„Droogte in Afrika komt door El Niño”
GENT – De extreme droogte in Oost-Afrika hangt samen met het weerfenomeen El Niño. Dat schreven Belgische onderzoekers vrijdag in het wetenschappelijk tijdschrift Science.
De droogte in de Hoorn van Afrika houdt verband met de koude fase van El Niño, die tot mei heerste in de Stille Oceaan. Deze relatie bestaat al duizenden jaren, stellen de wetenschappers, verbonden aan de Universiteit Gent. Oost-Afrika kent de laatste 3000 jaar een minder stabiel klimaat, zo zou uit onderzoek blijken.
De Belgen, die voor de studie samenwerkten met collega’s uit Nederland, Duitsland, Zwitserland en de VS, onderzochten de modder op de bodem van Lake Challa, een kratermeer aan de voet van de Kilimanjaro, een berg op de grens van Kenia en Tanzania.
De bodem vertoont er sedimentlagen die per jaar variëren in kleur en dikte. Door de dikte van de lagen te vergelijken met de temperatuur van de Stille Oceaan over de afgelopen 150 jaar ontdekten de wetenschappers een duidelijk verband tussen perioden van ernstige droogte, zoals die momenteel heerst in grote delen van Kenia, Ethiopië, Djibouti en Somalië, en de koude fase van El Niño: La Niña.
De huidige droogte in de Hoorn van Afrika hangt volgens de onderzoekers samen met de La Niñafase die zich tussen juni 2010 en mei 2011 voordeed in de Stille Oceaan.
Tijdens La Niña valt er weinig regen en waait er een straffe wind over Lake Challa. Dit bevordert de seizoensgebonden groei van algen, die later afsterven en naar de bodem zakken. Daar vormen ze vervolgens een dikke laag sediment.
Tijdens El Niño daarentegen regent het vaak en is de wind zwak, wat in een dunne sedimentlaag resulteert.