GRONINGEN – Het kabinet-Rutte II wil het aantal gemeenten fors terugdringen. Als het ideaal –gemeenten met minimaal 100.000 inwoners– is bereikt, zou dat een slordige miljard euro moeten opleveren. Die vlieger lijkt echter niet op te gaan. Sterker nog: het kon weleens fors duurder uitpakken.
Dat stellen prof. dr. Maarten Allers en ir. drs. Bieuwe Geertsema van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden van de Rijksuniversiteit Groningen.
De wetenschappers doen al jaren onderzoek naar de kosten van gemeentelijke herindelingen. Wat blijkt? De uitgaven van gefuseerde, grotere gemeenten stijgen juist sterker van gemeenten die niet samengaan.
Rutte en de zijnen hebben in hun regeerakkoord een forse bezuiniging ingeboekt vanwege vergroting van gemeenten: al 180 miljoen euro in 2017 en 975 miljoen als de doelstelling volledig is bereikt.
Een slag in de lucht, stellen Allers en Geertsema. Zij vergeleken de begrotingen en de bestuurskosten van gemeenten van 2002 tot 2012 met die van 39 gemeenten die tussen 2003 en 2011 uit herindeling ontstonden. Daarbij bekeken ze de uitgaven van de fuserende gemeenten minstens een jaar voor herindeling en de uitgaven van de fusiegemeente minimaal een jaar na herindeling.
De begrotingen zijn in de twee jaren die voorafgaan aan de herindeling iets hoger dan bij de andere gemeenten. De onderzoekers denken dat deze gemeenten alvast kosten maken vanwege de geplande fusie.
Dat de kosten van de gefuseerde gemeente in het herindelingsjaar zelf beduidend hoger liggen, snappen de Groningse wetenschappers. „Het samenvoegen van gemeentelijke organisaties gaat met allerlei kosten gepaard. Denk alleen al aan het huisvesten van de nieuwe organisatie en het integreren van verschillende automatiseringssystemen”, aldus Allers.
Het bijzondere is echter dat zowel de drie jaren na de herindeling als daarna nog alle uitgaven beduidend hoger liggen, tot wel 10 à 20 procent. „Dat is een bepaald niet verwaarloosbare stijging”, zegt Allers.
Toegespitst op alleen de lasten van het gemeentebestuur hadden de onderzoekers verwacht dat op die post wel kan worden bespaard. „Als er ergens besparingen te verwachten zijn, dan toch wel daarop. Immers, herindeling leidt tot minder burgemeesters, wethouders en raadsleden, waardoor ook minder ambtelijke ondersteuning nodig zou moeten zijn.” Niets is echter minder waar: de herindeling heeft geen enkel effect op deze uitgaven.
De wetenschappers hebben twee mogelijke antwoorden op de vraag waarom gemeentelijke herindeling tot hogere lasten leidt. Allers: „Het is denkbaar dat herindeling gemeenten een ondoelmatig grote schaal geeft, die samengaat met een overmaat aan afstemming en bureaucratie. Als dit zo is, leidt herindeling tot verspilling.”
Een andere verklaring is dat gemeenten na herindeling een grotere bestuurskracht hebben en daardoor allerlei taken oppakken waaraan ze eerder niet toekwamen. En dat kost geld. „In dit geval hoeft herindeling niet tot verspilling te leiden. In beide gevallen echter is het onverstandig om bezuinigingen in te boeken, zoals het kabinet nu doet”, stelt Allers.
De onderzoekers zijn niet tegen gemeentelijke herindeling. Ze constateren dat sommige kleine gemeenten het gewoon niet redden. Bovendien krijgen gemeenten steeds meer taken van de rijksoverheid, zoals per 2015 de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg. Daardoor worden de taken waarvoor gemeenten zich gesteld zien steeds groter en complexer.
„Het kabinet zou er beter aan doen zich te bezinnen op de decentralisaties. Vaak wordt als reden gegeven dat gemeenten dichter bij de burger staan. De paradox is echter dat gemeenten steeds groter moeten worden om die decentralisaties aan te kunnen. Daardoor komen ze juist steeds verder van de burger af te staan”, zegt Allers.
„Het kabinet moet eerst een consistente visie ontwikkelen wat het van gemeenten zou willen. Pas daarna heeft het zin na te denken over de optimale schaal. De regering zou hoe dan ook de hoge verwachtingen over schaalvoordelen moeten temperen. Het is echter mogelijk dat het kabinet gewoon kort op het Gemeentefonds, waarbij het zegt dat gemeenten het kunnen terughalen als ze fuseren. Dan bespaart de regering wel geld, maar in feite knijpt zij de uitgaven van gemeenten af.”
Dit is het zevende en laatste deel in een serie over de gevolgen van gemeentelijke herindeling.