Eisenach: Wartburgauto verloor race tegen Westen
Cornelia Hartleb had twee kinderen en wilde in deeltijd werken. Maar zo’n baan was moeilijk te vinden. Bovendien moest ze het steeds uitleggen. In de DDR werken mannen én vrouwen toch allemaal de hele dag?
Maar in 1985 vond ze toch een deeltijdbaan, bij de autofabriek van Wartburg. Elke dag werd ze begroet door leuzen boven de poort zoals: ”Onze ideeën en daden voor het socialisme” en ”Elke dag een goede daad voor de overwinning van het socialisme.”
Ze was blij met haar werk bij de langetermijnplanning. Haar taak was vijf jaar vooruit te rekenen, en ook een schuin oog op de komende twintig jaar te werpen.
De gebouwen van de autofabriek staan er nog. De meeste in groot verval en met gebroken ruiten. Een van de bedrijfshallen is nu museum, waar Klaus-Dieter Fiesinger zo veel mogelijk oldtimers heeft verzameld. „Van 1898 tot 1991 zijn in deze fabriek auto’s gebouwd”, licht hij toe.
De auto-industrie domineerde het stadsleven. „In de jaren zeventig en tachtig werkten hier zo’n 10.000 mensen. Zo’n 100.000 mensen waren afhankelijk van Wartburg. Er waren nauwelijks families die niet met de auto’s te maken hadden.”
In 1928 nam de Beierse autofabriek BMW de zaak over. „Die bouwde hier zijn eerste personenauto”, vertelt Fiesinger. „Onder andere de sportauto met de meeste prijzen uit de twintigste eeuw.”
Grens
In de DDR-tijd heeft de fabriek nog het merk EMW gevoerd: Eisenacher Motorenwerk. „Vanuit Beieren had men immers niets over ons te vertellen. Eisenach lag maar een paar kilometer van de grens, maar was toch onbereikbaar.”
Na de DKW zette Eisenach door met de Wartburg. Fiesinger toont trots de Wartburg Camping. Een stationcar die ook Nederlandse liefhebbers van oude auto’s nog steeds enthousiast maakt. „Voor dit model gold een levertijd van zeventien jaar. Het productieproces raakte in de DDR steeds meer achterop bij moderne eisen. Alle aan- en afvoer naar de fabriek verliep per vrachtauto. Er was wel een treinverbinding, maar omdat die doorliep naar het Westen, werd die niet gebruikt.”
Een ander punt was dat de Oost-Duitse auto’s met hun tweetaktmotoren een blauwe rookpluim door het landschap trokken. Fiesinger: „Er zijn winterfoto’s gemaakt vanaf kasteel de Wartburg waarop je de stad niet kunt zien. Zo’n walm hing er. Hoe los je zoiets op in een dictatuur? Je ontkent het.”
Na de opening van West-Duitse grens koos Opel er in 1990 voor om in de Wartburgfabriek de Vectra te bouwen. „Het eerste exemplaar staat hier nog. Maar binnen een jaar was dit gebouw al gesloten. Opel heeft een compleet nieuwe fabriek in Eisenach gebouwd.”
Chef
Opel deed in zijn nieuwe fabriek niet meer aan vijfjarenplannen. Cornelia Hartleb kwam bij de sluiting van de fabriek dus op straat. „Ik had altijd al twijfels bij de planning. Ik kreeg te horen hoeveel aantallen auto’s er moesten worden gebouwd en berekende vervolgens hoeveel materiaal en personeel nodig was.”
Het leek allemaal exact cijferwerk. „Maar toen ik met mijn chef alles aan zijn leiddinggevende voorlegde, zei die: „Ik wil geen problemen met de partij. De aantallen moeten omhoog.” Dat deed ik vervolgens. Maar het wierp wel vragen op: Zijn dit nog werkelijke plannen? Is dit niet gewoon fictie? Of misschien zelfs leugen?”
Toen in 1989 de grens openging, vroeg niemand meer om een nieuwe Wartburg. „Ook voor tweedehands auto’s golden nu vrije prijzen. En die stond dezelfde avond voor de deur, zonder een wachtlijst van zeventien jaar. Zodoende waren gebruikte auto’s snel meer waard dan nieuwe.”
Al tijdens haar studie had Hartleb een reserve tegen alles wat uit de partij kwam. „Ik deed aanvankelijk socialistische bedrijfseconomie. Voor een deel is dat boekhouden, maar het stond altijd onder een stolp van dienst aan de SED, de socialistische partij. Elke scriptie moest beginnen met een verwijzing naar de relevante uitspraken van de SED. Dat hield ik niet meer uit. Met veel moeite kon ik overstappen naar wiskunde. Waar het echt om ging, zei ik niet. Als je je niet aanpaste, werden er wegen voor je gesloten.”
Ook de culturele erfenis van Eisenach werd door de partij geclaimd. Johann Sebastian Bach en –vooral– Maarten Luther werden opgeëist door het regime. Niet dat de socialisten veel hadden met de Lutherbijbel waar hij op de Wartburg bij Eisenach aan werkte, maar wel met zijn ‘revolutionaire’ verzet tegen de kerkelijke overheid.
Genosse
Hartlebs vader was een „overtuigde Genosse”, zegt ze. „Hij geloofde in het socialisme, maar was kritisch op de partij. Ik ben wel als kerklid geconfirmeerd, maar deed ook mee aan de socialistische jeugdwijding.”
In de jaren dat Hartleb bij de autofabriek werkte, vestigde ze steeds meer haar hoop op Sovjetleider Gorbatsjov. „De harde koppen onder onze leiders stonden echter niet open voor zijn vernieuwingen.”
Vanaf 1988 bezocht ze de Friedensgebete in de Georgenkirche. „We baden daar voor vrijheid, niet voor een verenigd Duitsland. Het was onzeker hoe het zou aflopen. We vreesden dat er op een dag een Russische tank zou opdoemen.”
Nog steeds is ze blij met de omwenteling. „De verhoudingen tussen mensen waren toen zeker warmer. Ook hoefde je geen angst te hebben je baan te verliezen. Maar ja, altijd die grens hè.”
Redacteur Evert van Vlastuin en fotograaf Henk Visscher trokken van noord naar zuid langs de grens tussen Oost- en West-Duitsland. Vandaag deel 6: Eisenach.