Altijd angstig in de kerk
Een man geeft aan dat hij in zijn kerkelijke gemeente een ban vormt en dat er een vloek op hem rust. Een vrouw heeft de overtuiging dat ze op een bepaalde datum zal sterven en zegt voor die tijd nog een opdracht van God te moeten volbrengen. Religieuze wanen hebben veel impact op een patiënt en zijn omgeving. Een verkenning van een ingewikkeld terrein.
Godsdienstwaanzin, zo wordt de ziekte in de volksmond vaak genoemd. In de geestelijke gezondheidszorg is de term religieuze waan gangbaar, zegt psychiater Ewoud de Jong, sinds vier jaar werkzaam op de afdeling volwassenenzorg van Eleos in Zwolle. „Het gaat om een vaste overtuiging die een religieuze inhoud heeft en zich niet laat corrigeren, ondanks bewijzen van het tegendeel.”
De religieuze waan is een vrij zeldzame psychiatrische aandoening met uiteenlopende uitingsvormen. De afgelopen jaren had De Jong vier patiënten in de spreekkamer die specifiek aan een religieuze waan leden. Bij vijf tot tien anderen was de waan onderdeel van een psychiatrische ziekte zoals schizofrenie of een ernstige vorm van depressiviteit.
„Iemand met een psychotische depressie heeft sombere gedachten, ook met betrekking tot God. Dat kan erop uitlopen dat hij zegt: „Ik heb de zonde tegen de Heilige Geest begaan, ik ben verloren, verdoemd.” Wie aan een manische depressie lijdt, heeft in de manische fase juist een grootheidswaan. Soms denkt een patiënt dan dat hij God of Christus is.”
Er zijn verscheidene theorieën over het ontstaan van wanen. De Jong gaat ervan uit dat het begint met een waarnemingsstoornis in het brein. „Mensen voelen zich vreemd, ontheemd. Iemand zei: Het is alsof ik een vissenkom zit en daardoor naar buiten kijk. Vervolgens ontstaat er een waan, die een soort aha-erlebnis geeft: Aha, zo zit het, nu snap ik het. Dat heft het gevoel van ontheemd zijn op.”
In hoeverre wordt een religieuze waan gestempeld door iemands godsdienstige achtergrond?
„Doorgaans is de inhoud gekleurd door de levensovertuiging van de patiënt of het milieu waarin hij verkeert. Als iemand er erg mee worstelt of hij al dan niet behouden is, komt die vraag tijdens een depressie met extra kracht op hem af. Wie depressief is, heeft sombere gedachten en lijdt aan blikvernauwing. Hij hoort in een preek bijvoorbeeld alleen nog wat tot zijn oordeel is. Daardoor kan iemand zich heel schuldig voelen en uiteindelijk tot de overtuiging komen dat hij de zonde tegen de Heilige Geest heeft begaan, zonder dat dit laatste echt zo is. Maar mede vanuit zijn religieuze achtergrond is die gedachte wel te begrijpen.”
Hoe valt een religieuze waan te onderscheiden van een bijzondere geestelijke ervaring die een christen kan hebben?
„Daarbij spelen verscheidene factoren een rol. Is een verhaal bijvoorbeeld samenhangend of loopt het uit op een onbegrijpelijke conclusie? Dat laatste kan erop wijzen dat er sprake is van een waan. Ook is het van belang te kijken of de psychische functies in balans zijn. Als iemand die zegt dat hij de zonde tegen de Heilige Geest heeft begaan in alle opzichten heel erg somber is en nergens van kan genieten, moet je je afvragen of zijn overtuiging soms in een depressief ziektebeeld past.”
Mensen kunnen zeggen dat ze een directe boodschap van God hebben gehoord. Kunt u in zo’n geval als psychiater bepalen of er sprake is van een waan?
„Ook daarbij is het van belang naar de context te kijken. Iemand kan een stem horen die hem plotseling tot het inzicht brengt dat hij niet goed leeft en hem oproept een ander leven te gaan leiden. Hij stopt met roken, drinkt geen alcohol meer en gaat vaker naar de kerk. Het kan gebeuren dat hij vervolgens heel angstig wordt. Als hij in de kerk zit, denkt hij dat de dominee en de ouderlingen speciaal naar hem kijken, dat hij een ban in de gemeente vormt en dat er een vloek op hem rust. Uiteindelijk krijgt hij zelfs de gedachte dat hij in de hel is. Wanneer mensen niet meer spreken in termen van ”Het is alsof…”, maar ervan uitgaan dat hun beleving echt de realiteit is, wijst dat op een waanbeleving.”
Als een ervaring niet direct duidelijk in die richting wijst, kunt u dan ook onderscheiden of het om een waangedachte of een authentieke mystieke beleving gaat?
