Popstijl kleurt nieuwe psalmen
AMERSFOORT - De Psalmen voor Nu klinken eigentijds. Als popmuziek. Soms ligt dat vooral aan de manier van uitvoeren, soms ook aan de muziek zelf. Dinsdag zongen en speelden drie componisten tijdens een persbijeenkomst in de Amersfoortse Bergkerk voor het eerst hun eigen, populaire bewerking van een zevental psalmen.
Psalmen voor Nu heet het project waarbinnen dichters en musici een eigentijdse vorm proberen te vinden voor eeuwenoude teksten. Initiatiefnemer Rien van den Berg -in het dagelijks leven journalist bij het Nederlands Dagblad- verzamelde een groep mededichters en componisten om zich heen en wist bovendien uitgeverij Boekencentrum voor het plan te interesseren.
De psalmen toegankelijk houden voor nieuwe generaties, dat is het streven. Van den Berg: „Ook jongeren die nog wekelijks naar de kerk gaan, en daar elke zondag psalmen zingen, zetten thuis niet lekker een psalmen-cd op. Daar komt bij dat nieuwe muziektradities in de kerken terrein winnen. In veel van de Samen-op-Wegkerken zijn sinds de invoering van het Liedboek de psalmen wat uit de gratie. Is dat een probleem? Wij ervaren het wel zo. Wij beschouwen de bijbelse psalmen als een onvergelijkelijk liedboek. De psalmen zijn een ijkpunt voor de manier waarop gelovigen omgaan met hun God.”
De werkgroep zoekt aansluiting bij jongeren via hedendaags taalgebruik en hedendaagse muziek. Psalmen met gitaar en keyboard, met zo min mogelijk kerk- en kanseltaal, gezongen op een tamelijk dramatische, meeslepende manier. De karakters van dichter en componist zetten hun stempel op de Psalmen voor Nu, maar minstens zo bepalend is de manier van uitvoeren. Psalm 121 rustig en ingetogen, met een knipoog naar de Geneefse melodie, Psalm 150 heftig en swingend. In dat laatste geval heb je bepaald niet meer genoeg aan een gitaar: bij dit soort muziek hoort nu eenmaal een volledige band.
Maar wat blijft er over van tekst en muziek als je de professionele uitvoering er aftrekt? Is deze muziek eigenlijk wel geschikt om in een grotere groep te zingen? Hoe maak je de vertaalslag van bijbels Hebreeuws naar hedendaags Nederlands? En hoe verander je als componist een gedicht in een lied? Vragen die de aanwezigen in de Bergkerk langdurig bezighouden.
Eerst de tekst, dan de muziek. Dat blijkt een principe van de werkgroep. De dichters verdiepen zich grondig in de oorspronkelijke tekst van de psalmen, met hulp van een groep hebraïci. Per psalm krijgen ze een map met informatie aangeleverd: vertalingen, berijmingen, commentaren. Tamelijk doorslaggevend blijkt de visie van de Leidse hebraïcus dr. J. P. Fokkelman, bekend om zijn literaire analyses van de Bijbel.
Hoe de dichters die informatie verwerken? Van den Berg geeft een voorbeeld: „Het woordje ”ingedut” in Psalm 121, daar vallen sommige mensen over, maar het staat er echt in het Hebreeuws. De dichter verdedigt zich tegen mensen die God beschuldigen, en hij gebruikt dus een woord van zijn tegenstanders.”
Overigens is het standpunt van de werkgroep over de verhouding tussen brontekst en doeltaal niet helemaal helder. De praktijk laat zien dat de berijmers weliswaar dicht bij de grondtekst willen blijven, maar dat de doeltaal in veel gevallen minstens zo zwaar weegt: „Aan de rivier in Babel zaten wij, de handen in het haar (…).”
Zeer bepalend voor het succes van het project wordt de cd met ongeveer twintig psalmen, die binnen een jaar moet uitkomen. „Daarmee bied je niet alleen teksten en muzieknoten, maar ook de manier van zingen. Voor jongeren dé manier om deze psalmen aan te leren.” De definitieve uitgave met alle 150 psalmen moet -als het aan directeur Nico de Waal van uitgeverij Boekencentrum ligt- binnen een paar jaar op de markt zijn. „Niet in plaats van de bestaande psalmberijmingen en liedboeken, maar náást al het bestaande.”