De olieprijs is op de Amerikaanse termijnmarkten opgelopen tot het hoogste niveau sinds de Golfoorlog in 1991. Voor een vat ruwe Amerikaanse olie (van 159 liter) werd woensdag in New York 37,70 dollar betaald, ruim 4 procent meer dan de dag ervoor.
Volgens handelaren is de stijging vooral veroorzaakt door een grote daling van de voorraden stookolie afgelopen week in de Verenigde Staten, waarvan het Amerikaanse ministerie van Energie in de nacht van dinsdag op woensdag melding maakte. De extreme kou in het noordoosten van de VS slurpt een groot deel van de voorraden op.
Voor het eerst sinds mei 2000 zijn de voorraden aan stookolie en diesel tot onder de 100 miljoen vaten gedaald. Tegelijk wordt verwacht dat de voorraden de komende tien dagen meer moeten worden aangesproken dan normaal.
In Londen steeg de prijs van een vat Brent-olie woensdag 75 dollarcent tot 33,07 dollar. De prijs bereikte daarmee het niveau van november 2000, toen de olieprijs ook piekte. Vanochtend liep de prijs van een vat Brent-olie, waaraan de prijs van tweederde van alle olie is gerelateerd, met 1,3 procent verder op tot 33,50 dollar.
Ook de oorlogsdreiging in het Midden-Oosten dreef de prijs op. VN-inspecteur Hans Blix verklaarde woensdag dat Irak nog geen „fundamenteel besluit” heeft genomen over ontwapening. Ook bleef de Zweedse diplomaat kritisch over de Iraakse medewerking bij de wapeninspecties.
President George Bush van de Verenigde Staten zei afgelopen nacht in een toespraak dat Irak, bevrijd van Saddam Hussein, een „indrukwekkend en inspirerend voorbeeld” voor het Midden-Oosten zou zijn. Een einde van zijn bewind zou het Iraakse volk verlossen van „een wereld als een nachtmerrie.” Saddam liet het Amerikaanse tv-station CBS weten hij alleen dood uit Irak te zullen vertrekken.
De Iraakse dictator maakte in het gesprek met Dan Rather duidelijk dat hij, in het geval van een Amerikaanse invasie, zeker niet van plan is de Iraakse olievelden in brand te steken of de dammen in het land te verwoesten. „Irak steekt zijn rijkdom niet in brand en het vernietigt zijn dammen niet.”
De Maleisische premier, Mahathir Mohamad, zei woensdag dat moslimlanden overwegen olie als wapen in te zetten om zo een aanval op Irak af te straffen. Op een informele bijeenkomst van de Islamitische Conferentieorganisatie (OIC) werd geen overeenstemming bereikt over daadwerkelijke actie, maar waren alle 47 aanwezige lidstaten het er wel over eens dat over de mogelijkheid moest worden nagedacht.
Al beseften de landen, waaronder belangrijke olieproducenten als Saudi-Arabië en Iran, dat zo’n zet hun misschien meer kwaad dan goed kon doen. Zo heeft Saudi-Arabië, een van de belangrijkste bondgenoten van de VS in de Golf, nooit meer een herhaling gewild van de wereldwijde oliecrisis in 1973 als reactie op de Arabisch-Israëlische oorlog.
Marktleider Shell heeft inmiddels de adviesprijs van diesel verhoogd. Een liter is werd 1,6 cent duurder en kost nu 87,5 eurocent.