Binnenland

Hansweert floreerde dankzij sluis

Ooit was het sluizencomplex bij Hansweert een belangrijk knooppunt op een van de drukst bevaren kanalen van Europa. Anno 2009 passeren er nog steeds vele schepen, maar de bedrijvigheid van vroeger verdween.

18 September 2009 18:35Gewijzigd op 14 November 2020 08:42
HANSWEERT – Dirk de Jong bij een van de bewaard gebleven sluiskolken uit 1866. In 1987 verving een modern sluizencomplex de oude doorgang. Foto Sjaak Verboom
HANSWEERT – Dirk de Jong bij een van de bewaard gebleven sluiskolken uit 1866. In 1987 verving een modern sluizencomplex de oude doorgang. Foto Sjaak Verboom

Douaniers, tijmannen, slikloodsen, parlevinkers. Vooral die laatsten herinnert Dirk de Jong zich nog goed. Als jongen zag hij ze rond de schepen scharrelen om hun waren aan de man te brengen. „Kleurrijk volk. D’r was een visboer bij die haringen voor een kwartje verkocht en drie voor een gulden.”

De sluizen in het Kanaal door Zuid-Beveland lopen als een rode draad door De Jongs voorgeslacht. Zijn overgrootvader werkt er als sluisknecht, zijn opa meert er als tijman talloze schepen aan en zijn vader doet jarenlang dienst als opzichter.

Zelf loopt hij kort stage op de sluis, maar het zijn vooral de jeugdherinneringen die hij koestert. „We speelden en zwommen er. En altijd was er wat de zien.”

Hansweert vaart wel bij het in 1866 geopende sluizencomplex. „Het kanaal was dé route tussen Rotterdam en Antwerpen. Dankzij de schepen die hier aanlegden, floreerde de middenstand.”

In de goede jaren werkten er meer dan 200 man op de sluis, vertelt De Jong. „Niet alleen het sluis- en onderhoudspersoneel, maar ook douaniers en marechaussees. Hansweert was de eerste aanlegplaats na België.”

Begin jaren zeventig passeren jaarlijks zo’n 100.000 schepen. Dat verandert als in 1975 het Schelde-Rijnkanaal opengaat. De Jong: „De doodsteek voor het dorp.” Veel schippers nemen de kortere route naar Antwerpen en laten Hansweert links liggen.

Wanneer in 1987 een nieuw sluizencomplex de verouderde doorgang vervangt, volgt ook een verbod op de ambulante handel. „Het schutten duurt in de moderne sluiskolken amper vijf minuten. Schepen liggen niet langer uren aan de kade.” Daarmee valt het doek voor de parlevinkers. In hun kielzog verdwijnt nog meer bedrijvigheid, ook uit het dorp. Arbeiders verkassen en middenstanders sluiten hun deuren.

Van de oude sluizen resteren vandaag slechts de sluishoofden. Half verzonken in het grasland herinneren ze aan betere tijden.

Dit is het derde deel in een serie over Nederlandse sluizen.


Klein Antwerpen aan ’t kanaal

Het Kanaal door Zuid-Beveland, en daarmee ook de schutsluis bij Hansweert, gaat op 15 oktober 1866 open voor het scheepvaartverkeer.

Het bijna 11 kilometer lange kanaal verbindt de Oosterschelde met de Westerschelde en is daarmee een belangrijke schakel in de druk bevaren route tussen de havens van Rotterdam en Antwerpen, Terneuzen en Gent.

De sluis bij Hansweert bestaat aanvankelijk uit twee kolken met handbediende sluisdeuren. Op 10 augustus 1916 opent koningin Wilhelmina een voor die tijd hypermoderne, elektrisch bediende derde sluis.

Het aantal schepen dat jaarlijks wordt geschut, groeit van 14.000 in 1867 tot ruim 100.000 begin jaren zeventig.

De grote hoeveelheid schepen trekt de nodige bedrijvigheid aan. Naast de sluisbedienden en de ambtenaren van Rijkswaterstaat houden ook de douane en de marechaussee kantoor bij de Hansweertse sluizen. Het dorp is in die tijd de eerste aanlegplaats die schepen vanuit België aandoen.

Behalve de parlevinkers, die allerlei waren verkopen aan de afgemeerde schippers, verdient ook de plaatselijke middenstand goed aan het drukke scheepvaartverkeer. De vele kroegen, waar de scheepslieden tijdens het wachten gretig innemen, leveren Hansweert zelfs de titel ”Klein Antwerpen” op.

Op 24 september 1975 gaat het Schelde-Rijnkanaal open. Het kanaal, ongeveer 20 kilometer ten oosten van Hansweert, biedt een veel kortere vaarroute tussen Rotterdam naar Antwerpen. Het aantal schepen dat jaarlijks in Hansweert wordt geschut, loopt terug naar zo’n 40.000. Het betreft voornamelijk verkeer naar Terneuzen en Gent.

De sluizen zijn intussen verouderd en Rijkswaterstaat besluit het complex te verplaatsen en te vernieuwen. In 1987 worden de nieuwe sluizen in gebruik genomen. Delen van de oude sluizen zijn tot op de huidige dag bewaard gebleven.


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer