In Aliano is het niets dan wachten op niets

Het is de vraag of het dorp Aliano nog ooit van z’n daar-moet-je-niet-zijn-imago afkomt. Sociaal bewogen criticaster en Italiaans auteur en kunstenaar Carlo Levi zag het tot zijn ontzetting al in 1935: het enige wat telt in Aliano, is wachten op niets.

1 December 2010 15:22Gewijzigd op 14 November 2020 12:44
Carlo Levi. Foto RD
Carlo Levi. Foto RD

Aliano, gelegen in de Zuid-Italiaanse provincie Basilicata, mag met 1100 inwoners geen spookstadje worden genoemd. En toch: een unheimisch gevoel bekruipt de bezoeker zomaar. Dat begint al bij de bochtige klim vanuit de vallei van de rivier de Agri naar het 500 meter hoger gelegen plaatsje. Halverwege is daar eerst Alianello, een gehucht met onderkomens waarvan de ramen zijn dichtgespijkerd.

Hogerop volgen de eerste fabelachtige uitzichten op de Calanchi, een soort ravijnlandschap dat z’n witgrijze kleuren dankt aan de kleiachtige grondsoort. In het in 1945 verschenen boek ”Christus kwam niet verder dan Eboli” vormde dit landschap het bij vlagen angstaanjagende decor waartegen Carlo Levi de sociale misstanden die hij aantrof in Zuid-Italië schilderde en aan de kaak stelde.

Aliano –in het boek Gagliano genoemd– was het levende middelpunt van z’n aanklacht. Dit pseudoniem voorkwam niet dat ”Christus kwam niet verder dan Eboli” een internationale bestseller zou worden, uitgegeven in 37 talen. Het boek riep veel verontwaardiging op.

In Aliano wakkert de wind ondertussen aan tot stormkracht, wat de zoveel jaren geleden diep doordachte, bijna klinisch opgetekende waarnemingen van Levi extra tastbaar maakt. En dan is het nog niet eens winter, regent het niet en zijn de levensomstandigheden van de huidige inwoners bij lange na niet meer te vergelijken met de even beklagenswaardige als mensonterende moeiten die hun voorouders zich moesten getroosten om tenminste in leven te blijven.

Met een beetje fantasie, geholpen door het beeld van de bronzen buste van de socialist Levi aan de doorgaande weg, zie je de halverwege de jaren dertig door de fascisten naar Zuid-Italië verbannen Joodse arts, schilder en journalist op het dak van z’n huis aan de rand van Aliano staan.

De woning is fraai gerestaureerd. Binnen raken toeristen onder de indruk van een documentaire over Levi’s verblijf van acht maanden en acht dagen –hem werd daarna gratie verleend– in een in zijn ogen van God verlaten oord.

Levi schreef en schilderde over mannen die in het begin van de vorige eeuw wegtrokken naar Amerika om daar de kost te verdienen voor hun gezinnen. Vrouwen bleven achter met een schare kinderen en vernamen in veel gevallen nooit meer iets van hun echtgenoot.

De arts Levi trof middeleeuwse toestanden aan als het om de geneeskunst ging, waarbij vergelijkingen met tovenarij en waarzeggerij bepaald opgingen. En hij sloeg met verbazing dorpelingen gade die het toch al niet rooskleurige leven van anderen nog zuurder maakten door op een nijdigmakende manier macht uit te oefenen.

Wie een impressie wil van de schilderskunsten van Levi, moet in Matera zijn, 80 kilometer verderop. Daar, in het Museo Nazionale d’Arte Medievale e Moderna della Basilicata, hangen zijn Alianowerken, waaronder een meer dan 15 meter lang paneel over het dagelijks leven in Aliano. De wanhoop, gevangen in gezichtsuitdrukkingen, straalt van het doek af.

De memoires van Levi zagen direct na de Tweede Wereldoorlog het licht. Het effect van zijn vlammend protest werd een aantal jaren later zichtbaar. Het rijke noorden van Italië nam meer verantwoordelijkheid voor de omstandigheden van de arme landgenoten in het zuiden.

Niet alleen Aliano profiteerde, ook steden zoals Matera konden de stadsvernieuwing ter hand nemen dankzij subsidies van de nationale overheid. Carlo Levi was van 1963 tot aan zijn dood in 1975 politiek actief in de Italiaanse Senaat. Hij ligt in Aliano begraven.

De bewoners glimlachen om de zoveelste vraag over de weldoener die hun voorouders dankzij zijn boek perspectief gaf. Op een van de pleintjes glimlachen de gerestaureerde gevels van bekende panden uit ”Christus kwam niet verder dan Eboli” mee. Levi schreef deze gebouwen menselijke eigenschappen toe: in de ramen zag hij ogen, een schoorsteen vormde de neus en de ingang was een mond.

Op de stoep voor haar huis rijgt een bejaarde dame zoete pepers aan een draad, om die daarna te laten drogen. „Daarna vermalen we ze, en gebruiken we de peper voor bijvoorbeeld de salami.” Ze móét vanwege haar leeftijd iets hebben meegekregen van de meer dan schrale jaren, maar ze laat zich niet uit de tent lokken. Het leven is goed in Aliano, punt uit. Haar buurvrouw ontkent het niet, maar is blij dat haar dochter de berg kon ontvluchten en nu in Matera een bestaan opbouwt.

De wind dendert inmiddels door de ravijnen en blaast voetgangers over de hoofdweg van Aliano. De bronzen Levi lijkt –heel apart– tevredener te kijken dan een uur geleden. Aliano was niets en had niets, maar Aliano heeft wel degelijk iets.

www.aliano.it en www.visitbasilicata.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer