Binnenland

Retorica hoeft nog niet bij de vuilnis

Schriftelijke en digitale communicatie zijn prachtig voor politici. Maar tijdens een campagne gaat er niets boven een goede toespraak, meent dr. Jaap de Jong, docent retorica en journalistiek aan de Universiteit Leiden.

20 January 2009 10:22Gewijzigd op 14 November 2020 07:07
Schriftelijke en digitale communicatie zijn prachtig voor politici. Maar tijdens een campagne gaat er niets boven een goede toespraak, meent dr. Jaap de Jong, docent retorica en journalistiek aan de Universiteit Leiden.
Schriftelijke en digitale communicatie zijn prachtig voor politici. Maar tijdens een campagne gaat er niets boven een goede toespraak, meent dr. Jaap de Jong, docent retorica en journalistiek aan de Universiteit Leiden.

„Barack Obama heeft zijn reputatie echt niet te danken aan wetsvoorstellen vanuit de Senaat. Hij vestigde zijn naam als spreker. De campagne ondersteunde hij wel met internet en e-mail, maar dat was niet de ruggengraat. Dus de welsprekendheid hoeft nog niet bij de vuilnis.”Waarop beoordeel je een goede toespraak?

„Eerst op het begin. Daarin trek je de aandacht en zet je het thema neer. Verder letten we op de drie overtuigingsmiddelen van Aristoteles: de betrouwbaarheid van de spreker (ethos), het gevoel dat hij oproept (pathos) en de argumentatie (logos).

Aristoteles zegt zelf dat voor een ideaal publiek de inhoudelijke argumentatie voldoende zou moeten zijn. Maar omdat we met „slechte rechters” te maken hebben, komen die andere elementen erbij.”

Valt spreken te leren?

„Ja, anders zou ik het niet doceren. Door hard werken kun je zeker verder komen. Als je zo ver wilt komen als Obama, speelt aanleg uiteraard wel mee.”

Is Obama echt zo goed?

„Ik in elk geval ben onder de indruk. Hij gaat in tegen de trend om alleen nog korte toespraken te houden. Obama’s staf merkte dat ook zijn lange speeches op internetpagina’s zoals YouTube volledig werden bekeken. Dat stimuleerde hem om langere toespraken te houden, met langere zinnen.

In de honderd toespraken die hij het afgelopen jaar hield, zitten zeker een paar echte klassiekers, zoals die over gevoelige rassenrelaties. Het sterke is dat je geen geleerde hoeft te zijn om zo’n speech te volgen, terwijl hij toch heel diepe vragen stelt.

Door zijn onbevoorrechte afkomst draagt Obama zelf de Amerikaanse droom in zich. Dat geeft hem een grotere geloofwaardigheid. Verder heeft hij door schrijf-ervaring een fijne pen ontwikkeld. Hij heeft een positief verhaal, slaat bruggen en het heeft lang geduurd voordat hij de strijd met McCain echt hard ging voeren.

Zijn soepele baritonstem heeft ook een muzikaliteit die het luisteren prettig maakt. Al pratend stelt hij vragen. Soms doet het me denken aan zwarte kerken in Amerika. Anders dan in Nederland is men daar gewend terug te praten of een uitroep te doen. Daar komt die echo ”Yes, we can” vandaan.

Zijn redevoeringen zijn opgebouwd uit onderdelen die beginnen met kleine themazinnetjes zoals: „Change we can believe in”, en: „America, we cannot turn back.” Net als in de grote Bachwerken komt er telkens een nieuw themaatje bij en aan het slot komen al die stemmen samen in een finale.”

Vrijwel alle toespraken worden geschreven door anderen. In hoeverre is het nog zijn eigen werk?

„Kenmerkend voor een goede tekstschrijver is dat hij tijdens het schrijven de stem en het spreekritme al hoort. Obama staat erom bekend dat hij alle teksten blijft corrigeren tot het naar zijn zin is.”

Veel sprekers oefenen vooraf. Doet Obama dat ook?

„Die is de afgelopen dagen zeker aan het droogzwemmen geweest. Ook van Bush is bekend dat hij toespraken eerst hield voor medewerkers en vertrouwelingen. Kennedy speelde voorafgaand aan debatten zelf de tegenstander. Die aandacht voor de voordracht laat zien dat de Amerikaanse cultuur meer op het gesproken woord is gericht dan de Nederlandse.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer