„André Kuipers komt nooit meer terug in ruimtestation ISS”
APELDOORN – André Kuipers telt zijn laatste dagen in de ruimte. De Nederlandse astronaut woonde goed 200 dagen in het internationaal ruimtestation ISS. Zondagochtend landt hij met twee medebemanningsleden in de steppe van Kazachstan.

De aanstaande terugkeer naar de aarde betekent niet dat de mannen een paar dagen vrij krijgen. Integendeel, deze dagen zijn ze nog volop bezig met het afronden van wetenschappelijke experimenten en onderhoud aan het ruimtestation. „Nog twee dagen, dan zit mijn verblijf hier erop”, schreef Kuipers gisteren op zijn weblog. „Ik heb zo op de valreep nog drie belangrijke taken kunnen volbrengen. Ik heb een inspectie uitgevoerd van de kleppen voor de koelvloeistof in het Columbus laboratorium, een Amerikaans wetenschappelijk experimentenrack weer aan de praat gekregen en aan het Japanse Ryutai rack gewerkt.”
De wens om ruimtevaarder te worden, ontstond bij Kuipers al jong: als 12-jarige jongen kreeg hij boekjes van sciencefictionschrijver Perry Rhodan van zijn oma. „Ik droomde over het heelal, een ruimtepak aantrekken, andere planeten bezoeken.”
Met deze tweede missie ging een wens van Kuipers in vervulling: de ruimte zijn thuis te kunnen noemen. De eerste reis naar het ISS, in april 2004, duurde elf dagen. Veel te kort, naar de zin van de Nederlandse astronaut.
Voor zijn vrouw Helen zijn de afgelopen zes maanden voorbijgevlogen, zei ze eerder deze week tegen persbureau ANP. „Maar de laatste week duurt me juist veel te lang. Sinds we de dagen op onze vingers kunnen aftellen, word ik ongeduldig.”
Kuipers vertrok eind december per Sojoezraket naar het ISS, vanaf de Russische lanceerbasis Baikonoer. Ook al zweefde hij op 400 kilometer hoogte in een baan om de aarde, helemaal afgesneden van zijn geliefden thuis was hij niet. Hij kon iedere dag bellen.
De eerste keer dat zijn vrouw een telefoontje kreeg, was op 24 december, in de nacht nadat Kuipers in het ISS was aangekomen. Helen: „Het was een uur of drie ’s nachts. Ik lag in een hotelkamer in Moskou. De eerste keer liet ik de telefoon rinkelen. Ik was slaapdronken en dacht dat het een telefoontje uit Nederland was. Korte tijd later ging de telefoon opnieuw. Iemand wilde me blijkbaar graag aan de lijn hebben. Dat was André.”
Elke zondag had Kuipers een videoverbinding met zijn woonkamer in Noord-Holland. Zijn familie vroeg hem vaak om met de camera naar het uitkijkraam van het ISS te gaan. Zo zagen ze afgelopen weekend zandstormen van de Sahara boven de Atlantische Oceaan. Helen: „Een keer vloog hij boven de oceaan en zagen we Spanje, Portugal en Frankrijk tegelijk, en daarachter de Middellandse Zee. Dat zie je niet vanuit een vliegtuigstoel.”
Veel Nederlanders volgden Kuipers tijdens zijn verblijf in de ruimte. Bijna 250.000 mensen volgen zijn berichten op Twitter. Anderen lazen zijn weblog op de Nederlandse site van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, waar Kuipers officieel in dienst is.
Vanuit het ISS sprak de astronaut onder anderen met premier Rutte en met schoolklassen en gaf hij interviews aan televisiezenders zoals de NOS. Dat hoort bij het vak, vindt Helen. „Als familie zijn we er nuchter over. Het is een aparte baan, niet iedereen komt in de ruimte, maar André doet gewoon zijn werk net als ieder ander.”
Aan dat werk komt zondag een einde. Kuipers zal morgen toch echt zijn koffers moeten pakken. Voor André is dat een dubbel moment, zegt Helen. „Hij zit nu op de plek waarvan hij altijd droomde. Straks gaat hij daar weg en hij beseft dat hij er nooit terugkomt.”
Kuipers en zijn twee reisgenoten, de Rus Oleg Kononenko en de Amerikaan Don Pettit, stappen zondagochtend in de Sojoezcapsule waarmee ze een halfjaar geleden bij het ISS aankwamen. Ze sluiten het luik en laten het ruimtestation achter zich.
Ruim drie uur later landen ze in de steppe van Kazachstan. Daar worden ze direct onderworpen aan een medisch onderzoek. Een speciaal vliegtuig brengt Kuipers vervolgens naar Houston, waar zijn vrouw en vier kinderen op hem wachten.