Kerk & religie

„Kerk ontbeert bij misbruik 1-1-2-gevoel”

Elke gemeente wil de brand die ontstaat bij seksueel misbruik in de kerk het liefst zo snel mogelijk doven. Maar als ze niet zorgvuldig handelt, maakt ze zich later mogelijk te schande voor de rechter.

25 February 2011 13:06Gewijzigd op 14 November 2020 13:51
Beeld RD, Corné van der Horst
Beeld RD, Corné van der Horst

Het ene na het andere misbruikschandaal in de Rooms-Katholieke Kerk kwam vorig jaar aan het licht. Wat begon met de melding van een enkel geval, mondde uit in een stroom van honderden klachten.

De vraag hoe te handelen als het gaat om seksueel misbruik stond de afgelopen weken –toeval of niet– bij verschillende protestantse kerken op de synodeagenda.

De Gereformeerde Gemeenten besloten tijdens de laatste synodezitting, eind januari, te gaan onderzoeken of er een protocol moet komen voor ambtsdragers. Het boekje ”Verantwoord ambtelijk handelen in moeilijke pastorale relaties”, dat in 2002 verscheen, biedt onvoldoende handvatten voor het omgaan met seksueel misbruik in de kerk.

Het deputaatschap kerkelijke dienstverlening voert samen met deputaten kerkrecht het onderzoek uit.

De Landelijke Vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken besprak op 22 januari het rapport ”Seksueel misbruik in pastorale situaties”. De commissie seksueel misbruik presenteerde daarbij een zogenoemd eerste-hulp-bij-misbruikpakket. Het bevat onder meer een protocol, gedragscodes en informatie over het meldpunt van de kerk, zodat gemeenten weten wat zij moeten doen als ze geconfronteerd worden met misbruik. „Vergelijk het met een EHBO-koffertje”, zegt commissievoorzitter ds. M. de Jong uit Geldrop. „Iets waar mensen zó naar kunnen grijpen.”

Niet de gebeurtenissen in de Rooms-Katholieke Kerk zijn voor de Nederlands gereformeerden aanleiding om aandacht aan misbruik te besteden, al hoopt de predikant dat de schandalen de kerk wakker schudden. Een regen van klachten bij het Meldpunt misbruik in kerkelijke relaties (zie kader) was er evenmin. Integendeel, er deed zich geen enkele „uitslaande brand” voor.

Binnenbrandjes waren er echter wél. De omstandigheden noodzaken betrokkenen daarbij niet tot het doen van een melding, bijvoorbeeld omdat het misbruik op de grens ligt van een ambtelijke en een privérelatie.

Intussen, zegt ds. De Jong, is de gemeente in zulke gevallen wat verlegen met de situatie en weet ze niet automatisch de goede weg te vinden. Tenminste, waar het gaat om de handelwijze van de gemeente en het effect van de gebeurtenis op de kerkenraad en de gemeente. Hulp voor het slachtoffer is er doorgaans wel.

De commissievoorzitter vergelijkt het openbaar komen van seksueel misbruik met een ramp. „Er ontstaat een soort paniek. Ik spreek uit ervaring, want ik ben een paar keer betrokken geweest bij situaties die uit de hand waren gelopen. Je ziet dat kerken niet weten wat ze te doen staat. Er is spanning tussen gemeenteleden aan de daderkant en aan de slachtofferkant. Mensen zijn compleet ontredderd. Dan merk je dat het 1-1-2-gevoel in de kerk nog onvoldoende aanwezig is.”

Welke vragen hebben gemeenten wanneer er, bijvoorbeeld, een ambtsdrager over de schreef is gegaan? Ds. De Jong: „Ga je de gemeente iets meedelen? Hoe ga je dat doen? Welke informatie geef je en welke niet? De afwegingen op dat punt zijn verschrikkelijk lastig. Er is ook geen gemeente op voorbereid. En toch zal er soms iets meegedeeld moeten worden, want voordat je het weet, gonst er van alles rond.”

De eerste reactie van gemeenten, weet de predikant, is dat ze alles het liefst binnenskamers houden. Hij vindt dat niet verstandig. „Je kunt zaken van dit gewicht niet binnenshuis houden. Dat zie je bij de rooms-katholieke broeders.”

Alleen de communicatie van de problemen geeft dus al veel hoofdbrekens. „En dan heb ik het nog niet eens over de pastorale en de juridische kant.”

Twee weken geleden, op 12 februari, stelde de Landelijke Vergadering een gedragscode vast voor werkers in de kerk. Bedoeld om ontoelaatbaar gedrag –onder meer in relaties met gemeenteleden– te voorkomen.

De predikant uit Geldrop juicht aandacht voor dit thema toe. „Als kerken worden we hierop aangesproken. Wanneer we zaken rondom misbruik niet goed afhandelen, doet de rechterlijke macht dat – op zijn eigen manier. Het is ongelooflijk schadelijk voor de kerk als blijkt dat zij slachtoffers niet voldoende veiligheid en bescherming kan bieden. De kerk moet als eerste een veilige plek zijn voor slachtoffers.”


Regelingen

De meeste kerken hebben de afgelopen decennia regelingen getroffen voor de handelwijze rond (seksueel) misbruik in pastorale en kerkelijke gezagsrelaties.

De Christelijke Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken werken samen in het Meldpunt misbruik in kerkelijke relaties. Dit meldpunt voor slachtoffers van misbruik ging in 1999 van start.

De drie kerkverbanden maken gebruik van een protocol uit 2006 voor kerkenraden, ambtsdragers en kerkelijke functionarissen die geconfronteerd worden met misbruik, een publicatie van de Protestantse Kerk in Nederland. Daarnaast kennen de kerken hun eigen klachtenprocedures en een gedragscode voor werkers in de kerk, die zich onder meer toespitst op de relatie tot gemeenteleden.

De SMPR (Seksueel Misbruik in Pastorale Relaties) is een samenwerkingsverband van de Protestantse Kerk in Nederland, de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland, de Oud Katholieke Kerk in Nederland, de Remonstrantse Broederschap, de Doopsgezinde Broederschap en de zevendedagsadventisten. De SMPR helpt misbruik in pastorale relaties bestrijden en voorkomen. Het meldpunt van de SMPR bestaat sinds 1991 en is ondergebracht bij het IKON-pastoraat in Hilversum. De samenwerkende kerken maken gebruik van het protocol dat de PKN in 2006 uitgaf.

Ook de Rooms-Katholieke Kerk was begin jaren negentig bij het samenwerkingsverband betrokken. Later trad de kerk uit de SMPR omdat zij een eigen binnenkerkelijk traject wilde opzetten voor hulp en recht aan slachtoffers van misbruik. Zo ontstond de rooms-katholieke instelling Hulp & Recht.

De Hersteld Hervormde Kerk hanteert een protocol en een klachtenprocedure die tot 2004 van kracht waren in de Nederlandse Hervormde Kerk.

De Gereformeerde Gemeenten, Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland kennen geen meldpunt. Zo nodig verwijzen dezen kerken door naar een christelijke hulpverleningsinstantie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer