Gehandicapten en mensen aan de rand van de samenleving hebben de liefde van zijn hart. Ds. A. van Herk was vorige week woensdag 25 jaar predikant. Hij is bijna vier jaar met emeritaat, maar hij werkt nog vrijwel elke dag, nu vooral met mensen met beperkingen.
Nieuwsgierigheid dreef de nu 66-jarige predikant naar de studie Grieks en Latijn en daarna naar de theologische studie. „Wacht niet op een bijzondere roeping”, adviseerde ds. E. F. Vergunst hem, „maar begin met de studie en als het van God is, word je dominee.” Die universitaire studie deed hij in deeltijd. De predikant noemt die tijd tropenjaren, want er moest ook brood op de plank komen voor het gezin Van Herk. Hij was inmiddels getrouwd met een meisje dat hij vanaf zijn vierde jaar kende.
Ds. Van Herk werd in 1985 bevestigd in zijn eerste gemeente, Sint Annaland, op het Zeeuwse eiland Tholen. Zijn vader, die godsdienstonderwijzer was, had in deze gemeente veel gepreekt. „Ik heb er een bijzondere tijd gehad en er veel goede contacten opgedaan.” Hij noemt in het bijzonder een ongetrouwde man die zijn moeder niet naar het verzorgingstehuis wilde doen. Hij zei: „Ze heeft vroeger zo veel van mij verdragen. Zou ik haar dan nu niet helpen?”
De predikant maakte zich het Zeeuwse dialect eigen. Hij vindt het belangrijk om dicht bij de mensen te komen. „Als iemand op zijn uiterste ligt en je praat met hem in het eigen dialect, dan komt er antwoord. Eens was ik bij een vrouw in het ziekenhuis die heel onrustig was. Ik vroeg haar: „Wat doet er op?” Toen ben ik met haar gaan zingen. Ze werd rustig, viel in slaap en is niet meer wakker geworden.”
Burn-out
De weg leidde in 1990 naar de hervormde gemeente van Hasselt, zijn tweede en laatste gemeente. De Overijsselse stad is in kerkelijk Nederland bekend vanwege het prachtige orgel en de vele opnames die er worden gemaakt. „Soms waaiden midden in de zomer dat de klanken van ”Stille nacht” de pastorie binnen.”
Hasselt was met 3000 leden een grote gemeente voor ds. Van Herk. De predikant deed veel om de jeugd te behouden. „Ik gaf catechese aan hen die de zondagsschool net verlaten hadden. Zo vielen ze niet tussen wal en schip voordat de officiële catechisatie begon. Ik behandelde dan wat in de kerk gebeurde: de liturgie. Soms praatten we alleen maar over onderwerpen die zij aandroegen.”
De Hasseltse pastor raakte burn-out en ging in 2006 met vervroegd emeritaat. Dat betekende niet het einde van zijn werk. „Ik doe pastoraal werk in Kampen en ben mentor van de hervormde gemeente De Lemmer. Het was zeer bijzonder dat ik daar dienst had op biddag, de dag dat ik 25 jaar predikant was. Ik preekte over de woorden van Agur die geen armoede of rijkdom wilde maar gevoed wilde worden met het brood van zijn bescheiden deel. Het lijkt wel of Agur vandaag leeft.”
Schitterende discussies
Als het gesprek op gehandicapten komt, kan de predikant niet ophouden. „In 2008 werd ik gevraagd om pastoraal werk te doen bij Stichting Ontmoeting, locatie Epe, waar mensen die in de gevangenis gezeten hebben een traject volgen. Ik ben daar één dag in de week om pastorale gesprekken te voeren met de jongens die daar zitten. Ik wist niet dat het werk zo boeiend was. We hebben schitterende discussies over dingen die ertoe doen. Ik mag hun vertellen dat ze Jezus moeten aanroepen om hulp. De meesten van hen doen dat ook.” Het pastoraal werk gaat verder dan alleen spreken over het geloof. „Ze komen graag bij me en zien me als hun vriend. Dat wil ik ook voor hen zijn. Pas moest ik een voetbalwedstrijd voor ze fluiten. Ik denk niet dat ik het zo heel goed deed, maar ze luisterden naar me, omdat ze me vertrouwden. Dat is toch mooi?”
Onlangs was de predikant met een groep lichamelijk gehandicapten met vakantie in Israël. Hij laat een foto zien van de groep, staande op de Olijfberg met Jeruzalem in het zicht. „Als ik de vreugde op het gezicht van de gehandicapten aflees tijdens de vakantie, dan is me geen dal te diep en geen berg te hoog.”