„Laat ik een voorbeeld noemen. Als je Bunyans ”Overvloeiende genade voor de grootste der zondaren” puur door een psychiatrische bril leest, zou je van sommige passages kunnen zeggen dat ze psychotische belevingen beschrijven. Zo vertelt Bunyan ergens dat hij met een balspel bezig is en op het moment dat hij wil slaan een stem uit de hemel hoort die hem vraagt of hij zijn zonden wil verlaten en naar de hemel wil gaan, of zijn zonden wil vasthouden en naar de hel wil gaan. Zijn stok valt vervolgens op de grond en hij kijkt naar de hemel vanwaar hij de stem hoorde.
Toch trek ik beslist niet de conclusie dat het hier om een psychotische beleving gaat. Bunyan heeft, soms door de diepten heen, geestelijk gezien juist een heel rijk leven gehad. En zijn ervaringen zijn, mede door de boeken die hij heeft geschreven, voor veel mensen van grote betekenis geweest. Bij een ziekelijke ervaring gebeurt het tegenovergestelde: die belemmert mensen in hun creativiteit en in de ontwikkeling van een zinvol leven. Als daarvan sprake is, denk ik minder snel aan een authentieke geestelijke ervaring.”
Hoe ziet de behandeling van een patiënt met een religieuze waan eruit?
„Als een waan in het kader staat van een manische depressie of schizofrenie, gaat het om een ernstige stoornis die met medicijnen moet worden behandeld, soms in combinatie met psychologische therapie. Het kost vaak veel overredingskracht om de patiënt zo ver te krijgen dat hij medicijnen gaat gebruiken. Uiteindelijk doet hij dat meestal wel, al was het alleen maar omdat zijn directe omgeving dat graag wil.
Door medicijngebruik verandert de stemming van de patiënt. Zijn waandenkbeeld verflauwt en over het algemeen is hij in staat zijn vaste overtuiging te relativeren. Dat gaat vaak gepaard met gevoelens van schuld en schaamte, zeker als iemand heeft gezegd dat hij God Zelf of Jezus was en de hele wereld moest redden.
Een primaire waan is lastiger met medicijnen te behandelen. Patiënten houden vaak sterker aan hun overtuiging vast en voelen zich onbegrepen. Dat leidt er veelal toe dat ze zich steeds meer isoleren. Hun sociale contacten verarmen en hun creativiteit neemt af. Desondanks kunnen ze, met de nodige steun van de omgeving, meestal toch redelijk blijven functioneren. De waan neemt hen dan niet meer volledig in beslag.”
In hoeverre is samenwerking tussen hulpverlening en pastoraat op dit terrein van belang?
„We kunnen elkaar aanvullen. Bij Eleos vragen we een patiënt bij de intake toestemming om zo nodig contact met zijn predikant of ouderling te mogen opnemen. Velen willen dat helaas niet, bijvoorbeeld vanwege slechte ervaringen met het pastoraat of omdat ze die twee werelden gescheiden willen houden.
Ambtsdragers hebben wel altijd de mogelijkheid ons te bellen. Ze kunnen een situatie anoniem aan ons voorleggen en advies vragen, bijvoorbeeld als ze de meest wonderlijke redeneringen van een gemeentelid horen die niet binnen diens geloofskader passen. Ik zou willen dat dat vaker gebeurde.”
Welke specifieke taak ziet u voor werkers in het pastoraat weggelegd?
„Ambtsdragers kunnen gemeenteleden blijven opzoeken, ook als ze zich terugtrekken uit de hulpverlening. Laten ze steeds weer naar hen toe gaan, naar hun verhaal luisteren en een eenvoudig gebed doen. Door daarin trouw te zijn kunnen ze iets afschaduwen van God, Die er altijd is. Daarin ligt de kracht van het pastoraat.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik over religieuze wanen.
”Waan zinnig”
Onder de titel ”Waan zinnig” belegt de Christelijke Vereniging voor Psychiaters, Psychologen en Psychotherapeuten (CVPPP) morgen in Lunteren haar najaarscongres. Diverse sprekers en workshopleiders belichten uiteenlopende kanten van de (religieuze) waan. Medewerkers zijn onder anderen psychiater drs. Ewoud de Jong en geestelijk verzorger drs. Jos Aarnoudse. In een tweeluik in deze krant gaan beiden in op psychiatrische en pastorale vragen rond het thema.
Roelofs boodschap voor de wereld
De religieuze waan heeft vele gezichten. Een (geanonimiseerd) voorbeeld uit de praktijk van psychiater De Jong.
Roeloef heeft de vaste overtuiging dat hij op een specifieke datum zal sterven. Hij zegt dat hij voor die tijd een opdracht van God heeft te volbrengen: hij moet naar een bepaald gebied trekken om daar te verkondigen dat de wereld moet worden verlost. Zijn echtgenote accepteert het verhaal. Uiteindelijk komt de sterfdatum die Roelof heeft genoemd dichterbij. De huisarts maakt zich zorgen en laat hem opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis, want „straks gebeurt er op die dag niets en dan zou hij de hand aan zichzelf kunnen slaan.” Terwijl Roelof is opgenomen, groeit bij zijn vrouw het inzicht dat zijn verhaal niet klopt. Als de bewuste datum is verstreken, verandert Roelofs overtuiging niet, maar hij noemt een reden waarom de sterfdatum is uitgesteld.