Het meldpunt is ondergebracht bij het Korps landelijke politiediensten (KLPD). „Meldingen voor 1-4-4 komen binnen in dezelfde meldkamer als de oproepen voor alarmlijn 1-1-2”, aldus een woordvoerder van het KLPD vanochtend.

Voor de dierenalarmlijn zijn twintig personen opgeleid die de meldkamer 24 uur per dag, 7 dagen per week bemannen. „Aan de hand van een uitvraagprotocol beoordelen de medewerkers naar wie ze de melding doorzetten”, aldus de woordvoerder.

Bij vermoeden van een acuut probleem moet de dierenpolitie uitrukken. Die valt onder verantwoordelijkheid van de regiopolitie. Betreft de melding landbouwhuisdieren, dan schakelt het meldpunt de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) in.

Als er een vermoeden van mishandeling of verwaarlozing van gezelschapsdieren bestaat, wordt de Dierenbescherming ingeschakeld. Ook kan de meldkamer de dierenambulance alarmeren.

Het kabinet zet sterk in op de bestrijding van dierenleed. Het openbaar ministerie eist bijvoorbeeld per 1 oktober zwaardere straffen tegen mensen die zich schuldig maken aan dierenmishandeling. Bij de strafeis wordt nu rekening gehouden met het letsel dat een dier is toegebracht of dat het dier dood is gegaan als gevolg van de mishandeling.

In het regeerakkoord is verder vastgelegd dat er deze kabinetsperiode 500 dierenpolitieagenten komen. Dit jaar worden er 125 agenten opgeleid tot ”animal cop”. Ze worden volledig vrijgesteld van gewone politietaken.

De eerste lichting cursisten die in mei aan de opleiding begonnen, bestond vooral uit hon­dengeleiders van de politie. Ze bepalen straks zelf of ze voltijds aan de slag gaan voor de dierenpolitie of dat ze hun huidige functie blijven uitoefenen.

De tweede lichting wordt voltijddierenagent en gaat vanaf eind deze maand aan het werk.