Feest en rouw na verkiezing Bouterse
Dertig jaar na het plegen van zijn eerste staatsgreep wordt Desi Bouterse voor het eerst via democratische weg de baas van Suriname. Maandag werd de huidige voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP) door het parlement gekozen tot de nieuwe president. Zijn verkiezing leidt tot verdeeldheid in eigen land en tot verbazing en bezorgdheid in het buitenland.
Bouterse nam het tijdens de rumoerige parlementsvergadering op tegen Chandrikapersad Santokhi, de huidige minister van Justitie en Politie die de afgelopen jaren veel bewondering heeft geoogst voor zijn daadkracht. Santokhi was voorgedragen door de partijcombinatie Nieuw Front van zittend president Ronald Venetiaan. Vooraf wist Bouterse zich echter al verzekerd van 36 van de 50 uit te brengen stemmen. Ook de kandidaat voor het vicepresidentschap, de ondernemer en voorzitter van de Kamer van Koophandel Robert Ameerali, behaalde een tweederdemeerderheid.
Nadat duidelijk was dat Bouterse tot president was gekozen, brak op het Onafhankelijkheidsplein voor het parlementsgebouw een feest uit onder de vele honderden aanhangers van de NDP, die dansend zijn naam scandeerden en grote hoeveelheden vuurwerk afstaken. Bouterse zelf was bij het uitspreken van zijn dankwoord in het parlement voor zijn doen ongewoon emotioneel: „Het is historisch dat een kleine indiaanse jongen is gekozen tot president”, zei hij met tranen in zijn ogen.
Niet iedereen in Suriname is blij met zijn verkiezing. Voor aanvang van de vergadering lieten de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV) en de Stichting 8 december 1982 via hun advocaat een brief bezorgen bij de voorzitter van het parlement met het verzoek de kandidaatstelling van Bouterse af te wijzen. Zij zijn van mening dat hij als pleger van de staatsgreep van 25 februari 1980 en als verantwoordelijke voor de moorden van 8 december 1982, waarbij vijftien tegenstanders van zijn toenmalige militaire regime werden geëxecuteerd, en andere mensenrechtenschendingen geen president kan worden. De brief werd echter door het parlement genegeerd.
Ook het Comité Christelijke Kerken (CCK) en de Interreligieuze Raad in Suriname (IRIS) lieten vooraf van zich horen. Ze spraken weliswaar geen openlijke voorkeur uit voor een kandidaat, maar riepen de parlementariërs ertoe op „gewetensvol te stemmen op een kandidaat die het waard is het land te leiden.” De bezwaren van de tegenstanders leverden echter niets op, Bouterse zal dankzij de uitslag van maandag op 3 augustus worden geïnstalleerd als nieuwe president en mag Suriname de komende vijf jaar leiden.
Tot afgelopen zondag was het nog onduidelijk of Bouterse de vereiste tweederdemeerderheid in het parlement zou krijgen. Maar zondag werd onverwacht alsnog overeenstemming bereikt met de Volksalliantie van Paul Somohardjo om toe te treden tot de coalitie die de Mega Combinatie (waarvan de NDP deel uitmaakt) en de A-Combinatie van ex-rebellenleider Ronnie Brunswijk al eerder hadden gesmeed. Daardoor was Bouterse op voorhand verzekerd van 36 van de 50 beschikbare stemmen in het parlement.
Dat er uiteindelijk een coalitie tot stand is gekomen, mag een klein wonder worden genoemd. Kort na de algemene verkiezingen van 25 mei, waarbij de Mega Combinatie als grote winnaar uit de bus kwam, werd al snel een overeenkomst getekend met de Volksalliantie en de A-Combinatie. Maar de inkt van de handtekeningen was nauwelijks opgedroogd toen die twee plotseling besloten toch weer met het Nieuw Front van huidig president Ronald Venetiaan in zee te gaan. De A-Combinatie keerde twee weken geleden echter weer terug naar de Mega Combinatie, De Volksalliantie volgde op het allerlaatste moment dat voorbeeld, in ruil voor drie ministersposten in de komende regering.
