Verkiezingscampagne VS vlamt nog één keer op
COLORADO SPRINGS – Nu de ergste schok van superstorm Sandy voorbij is, barst de Amerikaanse verkiezingscampagne weer in volle hevigheid los. Vooral in de zogenaamde ”swing states” telt elke stem.
”Fire Obama” (Ontsla Obama) meldt een groot bord in een buitenwijk van Colorado Springs. „Hier hoeven we niet te zijn”, lacht Joseph Kindler. Samen met Susan Kirkpatrick werkt hij vandaag een zestigtal adressen in de stad af: domweg huis aan huis aanbellen en vragen of de bewoner op de Republikeinse Partij wil stemmen.
„De ene dag bellen we een aantal mensen, de andere dag gaan we de straat op”, zegt de gepensioneerde Kindler. Of het werkt? „Het is natuurlijk monnikenwerk, en ook niet altijd even dankbaar. Maar je merkt dat in Colorado nog flink wat burgers hun definitieve keuze niet hebben bepaald. Als ik die mensen een duwtje in de richting van Romney kan geven, heb ik mijn doel bereikt.”
In de laatste totaalpeiling –een gemiddelde van de steekproeven van diverse grote bureaus– staan Romney en Obama in Colorado exact gelijk: beiden op 47,8 procent.
Susan Kirkpatrick belt bij een vrijstaand huis aan. De Amerikaanse vlag wappert in de koude ochtendwind. ”We support our troops” (Wij steunen onze troepen) staat op een raamsticker te lezen. Geen ongewoon verschijnsel in een garnizoensstad als Colorado Springs.
Een jonge vrouw doet open, met een baby op haar arm. Of ze op de Republikeinse Partij gaat stemmen? De vrouw schudt beslist haar hoofd. „Mijn familie is al generaties lang lid van de Democratische Partij. Dat zal ook niet veranderen.”
Of ze geen bezwaar heeft tegen sommige ethische opvattingen van Obama? „Weet u, je moet iemand op zijn daden afrekenen. Dan valt het met Obama nog wel mee. Bovendien zat hij de afgelopen tijd met een Republikeinse meerderheid in het Congres, dus werd hij sowieso al geremd in het uitvoeren van zijn liberale agenda.”
Verder gaat het door Colorado Springs. Soms wordt de deur vrijwel direct weer dichtgesmeten. Andere keren ontspint zich een verhitte discussie. Een grote zwarte militair is heel resoluut: „Obama is mijn opperbevelhebber. Ik heb tot nu toe altijd voor herverkiezing van de zittende president gekozen.”
Kindler en Kirkpatrick beperken zich niet tot de gegoede wijken van Colorado Springs. Net buiten de stad bevindt zich een van de vele ”trailer parks”. Honderden stacaravans vormen een stad binnen de stad.
Hier worden de gevolgen van de economische crisis in alle hevigheid zichtbaar. Op veel plaatsen liggen lege flessen en her en der duiken gebruikte injectienaalden op. Voor deze mensen telt niet zozeer de politieke kleur van de presidentskandidaten. Zij willen maar één ding: een president die voor banen zorgt en hun dagelijks leven beter maakt.
„Tot vorig jaar had ik een goede baan”, zegt Carter op het trapje van zijn caravan, terwijl hij een blik bier opentrekt. „We hadden een mooi huis, met drie auto’s voor de deur. Van de ene op de andere dag werden we met een ”foreclosure” (gedwongen verkoop, RD) geconfronteerd. Onze hypotheek werd als zeer risicovol bestempeld. Achteraf klopte dat ook wel, maar vijftien jaar geleden werden ons gouden bergen beloofd. Toen ging mijn werkgever ook nog eens failliet. Gelukkig brengt de baan van mijn vrouw nog wat geld in het laatje.”
Er zijn ook mensen die het nog slechter dan Carter hebben getroffen. Neem Doug, een magere jongeman, met diepliggende ogen. Hij is al jaren aan cocaïne verslaafd. Over politiek wil hij niet praten en stemmen gaat hij al evenmin. „Kijk naar mij. Waarom zou ik me druk maken over wie het straks in dit land voor het zeggen heeft?”
Zijn zus stopt hem regelmatig wat eten toe, maar Doug geeft toe dat hij ook wel eens op minder nette manieren in zijn levensonderhoud moet voorzien. Dan blijkt dat het Joseph Kindler en Susan Kirkpatrick niet alleen om stemmen winnen te doen is. Uit haar tas haalt Susan een nieuwe Bijbel tevoorschijn. „Hier Doug”, zegt ze zacht. „Wij mensen kunnen je misschien met wat tijdelijke dingen helpen. Maar hier staat in wat je écht nodig hebt.”