris Dekker, beiden van Onderwijs, willen het kennisniveau van leerlingen opkrikken.

In de begroting voor 2014, die de Tweede Kamer vandaag en morgen bespreekt, staat dat de gemiddelde eindscore van de Cito-toets binnen enkele jaren van 535,5 naar 537 moet. Dit voornemen maakt deel uit van de wens om Nederland tot de onderwijstop van de wereld te laten behoren.

Het onderwijs moet zich daarom meer concentreren op zaakvakken. Daarin past het voornemen om de maatschappelijke stages af te schaffen en in te zetten op kwaliteits­verhoging van leerkrachten.


Serie Begrotingsdebat

Dit is het derde deel in een serie over de begrotingsdebatten in de Tweede Kamer. Vandaag: onderwijs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer