De één vlucht na verlies van zijn vrouw ineens in de drank. De ander slaat al jarenlang de ene na de andere borrel achterover. Alcoholverslaving onder ouderen is een groeiend probleem.
De grote boosdoener. Die woorden gebruikt ouderenpsychiater Jaap Nanninga, werkzaam bij GGZ Centraal Veldwijk in Ermelo, om de funeste invloed van alcohol op het leven van veel ouderen te typeren. „Alcohol is een breed geaccepteerd middel, maar is ook voor ouderen veel schadelijker dan we met z’n allen denken.”
Samen met verpleegkundige Annie van der Kooij houdt Nanninga in Ziekenhuis St Jansdal in Harderwijk wekelijks spreekuur voor 60-plussers die kampen met alcoholproblemen.
Achter tal van ziektebeelden blijkt een alcoholprobleem schuil te gaan, weet Nanninga. „Zaken zoals hoge bloeddruk, niet goed in je vel zitten, leverfunctiestoornissen, hart- en vaataandoeningen en een alvleesklieronsteking hebben vaak te maken met overmatig alcoholgebruik.”
Ook neerslachtigheid kan voortkomen uit drankproblemen. „Een patiënt werd behandeld voor een depressie. Het ging niet echt vooruit. Totdat we gingen kijken naar zijn alcoholgebruik. De man bleek dagelijks meer dan zes glazen wijn te drinken. Toen hij dat aantal terug wist te brengen tot één glas per dag, is hij opgeknapt.”
Eenzaamheid
Nanninga onderscheidt twee categorieën 60-plussers met een drankprobleem. „De ene groep drinkt al heel lang. Ze komen in het ziekenhuis terecht omdat hun lichaam het opgeeft. Er zijn bijvoorbeeld problemen met hun lever of alvleesklier of ze kampen met vergeetachtigheid. In de andere groep zitten mensen die pas na tegenslag overmatig zijn gaan drinken. Een man verliest ineens zijn vrouw. Hij gebruikt drank als medicijn tegen de eenzaamheid.”
Bij de groep die is gaan drinken na tegenslag is een keer ten goede het kansrijkst. „De groep mensen die al een drankcarrière achter de rug heeft, is veel moeilijker te helpen. Ze veranderen hun gedrag niet zomaar en hun lichaam is vaak ernstig aangetast door de alcohol.”
Op drankmisbruik onder ouderen rust een taboe, stelt Nanninga. „Mensen willen niet weten dat ze een alcoholprobleem hebben. Het is de ziekte van de ontkenning. Schaamte speelt een rol.”
Cruciaal is dat de 60-plussers hun drankprobleem onder ogen zien, benadrukt de ouderenpsychiater. „Wij proberen te ontdekken hoeveel iemand daadwerkelijk drinkt. Al vragend, niet veroordelend, willen we een beeld van de dag krijgen. Wanneer drinkt u voor het eerst alcohol op een dag? Als iemand toegeeft dat hij na twee uur ’s middags z’n eerste borrel neemt, gaan we er voorzichtig van uit dat hij per dag een behoorlijke hoeveelheid drank nuttig. Zegt iemand dat hij voor het slapen gaan per se een borrel moet drinken dan zit hij ook in de gevarenzone. Als je mensen vraagt naar hun drankgebruik, geven ze vaak een lager aantal consumpties op dan dat ze in werkelijkheid nuttigen. Onze vuistregel is om het opgegeven getal te verdubbelen. Zegt iemand voor de vuist weg dat hij vijf borrels per dag drinkt, dan hebben wij het donkerbruine vermoeden dat het er tien zijn.”
Suf
Drankconsumptie en medicijngebruik vormen een gevaarlijke combinatie, waarschuwt Nanninga. „Juist ouderen gebruiken bijvoorbeeld slaapmiddelen en antidepressiva. Die verdragen zich niet met alcohol. Het kan gebeuren dat ouderen vanwege die risico’s dan maar minder middelen gebruiken. Een mogelijkheid is ook dat ze vanwege de combinatie van antidepressiva en alcohol suf worden. Iemand die slecht ter been is, kan dan zomaar vallen en zijn heup breken.”
Alcohol brengt mensen „van de regen in de drup”, betoogt de ouderenpsychiater. „Depressieve mensen denken dat drank hen rustig maakt. Maar alcohol lost je angstprobleem niet op. Sterker nog, je bent alleen maar verder van huis. Drank kan je angsten verergeren.”
Pijnlijk probleem is dat nogal wat artsen en specialisten de ernst van overmatig alcoholgebruik onder ouderen onvoldoende peilen, schetst Nanninga. „Dat heeft ermee te maken dat veel medici zelf ook alcohol gebruiken. Ze zijn niet anders dan anderen. Het is een taboe onderwerp. Gekscherend wordt wel gezegd dat een arts iemand die minder dan hijzelf drinkt niet doorverwijst voor hulp. Het zou goed zijn als artsen zich meer bewust werden van het risico dat ze het gevaar van drank onderschatten.”
Vrijwilligerswerk
Via leefstijltrainingen (tien sessies van een klein uur) proberen Nanninga en zijn collega Van der Kooij ouderen ertoe te brengen hun drankgebruik te minderen of te stoppen. „We geven voorlichting over de schadelijke effecten van alcohol. We blijven wel realistisch. Er hoeft niets mis te zijn met een glaasje wijn bij het eten. Als drankgebruik voortkomt uit verveling en eenzaamheid, proberen we daar wat aan te doen. Hoe breng je je dag door? Ga je op je stoel zitten afwachten wat er gebeurt? Beter is om zelf actief bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te gaan doen, zoals maaltijden rondbrengen.”
„Alcoholprobleem openbaart zich sluipend”
Dagelijks alcohol drinken is de afgelopen jaren ingeburgerd. Daardoor komen er steeds meer ouderen met een drankprobleem, zegt mr. dr. Rob Bovens, lector verslavingsprevenie aan de hogeschool Windesheim in Zwolle.
Kwam voorheen doorgaans alleen in het weekend de wijnfles op tafel, momenteel wordt er welhaast dagelijks alcohol gedronken, schetst Bovens. „Ik noem dat de verbraderisering van Nederland. Op allerlei gelegenheden is drank te krijgen. Kaartavonden, recepties, verjaardagen, een avondje van de bridgeclub. Er worden steeds meer feestjes en partijen gehouden, bijvoorbeeld ter ere van het feit dat iemand het eerste jaar van een hbo-opleiding heeft gehaald. Bij zo’n feestje komt alcohol op tafel. En oma doet ook mee.”
Frequent alcoholgebruik drong door tot brede lagen van de bevolking, signaleert Bovens, die jarenlang leidinggaf aan de overheidscampagne ”Drank maakt meer kapot dan je lief is”. „Het dagelijks drinken is gepromoot. Voorheen was een wijnkelder voorbehouden aan notabelen, nu is drank voor iedereen beschikbaar. De drankafdeling van Albert Heijn is door de jaren heen uitgebreid. Vijfentachtig procent van de Nederlanders gebruikt alcohol. Veel babyboomers kenden een stijgende welvaart en zetten iedere dag wijn op tafel.”
Sluipend
Het kan lastig zijn om senioren te wijzen op de gevaren van alcohol, zegt Bovens, ook werkzaam bij het Trimbos-instituut, een organisatie die onderzoek doet naar onder meer verslaving. „Er speelt een ethische discussie. Moeten we mensen in de laatste fase van hun leven nog betuttelen? Mensen kunnen reageren in de trant van: Ik ben oud en wijs genoeg. Aan mijn lijf geen polonaise.”
Toch is goed als ouderen zich meer bewust worden van de risico’s van overmatig drankgebruik, denkt Bovens. „Het probleem openbaart zich sluipend. Mensen beseffen bijvoorbeeld pas dat ze onder invloed zijn als ze tegen een paaltje rijden of gepakt worden. Dan wordt het probleem ineens manifest. Dan ben jíj het ineens die niet tegen drank kunt. Terwijl je het de week daarvoor nog over andermans alcoholprobleem had. Denk aan een speler uit een voetbalelftal die met te veel drank op achter het stuur kruipt en iemand doodrijdt. Zo’n voetballer moet verhuizen naar een ander dorp en wordt met de nek aangekeken door zijn ploeggenoten. Terwijl diezelfde medevoetballers ook met een slok te veel op iemand hadden kunnen aanrijden.”
Vastentijd
Terugdringen van alcoholgebruik onder ouderen is het meest effectief door middel van lokale projecten die zijn toegespitst op plaatselijke gebruiken, stelt Bovens. „Een regio als Brabant kent een relatief uitgebreid verenigingsleven. In Noord-Holland worden nogal wat kermissen gevierd waarop veel alcohol wordt gedronken. In weer een ander gebied kan de bevolking meer kerkelijk zijn. Probeer daar je acties op af te stemmen.”
Goed voorbeeld is de recente actie ”veertig dagen zonder alcohol” van de gemeente Best, zegt Bovens. Hij deed er zelf ook aan mee. „In de vastentijd, een bekend fenomeen in rooms-katholieke kring, besloten tientallen mensen geen alcohol te drinken. De actie is mij goed bevallen. De onthoudingsgedachte speelt een rol. De een snoept niet, de ander rookt niet, een derde drinkt niet.”
Is het een taai gevecht om alcoholgebruik onder senioren terug te dringen? „Ja, het is een lastige opdracht. Maar het helpt als mensen met elkaar praten over de risico’s van drankgebruik. Ik zeg niet dat iedereen moet stoppen met drinken, maar pleit wel voor minder alcohol. Ik drink zelf ook. Als ik dat tijdens lezingen vertel, gaat er een zucht van verlichting door de zaal. Ik kom op maximaal tien glazen wijn per week, meestal geconcentreerd in drie, vier dagen. Voorheen dronk ik meer. Maar waarom zou ik nog op maandag en dinsdag alcohol gebruiken?
We moeten beseffen dat alcohol een giftige stof is. Zestig ziektes houden verband met een te hoge alcoholconsumptie. Volgens de Gezondheidsraad zit een man met twee glazen per dag en een vrouw met één glas per dag aan de veilige kant. Maar dat is een algemene richtlijn. Voor ouderen, die extra kwetsbaar zijn, is minder alcohol aan te bevelen.”
Ronduit vervelend is het als mensen zich ervoor schamen dat ze geen alcohol drinken, zegt Bovens. „Tijdens het project ”Veertig dagen zonder alcohol” in Best waren er deelnemers die aanvankelijk druivensap of thee uit een wijnglas dronken. Om maar niet op te vallen. Later durfden ze hun thee gelukkig gewoon uit een kopje te drinken.”
Meer ouderen met drankprobleem
Nederland kent steeds meer ouderen met een alcoholprobleem. Eind 2010 telde ons land naar schatting tussen de 150.000 en de 200.000 aan drank verslaafde 55-plussers, zo blijkt uit cijfers van het Trimbos-instituut en de stichting Informatievoorziening Zorg. Zo’n 5 procent van hen (9000 mensen) meldde zich bij verslavingszorg. Tien jaar geleden klopte nog minder dan de helft (3800 mensen) aan bij een hulpinstantie. Verondersteld wordt dat Nederland toen minder dan 100.000 aah drank verslaafde mensen van 55 jaar en ouder kende. Hogeschool Windesheim houdt maandag een congres over ouderen en alcohol onder de titel ”Gun ze toch hun borreltje!?”