Door de samenwerking is een bizar pact ontstaan. Het leger van Bouterse en het Junglecommando van Brunswijk voerden in de jaren tachtig een bloedige strijd die aan honderden mensen, onder wie veel onschuldige burgers, het leven kostte. Somohardjo ontvluchtte het militaire regime van Bouterse begin jaren tachtig. In het parlement sloegen Somohardjo en Brunswijk tweeënhalf jaar geleden voor het oog van de camera’s een partijgenoot van Bouterse in elkaar. Toch vormde dit alles geen belemmering voor samenwerken.
De drie politieke leiders hebben overigens ook wat gemeen: ze hebben allen een strafblad. Bouterse werd in 1999 bij verstek in Nederland veroordeeld wegens drugshandel, hetzelfde lot was Brunswijk beschoren. Bovendien heeft laatstgenoemde in eigen land ook een aantal veroordelingen op zijn naam staan, onder meer voor het plegen van een bankoverval en het neerschieten van een man. Somohardjo kreeg enkele jaren geleden een voorwaardelijke celstraf voor het „schenden van de eerbaarheid” van tienermeisjes, nadat hij deelneemsters aan een door hem georganiseerde missverkiezing onzedelijk had betast.
De aanhangers van Bouterse, Brunswijk en Somohardjo zijn blij dat de kemphanen nu vrede hebben gesloten en eerstgenoemde het hoogste ambt mag bekleden. „We moeten het verleden vergeten en samen werken aan de toekomst”, roept een uitzinnige Lygia Vrede, zwaaiend met de vlag van de NDP. „Suriname heeft eindelijk de leider die het verdient, Bouterse is de enige die voor ontwikkeling kan zorgen. Natuurlijk heeft hij fouten gemaakt, maar hij heeft ook bewezen hart te hebben voor het volk. Dus geef hem de kans.”
Menig Surinamer is echter van mening dat Suriname internationaal een flater slaat met Bouterse als president en vreest dat het land in een isolement raakt. „We maken ons totaal belachelijk”, vindt Ruben Cairo, directeur van een klein consultancybureau. „Voor mij is dit een dag van nationale rouw, de vlag kan halfstok. Geen land wil straks nog zaken met ons doen, investeerders zullen wegblijven. Niemand stopt geld in een land waarvan de president is veroordeeld en die hoofdverdachte is van de moord op vijftien mensen. Ik ben bang dat dit de economie die de laatste jaren zo is gegroeid, de nek zal omdraaien. Voor mij is dit reden om te overwegen de boel hier op te breken en naar Nederland te gaan.”
Toch zijn de eerste reacties vanuit het buitenland mild en afwachtend. De Nederlandse ambassadeur in Paramaribo zegt weliswaar dat Bouterse in Nederland niet welkom is, maar dat de nieuwe regering zal worden beoordeeld op daden. Wel voorziet hij dat het contact tussen de overheden „gecompliceerder” wordt. „Maar we gaan niet speculeren op basis van ”wat, als”? Of het een andere, betere of mindere relatie wordt, moeten we afwachten.” Zijn Amerikaanse collega John Nay laat zich wat positiever uit: „De Verenigde Staten en Suriname hebben een geschiedenis van langer dan 200 jaar. De overheden hebben elkaar altijd gerespecteerd en dat zal ook zo blijven. Wij staan klaar om samen te werken met elk land dat geloof heeft in de democratie en de waarden daarvan hooghoudt.”
Los van de mogelijke internationale gevolgen is vooral de grote vraag hoe het nu verder moet met het Decembermoordenproces, dat zich al enkele jaren voortsleept. Hoofdverdachte Bouterse is op nog geen enkele zitting verschenen; de kans is klein dat hij dat als president wel zal doen. En mocht het tot een veroordeling komen, dan kan de vreemde situatie ontstaan dat hij zichzelf in zijn hoedanigheid van staatshoofd gratie verlenen. Zolang hij op de presidentszetel zit, kan in ieder geval niemand in binnen- of buitenland hem kwaad doen. Of hij zichzelf nu gratie verleent of niet.