Wasswa gaf occulte attributen terug
Veel Ugandezen zijn christen. Dat is echter nog niet zo lang zo. Allerlei gebruiken binnen families en clans zijn nog occult beladen. Hoe gaan christenen daarmee om? Het relaas van Wasswa.
Het Oost-Afrikaanse land Uganda staat te boek als christelijk. Inderdaad rekent 85 procent van het land zich tot het christendom, terwijl 12 procent islamitisch is. De overtuiging dat er slechts één God bestaat, is in cultureel opzicht echter nog jong. De zending kwam in Uganda iets meer dan honderd jaar geleden goed op gang. Het betekent dat de Ugandese cultuur nog grotendeels is gestoeld op het vooroudergeloof van vóór die tijd. Traditionele gebruiken, al dan niet verbonden met traditionele feestdagen, zijn vaak nog occult beladen.
De dilemma’s die dat geeft voor christenen worden mooi geïllustreerd in het verhaal van Wasswa Sali, onze huishouder. Wasswa was 18 jaar oud toen zijn vader overleed. Als oudste zoon kreeg hij bepaalde verantwoordelijkheden binnen zijn familie en ook de clan. In het begin stelde dat weinig voor, maar hoe ouder Wasswa werd hoe meer mensen ‘boven’ hem wegvielen en hoe hoger hij dus in de clanhiërarchie kwam.
Zijn positie bracht echter ook andere verantwoordelijkheden met zich mee. Drie maanden na de dood van zijn vader kreeg Wasswa uit handen van de clanoudsten eeuwenoude attributen waarmee zijn clan verbonden is met de voorouders en met de geestenwereld. Vanaf dat moment had Wasswa het recht én de plicht om rituelen uit te voeren waarmee voorouders en boze geesten in toom gehouden konden worden.
„Op het moment dat ik die speer, het krukje met kussentje en het stukje stof met schelpenknopen kreeg, durfde ik ze niet te weigeren”, zegt Wasswa. „Maar ik wist toen al dat ik als christen niet kon meewerken aan dergelijke rituelen. Ik aanvaardde de spullen en stopte ze thuis diep weg in een kast.”
Enkele jaren later kreeg Wasswa het verzoek van de clanoudsten om deel te nemen aan lessen, een soort cursus van oude, ingevoerde clanleden over omgang met de geestenwereld en de precieze gang van zaken bij rituelen en offerdiensten. Hij weigerde. Vervolgens hoorde hij niets.
Dat was Wasswa’s eerste overwinning. Maar het was een triomf in stilte, want slechts een enkeling binnen de clan was ervan op de hoogte dat hij die lessen niet volgde. „Ik was toen 25 jaar en ik nam me voor dat mijn volgende overwinning een publiekelijke moest zijn. Ik wilde de leden van mijn clan bevrijden, en dan vooral de jongere generatie, die grotendeels bestond uit christenen en moslims. Ik wilde hen bevrijden van het hinken op twee gedachten: je bent een volgeling van één God, maar zodra je iets met de clan moet doen, word je opeens geconfronteerd met een zogenaamde geestenwereld.”
Wasswa ging praten. Hij sprak met heel veel jongeren binnen zijn clan die bijna allemaal hetzelfde probleem hadden, maar die niet in het openbaar de clanoudsten durfden af te vallen. Bovendien waren velen stiekem bang voor de geestenwereld. Hij sprak ook met ouderen, die soms huiverig reageerden, soms vijandig, maar toch ook wel vaak redelijk mild. Waar iedereen bang voor was, was voor onenigheid in de clan.
Pas zeventien jaar later, in 2011, durfde Wasswa zijn verzoek publiekelijk te maken. Hij was inmiddels opgeklommen tot de op vijf na belangrijkste binnen zijn clan. Via verschillende radiostations riep hij de clanoudsten op voor een bijeenkomst. Het was ook duidelijk wat hij tijdens die bijeenkomst ging doen: Wasswa zou de eeuwenoude clanattributen die hij ontving na de dood van zijn vader, teruggeven aan de hoogste man binnen de clan. Uiteindelijk kwamen er meer dan honderd mensen opdagen.
Wasswa vond het uiterst spannend, maar tot zijn grote verrassing was de zaak binnen enkele uren rond. „De oude mensen sputterden een beetje tegen. Ze vroegen zich af hoe de goden zouden reageren. De clanoudsten wisten echter dat ze de jongere generaties niet langer konden dwingen de oude gebruiken te volgen.”
Enkele weken later hoorde Wasswa dat een invloedrijke oude vrouw, die een soort toverdokter was, haar heilige hutje had verbrand. Ze dacht er al langer over om „die ene, grote God” te dienen in plaats van haar eigen goden, maar de stap van Wasswa om in het openbaar afstand te doen van de geesten, had haar geholpen om de knoop radicaal door te hakken.
Nu, twee jaar later, is alles anders binnen de clan van Wasswa. Als een vader overlijdt, krijgt de oudste zoon een Bijbel of Koran in plaats van die oude attributen. De pastor of imam komt en neemt een belofte af dat de oudste zoon zijn verantwoordelijkheden naar eer en geweten uitvoert.
Traditionele feesten en rituelen
De christelijke Afrikaanse landen onderhouden vaak (een deel van) de christelijke feestdagen, terwijl de meer islamitisch georiënteerde landen de islamitische feestdagen aanhouden. Daarnaast is er echter nog een keur aan feesten en rituelen, die in stam- of familieverband worden gevierd. Vaak stammen deze gebruiken uit de vóór-christelijke of islamitische tijd.
Een deel van het christendom staat zeer afwijzend tegenover alle traditionele gebruiken en propageert algehele kerstening. Een ander deel probeert de gebruiken echter te incorporeren in het (westerse) christendom. Vanouds staat de protestantse zending meer het eerste model voor, terwijl de rooms-katholieke missie op de tweede lijn zit. Een voorbeeld van het laatste is de verbinding van voorouderverering met de viering van Allerheiligen.
Binnen protestantse kring is er echter ook meer aandacht gekomen voor traditonele Afrikaanse gebruiken. In vrije groepen vindt er soms zelfs verregaande vermenging plaats. Een voorbeeld is de zogenoemde Shembekerk in Zuid-Afrika die aloude Zulugebruiken verbindt met christelijke rituelen.
Zomerserie Feestdagen
Dit is het zesde deel in een serie over hoe christenen in het buitenland omgaan met feestdagen van andere religies.