De nieuwe premier is Antonis Samaras. Hij leidt de conservatieve partij Nieuwe Democratie, de grootste partij van het land. Die gaat regeren met twee socialistische partijen, Pasok en Democratisch Links.

Enkele uren na het akkoord legde Samaras (61) de eed als premier af. Na de ceremonie beloofde hij dat de regering „met de hulp van God alles zal doen wat we kunnen om het land uit de crisis te halen”.

De ministersploeg is nog niet bekend. Waarschijnlijk zal het kabinet bestaan uit partijloze deskundigen, die steun krijgen van de drie coalitiefracties in het parlement. De belangrijkste post, Financiën, gaat vermoedelijk naar Vassilis Rapanos. Hij is nu directeur van de Nationale Bank, een van de grootste banken van het land. Rapanos zou met Europa moeten onderhandelen over noodhulp en bezuinigingen.

Naar verluidt zou Kiriakos Mitsotakis, zoon van minister president Mitsatakis weer in de regering komen.

Het regeerakkoord kwam 45 dagen nadat de Grieken voor het eerst naar de stembus waren gegaan. De formatie erna mislukte finaal. De president zag geen andere mogelijkheid dan nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Daardoor werd er steeds openlijker gesproken over een Grieks vertrek uit de euro.

Zondag kreeg het land een herkansing. De parlementsverkiezingen leverden een grote meerderheid op voor de bezuinigingspartijen. Na 3 dagen formeren is de regering wel rond.

Ondanks de ruime meerderheid staat de nieuwe regering onder grote druk. De onvrede onder de Grieken over de bezuinigingen groeit. De coalitie hoopt daarom dat Europa de afspraken wil versoepelen. Griekenland moet bijvoorbeeld het begrotingstekort in 2014 met 11,5 miljard euro hebben teruggebracht. De nieuwe regering hoopt dat dit kan worden uitgesteld tot 2016.

Op een EU-top in Brussel spreken regeringsleiders volgende week 2 dagen lang over Griekenland. „In die 2 dagen zullen we een grote strijd uitvechten” om de deal aan te passen, zei Pasokleider Evangelos Venizelos woensdag. Ook de vertrekkende premier Panagiotis Pikramennos verwacht „veel gevechten, binnen en buiten Griekenland”.

Europese leiders hebben aangegeven dat er over uitstel te praten valt. Ook Duitsland, de grootste economie van Europa, is bereid om Griekenland meer tijd te geven om aan bepaalde verplichtingen te voldoen. De doelen zelf zijn voor Berlijn echter onbespreekbaar.