Analyse: „Tijd om te gaan praten en te blíjven praten”
Wie voorspelt het nauwkeurigst wanneer Noord-Korea zijn volgende kernproef houdt?
Twee Amerikaanse Noord-Koreawatchers, Marcus Noland en Stephen Haggard, zetten deze vraag vorig jaar op hun website.
De prijsvraag toont het cynisme waarmee Noord-Koreakenners deze zoveelste uitdaging door het regime bejegenen. Ook Haggard gaat in zijn commentaar van vandaag nog één keer alle mogelijke reacties langs die de internationale gemeenschap resten. Hij komt uit bij „strategisch geduld”: de schade zo veel mogelijk beperken en wachten tot Noord-Korea van binnenuit verandert.
Was de vorig jaar unaniem (!) aangenomen resolutie 2087 van de VN-Veiligheidsraad, waarbij sancties verder werden aangescherpt, dan geen teken van hoop? Haggard vindt van niet, want Noord-Korea’s dikste vrienden, de Chinezen, gingen akkoord omdat ze toch wel wisten dat ook deze sancties tandeloos zouden blijven.
Minder cynisch is de Amerikaanse Noord-Koreakenner Spencer Kim. In zijn ”Sympathy for the Devil”, geplaatst op de website van Cankor, neemt hij Pyongyang serieus dat het de kernbom wil om de VS te dwingen tot een formeel vredesverdrag. „Zijn wij dan zo vijandig?” Ja, zegt Kim, want steeds onderhandelden we met de ene hand, terwijl we met de andere aan de ondergang van het regime werkten. Verder kwam Pyongyang erachter dat er met democratieën geen afspraken zijn te maken, omdat met iedere nieuwe president het beleid veranderde.
Ook Spencer Kim beseft dat China Noord-Korea graag in leven houdt – om het leeg te halen. Maar willen de Noord-Koreanen die rol zelf ook? Nee, is zijn overtuiging. Die willen veiligheid, maar intussen niet degraderen tot Chinees wingewest.
Om die reden zijn er volgens hem wel degelijk kansen om met Noord-Korea tot vrede te komen, waardoor die bom zijn waarde verliest. „Het is tijd om te gaan praten en te blijven praten, tot de deal is gesloten.”