Politiek
Een stevig rapport; reacties op Davids

DEN HAAG – Een stevig rapport. Ernstig en schokkend. En politieke hoofdzonde, dat zijn de eerste reacties bij het Irakrapport van de commissie Davids. In dit artikel een overzicht, met telkens de nieuwste reactie bovenaan.

12 January 2010 12:07Gewijzigd op 14 November 2020 09:35
Balkenende bezoekt in 2004 de militairen in Irak. Foto ANP
Balkenende bezoekt in 2004 de militairen in Irak. Foto ANP

Wilders vindt dat premier Balkenende moet opstappen. De PVV–leider vond dat al, maar uit het rapport van de commissie–Davids blijkt volgens hem opnieuw een „groot gebrek aan leiderschap” bij de minister–president.


„Dat verdient wel een ritje naar de koningin”, zei Wilders dinsdag. Inhoudelijk reageerde hij nog niet op het rapport van de commissie–Davids, omdat hij nog maar drie pagina’s ervan had gelezen.


Nederland heeft volgens Wilders behoefte aan een sterke leider. „Dat Balkenende een gebrek aan leiderschap toont, wisten we al”, stelde hij. De PVV–voorman zei dat hij het rapport van Davids daarom ook eigenlijk niet nodig heeft om de premier op te roepen af te treden.


De PvdA–fractie in de Tweede Kamer vindt de conclusies van het rapport van de commissie–Davids „stevig en verontrustend”. De partij noemt vooral de conclusies van Davids dat informatie van inlichtingendiensten selectief is gebruikt, dat een adequaat volkenrechtelijk mandaat ontbrak en dat zowel de Kamer als de ministerraad niet volledig en tijdig is geïnformeerd.


Volgens PvdA–fractievoorzitter Hamer is het onderzoek van Davids „grondig en gedegen” geweest. „De fractie is tevreden dat het onderzoek vele vragen over de besluitvorming destijds opheldert”.


Hamer wil snel een reactie van premier Balkenende. Dan is er volgens haar een debat met de Kamer mogelijk. Pas als na afloop daarvan blijkt dat er nog vragen openstaan, wil ze spreken over het al dan niet instellen van een parlementaire enquête.


Hamer verwacht dat Balkenende de conclusies van Davids serieus neemt. „Ik wil weten wat hij van het rapport vindt, een verklaring horen waarom het gegaan is zoals het gegaan is en een oplossing naar de toekomst toe”.


De fractieleider zegt vooral geschrokken te zijn dat informatie van veiligheidsdiensten selectief is gebruikt. „Die hebben we ter bescherming van onszelf”, zei Hamer in een eerste reactie.


De commissie–Davids geeft „een vernietigend oordeel” over het Nederlandse besluit de inval in Irak politiek te steunen. Dat is de eerste reactie van de SP op het rapport dat Davids dinsdag publiceerde. SP–leider Agnes Kant benadrukt dat er geen volkenrechtelijke basis was voor de inval. Het kabinet heeft de Tweede Kamer meerdere malen bewust op het verkeerde been gezet.

„De politieke steun was dus onjuist en de regering moet dat erkennen”, zegt Kant. „In ieder geval is nu de vraag beantwoord of de minister–president iets te verbergen had. Het antwoord is ’ja’”.

Volgens de SP maakt het „gedegen rapport” van Davids duidelijk dat de Nederlandse regering bewust aanstuurde op een illegale inval in Irak. „Blinde volgzaamheid aan Amerika gaf de doorslag bij het Nederlandse beleid”, vindt Kant.

Davids schrijft dat minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer in 2002 de basis legde voor het Irakbeleid. Premier Balkenende ging er zich pas mee bemoeien toen de belangrijkste knopen al waren doorgehakt. Maar Kant vindt dat de premier aangesproken moet worden op het besluit de oorlog politiek te steunen.


De kleinste regeringspartij ChristenUnie is blij dat er geen bewijs is gevonden voor een actieve militaire bijdrage van Nederland aan de inval in Irak.

Volgens de fractie heeft de commissie–Davids haarscherp de besluitvorming rond Irak inzichtelijk gemaakt, waaruit regering en parlement lessen kunnen trekken voor de toekomst. Verder wacht de ChristenUnie de reactie van het kabinet af.


De Partij voor de Dieren vindt dat een parlementaire enquête de onderste steen boven zal moeten brengen over de rol van Nederland bij de inval in Irak. Fractievoorzitter Thieme vindt het jammer dat de commissie–Davids geen helderheid heeft kunnen geven over militaire steun aan de inval.

