Schatrijk Dorestad was onpartijdig

WIJK BIJ DUURSTEDE – Het verhaal dat Dorestad, dat lag op de plaats van het huidige Wijk bij Duurstede, ten onder ging door plunderingen van de Noormannen kan naar het rijk der fabelen. Dat zegt amateurhistoricus Luit van der Tuuk. Het afzweren van heersers die bepaalden waar mocht worden gehandeld, is volgens hem de echte reden.

Rivier bij Wijk bij Duurstede. Foto RD, Anton Dommerholt
Rivier bij Wijk bij Duurstede. Foto RD, Anton Dommerholt

Groene rivieroevers met op de achtergrond sluizen voor binnenvaartschepen bij de splitsing van de Rijn en de Lek markeren de plaats waar eens het roemrijke Dorestad was. Het is moeilijk voor te stellen dat hier 1200 tot 1400 jaar geleden een van de grootste handelsplaatsen van Noordwest-Europa lag. Binnenvaartschepen hebben de plaats ingenomen van Scandinavische koopvaarders die welvaart en onheil brachten. Een van de weinige zaken die nog aan het verleden herinneren, is een metershoog metalen kunstwerk van een Viking op een parkeerplaats aan de rand van Wijk bij Duurstede.

De geschiedenis van Dorestad is opmerkelijk te noemen. Tot twee keer had het nauwelijks betekenis. Aan het begin van onze jaartelling hadden de Romeinen er een castellum, een versterkte vesting. Nadat zij in de derde eeuw vertrokken, bleven hier en daar wat boeren over. Na 600 kwam de handelsplaats tot bloei. Rond 900 was die ten einde en in 1200 kreeg het nieuwe plaatsje Wijk, dat op deze locatie werd gebouwd, stadsrechten.

„De belangrijkste bloeiperiode van Dorestad begon rond 750”, zegt Van der Tuuk, die verbonden is aan Museum Dorestad en meerdere boeken schreef over de vroege middeleeuwen. De reden was de ligging op de splitsing van de Rijn en de Lek. „Langs de Noordzee woonden de Friezen. Daarachter was het Frankische Rijk. Dorestad lag ertussen.”

Om beide volken te vriend te houden, vond in de handelsstad een vermenging plaats van christendom en heidense godsdiensten. „Er zijn maar weinig sporen van kerken gevonden.”

Het gebied was dunbevolkt. Waarschijnlijk woonden in het gebied dat nu Nederland vormt nog geen 50.000 mensen. „Dorestad had op het hoogtepunt zo’n 3000 inwoners. Daarmee was het de grootste plaats in onze streken.” Door heel Europa zijn munten uit Dorestad gevonden, wat duidt op de belangrijke positie van de plaats.

Een echte stad was de handelsplaats niet. De meeste mensen woonden in een strook van 2 kilometer langs de rivier, terwijl ook in het huidige Rijswijk, aan de overkant van het water, mensen woonden.

Via Dorestad werden aanvankelijk vooral veel sieraden verhandeld. „Bewoners van het Frankische Rijk waren uit op status. Ze gaven elkaar daarom sieraden.” Overigens werd er ook veel zakengedaan met Scandinavische landen, waarbij het huidige Denemarken een belangrijke rol speelde. „Scandinavië leverde huiden, walrusivoor, ijzer en barnsteen. De Franken verkochten ijzerwaren, glaswaren, wijn en aardewerk.”

Rond 700 kwam Dorestad onder de invloedssfeer van de Franken te liggen. Het verloor zijn positie als onafhankelijke plaats. De Franken dwongen de inwoners om christen te worden. Vanaf die tijd werden er minder sieraden verhandeld, maar kwam de nadruk te liggen op bulkhandel, zoals graan.

Na 800 kwam de klad erin. Op veel plaatsen stoorden mensen zich niet meer aan heersers die bepaalden waar de handel moest worden gedreven. Ze begonnen zelf regionale handelscentra en lieten Dorestad links liggen. Dat werd versterkt door een machtsstrijd in het Frankische Rijk. „Lotharius I kwam in opstand tegen zijn vader Lodewijk de Vrome.” Toen de laatste was overleden, werd het een strijd tussen Lotharius en zijn broers.

Om elkaars positie te verzwakken, huurden de Franken Vikingen in. In ruil voor baantjes of grond vielen zij handelscentra aan. Doordat de macht van heersers vooral tot uiting kwam in de handel, betekende dit een vermindering van hun macht. „Het ging de Vikingen niet in de eerste plaats om het plunderen, ook al deden ze dat wel. Maar het waren vooral ingehuurde terroristen.”

Tussen 834 en 863 werd Dorestad ongeveer acht keer geplunderd. Daarna verplaatste de handel zich onder andere naar het 10 kilometer verderop gelegen Tiel en naar Deventer. Het gebied werd agrarisch. Pas eeuwen later verstedelijkte het gebied en kreeg het weer enige betekenis.

Van oost naar west langs het water. Vandaag deel 7 in een serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer