Kerk & religie

Ds. G. Meuleman: Laten we respectvol met elkaar omgaan

OUDDORP – Als hij achterom kijkt, ziet ds. G. Meuleman telkens weer de leiding van de Heere in zijn leven. De hersteld hervormde emeritus predikant uit Ouddorp stond op 17 december 25 jaar in het ambt.

Jan van Reenen
30 December 2011 08:06Gewijzigd op 14 November 2020 18:27Leestijd 5 minuten
Ds. G. Meuleman staat 25 jaar in het ambt van predikant. „We moeten één zijn in de Heere en elkaar verdragen in bijzaken.” Foto Wim van Vossen
Ds. G. Meuleman staat 25 jaar in het ambt van predikant. „We moeten één zijn in de Heere en elkaar verdragen in bijzaken.” Foto Wim van Vossen

Gijsbert Meuleman, geboren op 25 juni 1933, is de zoon van wijlen K. Meuleman, veehouder en Eerste Kamerlid voor de SGP. Hij groeide op de boerderij in Wilsum bij Kampen op en werd ook veehouder. Na de lagere school volgde hij vier jaar lang een dag per week de lagere landbouwschool. Na zijn huwelijk begon Meuleman een veehouderijbedrijf in Hoge Hexel (provincie Overijssel).

In 1962 kwam, „vrij abrupt”, de roeping tot het ambt, maar Meuleman kon „geen Bijbelse bevestiging” vinden. Later kreeg hij die, uit Handelingen 5:20. „Gaat heen, en staat, en spreekt in den tempel tot het volk al de woorden dezes levens.”

Na een lange tijd van overwegen begon hij in 1970 met de studie voor catecheet of hulpprediker. „De roeping was er, maar het was niet direct mijn bedoeling om predikant te worden. Dat kon immers niet met mijn vooropleiding.” De studie duurde lang in verband met het werk op de boerderij. Een gedeelte van het werk kwam op zijn vrouw neer, „een boerin in hart en nieren.” Meuleman deed er negen jaar over om het diploma hulpprediker te halen, wat hem meteen preekbevoegdheid gaf.

Toen hij in 1979 bijna klaar was met de studie had hij inmiddels een groot gezin met acht kinderen, van wie één gehandicapt. De inkomsten van de boerderij waren hard nodig. Kerkelijk werk in deeltijd, zoals hij dat al verrichtte in Nieuwleusen, bracht te weinig op om in het levensonderhoud te voorzien. De hulpprediker kreeg echter een fulltimebenoeming in Ouddorp, waardoor ineens al zijn zorgen werden opgelost. In de Zuid-Hollandse kustplaats werd Meuleman de rechterhand van ds. W. J. op ’t Hof.

In de tachtiger jaren stelde de Hervormde Kerk een regeling in waarbij hulppredikers, na een studieopdracht, predikant konden worden. Zo werd ds. Meuleman op 53-jarige leeftijd als predikant aan de hervormde gemeente van Ouddorp verbonden. Op de dag van zijn bevestiging vertelde zijn vader dat het bij de geboorte van zijn oudste zoon zijn gebed was geweest dat hij predikant zou worden.

In 1987 nam hij een beroep uit Wekerom aan, waar hij bleef tot aan zijn emeritaat in 1998. De predikant schreef stukjes over gevoelige onderwerpen in de kerkbode van de Veluwe. Bijvoorbeeld over het drankmisbruik van de Veluwse jeugd in uitgaansgelegenheden op zaterdagavond. „Ook jongeren in onze gemeente deden daaraan mee.”

Hij schreef ook over „de bedenkelijke” EO-jongerenbijeenkomst. „We moeten wel wat doen voor de jeugd, maar dat wil niet zeggen dat er geen grenzen zijn. Ik vond dat de EO over de grens ging. Ds. Van der Veer van de EO belde me op. Dat werd een uitermate collegiaal gesprek.”

Ds. Meuleman ziet niet alleen gevaren ter linker-, maar ook ter rechterzijde. „Daar legt men soms veel nadruk op uiterlijkheden, zoals kleding en bepaalde vormen van zondagsrust, waarbij de dierbaarheid van de Heere Jezus nogal eens in nevelen gehuld blijft. Men beroept zich wel op oudvaders, maar die zijn vaak toch ruimer dan velen denken. Laten we ook aan de jongeren denken die in deze tijd opgroeien. We moeten niet altijd naar verandering staan, omdat dat beter zou zijn, maar we moeten ook niet bij het oude blijven omdat dat alleen goed zou zijn. We moeten Bijbels denken. Dat kan de ene keer het vasthouden aan het oude betekenen, maar het kan ook kiezen voor verandering inhouden.”

In 1998 ging ds. Meuleman met emeritaat. Hij keerde terug naar Ouddorp, waar men hem vroeg twee dagen per week pastoraal werk te doen. Dat deed hij tot 1 januari 2011. Nu gaat hij elke zondag het land nog door om te preken.

„Ik ben hersteld hervormd, preek daar en ben niet van plan in een andere kerkverband te preken. Maar ik heb overal vrienden, van oud gereformeerd tot in de Protestantse Kerk. Ik ben een vriend en een metgezel van allen die Gods Naam ootmoedig vrezen. Laten we vriendelijk en respectvol met 
elkaar omgaan, ook al zijn we het niet in alles met elkaar eens. De Heere Jezus bad: „opdat zij allen één zijn”, maar Hij vroeg niet: „opdat ze het allen in alles ééns zijn.” We moeten één zijn in de Heere en elkaar verdragen in bijzaken. Als dit maar overblijft wat ik eens bij Ledeboer las: Het moet Jezus, Jezus, Jezus zijn!”


Lees ook:

Kand. Meuleman in Ouddorp tot predikant bevestigd (RD, 18 december 1986)

Ds. Meuleman deed intrede in Wekerom (RD, 7 januari 1988)

Ds. G. Meuleman neemt afscheid van Wekerom (10 december 1998)

Lees in Digibron verder nog :

„Ik houd niet van kiekeboe spelen” : Ds. G. Meuleman hecht veel waarde aan eerlijk met elkaar omgaan in de kerk. Interview uit december 1998 n.a.v. zijn emeritaat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer