Ds. Van Boven voor studerenden GG: Aanbidding beest begint met bewondering
GOUDA – Een onbekeerd mens kijkt heel anders tegen de ontwikkelingen in deze tijd aan dan een eenvoudig, bekeerd kind van God. Dat zei ds. B. J. van Boven vrijdagavond in een lezing over het thema ”Geestelijke machthebbers in de lucht”.
De predikant van de gereformeerde gemeente in De Valk-Wekerom sprak voor zo’n 200 studerenden van de Gereformeerde Gemeenten. Die waren in Gouda bijeen voor de jaarlijkse winterconferentie. Ds. Van Boven sprak naar aanleiding van Openbaring 13 over het beest uit de zee en het beest uit de aarde.
Het Bijbelhoofdstuk spreekt over een „ingrijpend onderwerp”, zei ds. Van Boven. „Het gaat over de eindtijd. De tijd waarin jullie leven. De tijd waarin de Heere bezig is alles te doen uitlopen op die jongste dag. In de tweede plaats is bij bespreking van dit onderwerp grote voorzichtigheid nodig. We moeten niet in dezelfde fout vallen als de Joden. Die zagen het ook niet toen de profetie van Jesaja in vervulling ging.” De predikant waarschuwde dat in deze tijd hetzelfde kan gebeuren als christenen de tekenen van Christus’ voetstappen niet opmerken.
In Openbaring 13 ziet Johannes uit de volkerenzee een beest opkomen, maar niet iedereen ziet hetzelfde, zo zei de predikant. „In Daniël 7 komt er ook een gruwelijk monster naar voren. Maar Daniël zag het monster heel anders dan koning Nebukadnezar. Zo is het nog. Een onbekeerd mens kijkt heel anders tegen dingen aan dan een eenvoudig, bekeerd kind van God.”
Nog steeds komen uit de volkerenzee heerschappijen op. „De ene keer zijn het de Perzen, dan is het een Hitler. Eén ding hebben ze allemaal gemeen: godslastering. Ze lasteren alles van God en Gods volk.”
De aanbidding van het beest ontstaat vaak geleidelijk, waarschuwde de Veluwse predikant. „Aanbidding begint met bewondering. Zou iemand plotsklaps in de satanskerk terechtkomen? Daar zitten mensen die misschien eerder hier wel hebben gezeten. Het gaat geleidelijk. Daarom moeten we zo voorzichtig zijn.”
In Openbaring 13:5 en 6 staat dat het beest een mond werd „gegeven” om godslasteringen te spreken, benadrukte de predikant. „Er staat: gegéven. Anders zou je bang worden. God de Heere regeert. Het gebeurt onder Zijn toelating. Hij krijgt een van God gegeven tijd. Die tijd zal God niet laten overschrijden.”
Ds. Van Boven waarschuwde naar aanleiding van Openbaring 13 voor de moderne media. „Is dat geen uitmuntend middel voor de satan om zijn mond open te doen? Hij heeft daardoor over heel de wereld nu zijn middelen. Velen zullen afgetrokken worden van de leer der godzaligheid.”
De predikant riep de studerenden op niet op te gaan in de wereld en een ander leven te leven. „Natuurlijk leef je in de wereld, maar een wandel in afzondering zal meer getuigen dan al de woorden die we spreken. De heiligen zullen altijd blijven opvallen. Door wedergeboorte, afgezonderd door de geest. Dat zijn geen mensen die hoog staan, maar die lage gedachten van zichzelf hebben door kennis van zichzelf.”
Het beest uit de aarde (Openbaring 13:11-18) noemde ds. Van Boven nog gevaarlijker dan het beest uit de zee. „Hij zag eruit als Christus, maar sprak als de duivel. Het is een christelijk beest, maar het spreekt als de draak. Wat sprak de draak? „Is het ook dat God gesproken heeft …?” Dit beest zal altijd vraagtekens zetten achter dat wat in de kerk gezegd wordt. De satan zegt ook: „Gij zult als God zijn.” Dat beest zal alles doen om de bekeerde mensen omhoog te laten gaan. Dat is het aangrijpend beeld van het nabijkomende werk. Gods volk gaat omlaag.”
Het beest uit de zee zal „ontzettend veel macht hebben”, maakt ds. Van Boven op uit vers 16 en 17. „De macht van het beest zal tot onderdrukking zijn van Gods volk. Zal er dan bloed vloeien? Het kan ook op een geestelijke manier. De onverdraagzaamheid wordt in onze tijd groter. Gods volk en kerk worden steeds meer naar de zijlijn geduwd en ook van binnenuit vindt uitholling plaats.”
Tegenover het beeld van de twee beesten stelde ds. Van Boven aan het einde van de lezing het begin van Openbaring 14, waar Johannes het Lam en de schare van 144.000 ziet staan. „Zul jij erbij zijn?” besloot de predikant.
Ds. J. van Rijswijk, predikant van de gereformeerde gemeente in ’s-Gravenzande, opende de conferentie met een korte overdenking over Spreuken 23:26: „Mijn zoon! geef mij uw hart, en laat uw ogen mijn wegen bewaren.” Zaterdagmorgen houdt drs. J. Proos een lezing over de ”Geestelijke wapenrusting”.