APELDOORN – Ondanks de hevige protesten in Egypte is een herhaling van de revolutie van 2011 niet waarschijnlijk. Duidelijk is echter dat president Mohammed Morsi veel vertrouwen heeft verspeeld.
De Amerikaanse nieuwszender CNN bracht gisteren een uitspraak van de Amerikaanse oud-diplomaat Edward Djerejian van twintig jaar geleden in herinnering. Djerejian liet toen weten bezorgd te zijn dat de islamisten in Egypte democratische verkiezingen zouden gebruiken om aan de macht te komen, om vervolgens de ladder van de democratie achter zich op te trekken. In plaats van één man, één stem, zouden de islamisten volgens hem staan voor het principe één man, één stem, maar dan één keer.
Het is precies wat er nu lijkt te gebeuren in Egypte. Alleen is het voor Egypte niet nieuw wat Morsi doet, en evenmin specifiek islamistisch. De laatste zestig jaar hebben alle Egyptische presidenten de macht naar zich toegetrokken. Diverse waarnemers refereerden aan de machtsgreep van de zogenoemde vrije officieren in 1954, onder leiding van Gameal Abdel Nasser.
Anders dan in het verleden, roeren de Egyptenaren zich nu echter luid en duidelijk. De reacties zijn scherp. „Dit leidt tot dictatuur en is fascistisch. We staan op een beslissend keerpunt voor de politieke structuur van de komende decennia”, liet politiek wetenschapper Rabab al-Mahdi van de Amerikaanse universiteit in Caïro bijvoorbeeld tegenover de Financial Times weten.
De moslimbroederschap verweerde zich door onder meer te stellen dat Egypte nu gebaat is bij stabiliteit. „Er is zonder twijfel sprake van een complot om de president ten val te brengen”, liet Mahmud Ghozlan van de beweging weten. „Hij (Morsi, MW) had geen andere keus dan dit decreet uit te vaardigen.”
Voor het punt van stabiliteit klinkt her en der enig begrip. Een onderdeel van Morsi’s maatregelen is dat de grondwetgevende vergadering, die aan de nieuwe grondwet van Egypte werkt, niet langer mag worden ontbonden door de rechtbanken. De democratische overgang zou enkel gehinderd worden door de voortdurende dreiging van ontbinding van het orgaan. Binnen de grondwetgevende vergadering bestaan er hevige spanningen zijn tussen het moslimblok enerzijds en de seculieren en christenen anderzijds. De laatsten maken een derde van de vergadering uit.
De vraag is of een herhaling van het scenario van vorig jaar denkbaar is, toen president Mubarak zijn biezen moest pakken. Hoewel de weerstand stevig is, ligt dit niet voor de hand. De oppositie is ongecoördineerd en verdeeld en is hoe dan ook veel kleiner dan in 2011. Bovendien ziet het er niet naar uit dat het leger zich achter de protesten gaat scharen.
Duidelijk is dat Morsi met zijn optreden vertrouwen heeft gespeeld, niet alleen in het binnenland, maar zeker ook internationaal. Met zijn aandeel in de beëindiging van de Gazaoorlog had hij juist veel krediet opgebouwd.