De raadsman baseert zijn vermoedens op een rapport dat is geschreven door twee rechercheurs van het Tolteam, die grote twijfels hebben over de integriteit van het omvangrijke onderzoek. Het rapport is vrijdag in het geding gebracht door advocaat-generaal A. Welschen, tijdens het hoger beroep voor het gerechtshof in Arnhem van de twee directeuren van S.E. Fireworks, het vuurwerkbedrijf dat op 13 mei 2000 explodeerde. De ramp kostte 22 mensen het leven.

Plasman zal minister van Justitie Donner vragen de Rijksrecherche de betwiste werkwijze van het Tolteam te laten onderzoeken, zei hij zondagavond. Voor het hof in Arnhem verdedigt Plasman R. Bakker, een van de Fireworksdirecteuren. In die strafzaak heeft Plasman het hof gevraagd de twee ’dissidente’ rechercheurs als getuige op te roepen. Het college beslist daar op 7 februari over.

Ook A. Moszkowicz, raadsman van A. de V., wil de rechercheurs als getuige horen. De V. is veroordeeld voor de brandstichting die tot de ramp heeft geleid. De twee betrokken rechercheurs trekken in hun rapportage de zuiverheid van het onderzoek tegen De V. in twijfel.

Zo beschrijven zei dat zij geen proces-verbaal mogen opmaken over voor de verdachte gunstige bevindingen rond de gsm van De V. Het was „taktisch beter om even te wachten”, aldus het rapport. Zaaksofficier van justitie H. Stam zou bang zijn geweest om zijn verdachte „kwijt” te raken. De op 13 mei 2000 in het rampgebied gepeilde gsm van De V. vormde een van de beginpunten van de verdenking tegen hem.

De conclusie van de twee rechercheurs is niet mals: „In februari/maart 2001 is er voor gekozen om hoe dan ook A. te laten hangen.” Volgens Plasman zou deze keuze gepaard gegaan kunnen zijn met strafbare feiten. Hij noemt daarbij uitlokking en meineed. Volgens Plasman hebben de twee betrokken rechercheurs tevergeefs geprobeerd de kwestie intern op te lossen.