Davids zegt daarvoor geen bewijzen te hebben kunnen vinden. Thieme vindt het onaanvaardbaar dat het kabinet de Tweede Kamer onjuist of op z’n minst zeer onvolledig heeft geïnformeerd. Bij beslissingen over het opstappen van ministers mogen aanstaande verkiezingen geen rol spelen.


GroenLinks-leider Halsema noemt de conclusies van de commissie–Davids over de besluitvorming over Irak ernstig en „in zijn opsomming schokkend". De oppositiepartij is altijd kritisch geweest over de politieke steun aan de Amerikaanse inval in Irak.

Volgens Halsema worden haar vermoedens over de onjuistheid van de Nederlandse politieke steun niet alleen bevestigd door het rapport–Davids. Nu blijkt volgens haar ook dat de Tweede Kamer onvolledig en misschien wel onjuist geïnformeerd is. „Eigenlijk zegt Davids dat het kabinet niet open en volledig is geweest. Een politieke hoofdzonde".


Een stevig rapport. Zo typeert D66–leider Pechtold de bevindingen van de commissie–Davids over de Nederlandse besluitvorming om de Amerikaanse inval in Irak politiek te steunen. Volgens Pechtold laat het rapport een „gevoel van tunnelvisie" bij het kabinet zien.

Jarenlang heeft premier Balkenende gezegd dat er geen onderzoek naar de gang van zaken nodig was, omdat alles bekend was. „Dat staat nu in een ander daglicht", zei Pechtold voor de NOS–camera. „De premier heeft in zestien debatten gezegd dat er niets extra’s is. Maar nu ligt er een redelijk stevig lijstje".

Pechtold wijst er onder meer op dat er volgens de commissie geen volkenrechtelijk mandaat voor de militaire actie was. Een andere stevige conclusie is volgens Pechtold dat de Nederlandse veiligheidsdiensten de hele periode terughoudender over de Iraakse wapendreiging waren dan kabinetsleden in hun informatie naar de Tweede Kamer.

Pechtold wil eerst een reactie van Balkenende voordat hij een politiek oordeel geeft.


De commissie–Davids trekt volgens VVD–leider Rutte „buitengewoon stevige conclusies”. Die verdienen volgens hem een reactie van het kabinet.


Rutte wil in afwachting daarvan nog geen politiek oordeel vellen over de resultaten van het onderzoek naar de Nederlandse besluitvorming om de Amerikaanse aanval in Irak politiek te steunen. Volgens de VVD–fractie in de Tweede Kamer lijkt het rapport van de commissie–Davids een „gedegen stuk” te zijn, zei Rutte dinsdag na afloop van de wekelijkse fractievergadering.


„De belangrijkste vraag is nu hoe de minister–president reageert op de conclusies”, stelde Rutte.


Het CDA vindt dat het onderzoek van de commissie–Davids heeft geleid tot een grondig rapport, dat feit en fictie van elkaar scheidt. Zowel het kabinet als het parlement kan hiermee in algemene zin lessen uit trekken over de manier waarop het besluitvormingsproces heeft plaatsgehad.


Dat heeft fractievoorzitter Van Geel van het CDA dinsdag in een eerste reactie op het rapport van Willibrord Davids laten weten. De grootste regeringsfractie vindt het waardevol dat suggesties over de militaire betrokkenheid en de vraagtekens rond de benoeming van Jaap de Hoop Scheffer nu zijn ontkracht.


Volgens het CDA is de afgelopen jaren al geleerd van de kwestie, zoals de informatievoorziening en de actieve betrokkenheid van de Tweede Kamer. Daarbij wijst Van Geel op de besluitvorming rond Afghanistan en op de rol en werking van inlichtingendiensten.


Het rapport van de commissie-Davids geeft volgens de SGP geen reden om alsnog een parlementaire enquete te houden naar de kwestie-Irak. Volgens de fractie heeft de commissie goed werk geleverd en geeft het rapport een minutieuze reconstructie van de Nederlandse besluitvorming om de Amerikaanse inval in Irak politiek te steunen.

De SGP constateert dat het hele proces en de informatievoorziening aan de Tweede Kamer niet op alle onderdelen adequaat waren. „Daar moeten dus lessen uit worden getrokken voor de toekomst: anders en beter", stelt de oppositiepartij. Ook is het nodig meer duidelijkheid te geven over het volkenrechtelijk mandaat voor militaire acties.

De SGP hoopt verder dat „regering en politieke partijen zich niet zo zeer verschansen achter hun eerder ingenomen standpunten, dat een inhoudelijke gedachtewisseling tussen regering en parlement over het Irakbeleid niet goed van de grond kan komen".

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer