De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) spoort artsen opnieuw aan de wettelijke mogelijkheden voor euthanasie bij beginnende dementie beter te benutten. Dr. A. A. Teeuw: „We moeten artsen juist aanmoedigen te blijven zoeken naar optimale zorg.”
De NVVE brengt de thematiek opnieuw onder de aandacht, omdat artsen terughoudend blijven om euthanasieverzoeken bij beginnende dementie in te willigen. Hoe komt dat volgens u?
„Mogelijk zien artsen ertegen op vanwege de uitgebreide manier waarop ze zich moeten verantwoorden. Daar komt bij dat een verzoek om levensbeëindiging wegens beginnende dementie voor nogal wat artsen moeilijk invoelbaar zal zijn. Deze verzoeken zijn immers afkomstig van patiënten die vrezen voor een verregaande onttakeling, maar dat stadium op het moment waarop ze het verzoek doen, nog niet hebben bereikt. Daarin verschillen ze van ernstig zieke patiënten met bijvoorbeeld een groot gezwel dat nauwelijks meer is te verzorgen. Ik zeg niet dat je voor die patiënten wel euthanasie moet overwegen, maar je kunt je voorstellen dat artsen verzoeken van deze patiënten eerder inwilligen. Ook als arts kom ik soms lijdensvolle situaties tegen, waarbij de familie zegt: We bidden de Heere dat Hij vader spoedig wegneemt, vanwege al het lijden.
Overigens draait de discussie over euthanasieverzoeken wegens beginnende dementie alleen nog maar om de voorwaarden. De euthanasie als zodanig is vaak al geaccepteerd. Wat mij betreft, is dat een beperking, want ik wijs euthanasie in welke vorm dan ook, af.”
Welke louter medische bezwaren zijn er aan te voeren tegen euthanasie bij beginnende dementie?
„Als je al op voorhand vindt dat euthanasie bij beginnende dementie een gewone behandelingsoptie is, ga je daar de beeldvorming over dementie op aanpassen. Alle nadruk komt dan te liggen op de onomkeerbaarheid van de aandoening en het stadium waarin sprake is van een totaal verlies aan regie. Die fase bereiken patiënten alleen in de laatste, moeilijke fase. Daarvóór moeten we artsen vooral aansporen om te blijven zoeken naar mogelijkheden om patiënten en hun familie zo goed mogelijk te begeleiden. Dat is zinvoller dan maar te blijven hameren op de mogelijkheid van euthanasie.”
Welke mogelijkheden heeft een arts om patiënten met dementie en hun familie te begeleiden?
„De zorg voor een patiënt met dementie gaat altijd gepaard met onzekerheid over de toekomst. Een arts kan mensen helpen om weer grip te krijgen op die grijze wolk van onzekerheid, bijvoorbeeld door informatie te geven en de familie stapsgewijs voor te bereiden op wat komen gaat. Voorbeelden van goede begeleiding vanuit de ggz en de huisartsenzorg zijn er volop, al zijn er ook financiële beperkingen. Zo zijn er verzekeraars die de nachtzorg aan alleenstaande, thuiswonende patiënten met dementie alleen vergoeden op voorwaarde dat de eerste plek die vrijkomt in het verpleeghuis, ongeacht de signatuur, wordt benut. Stem je daarmee niet in, dan vindt de verzekeraar dat het blijkbaar nog meevalt en wordt de zorg niet vergoed. Op zich niet onbegrijpelijk, maar het neemt niet weg dat het regelen van de juiste zorg soms lastig blijft.”
Hameren op euthanasie bij dementie is een heilloze weg. Denkt u dat de NVVE zich daarvan ooit laat overtuigen?
„Ik vrees van niet. Het is voor de vereniging een belangrijk, levensbeschouwelijk uitgangspunt dat je zelf kunt kiezen voor euthanasie, bijvoorbeeld wanneer je je omgeving niet tot last wilt zijn. Dat zullen ze niet prijsgeven. Als je euthanasie koste wat het kost wilt rechtvaardigen, wil je de consequenties ervan niet onder ogen zien.
Je kunt voorbeelden laten zien van patiënten met dementie die tot het laatste met alle liefde en zorg omringd werden. Maar de reactie zal toch zijn: Prima dat jullie zo denken. Hugo Claus is een inspirerender voorbeeld voor ons.”
„Ik kan het niet verantwoorden iemand te euthanaseren die mogelijk nog jaren zonder evidente lijdensdruk zou kunnen leven in de thuissituatie of binnen een zorginstelling.” Dat zei sociaal geriater D. J. Rexwinkel vorig jaar in deze krant, in antwoord op de vraag hoe hij zou omgaan met een euthanasieverzoek van een patiënt met beginnende dementie. „Je kunt niet voorspellen dat de sombere stemming bij het vorderen van het dementeringsproces zal voortduren. Het is mogelijk dat deze naar de achtergrond verschuift, of zelfs verdwijnt.”
Met zijn afwijzende houding staat een arts als Rexwinkel niet alleen. Stervensverzoeken van patiënten met beginnende dementie worden in Nederland maar mondjesmaat ingewilligd. Dat is opmerkelijk, want al in 1996 ging in Nederland het sein voor euthanasie bij beginnende dementie op groen.
In dat jaar verleende een Twentse huisarts stervenshulp aan een 71 jarige patiënt met beginnende dementie, in overleg met een hoogleraar ouderenpsychiatrie en een neuroloog. Gedrieën kwamen zij tot de slotsom dat de man uitzichtloos en ondraaglijk leed, zijn lijden voor arts en psychiater invoelbaar kon maken en nog voldoende wilsbekwaam was om zijn doodswens samenhangend en evenwichtig te herhalen. Daarmee was volgens het openbaar ministerie aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan.
Vergelijkbare sepots volgden in 2000 en –met steun van toenmalig minister van Justitie Donner (CDA)– in 2003. Ook de regionale toetsingscommissies oordeelden tot dusver dat bij alle meldingen van euthanasie bij dementie aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan. Toch wijzen artsen het gros van dergelijke stervensverzoeken af.
Bij deze terughoudendheid legt de NVVE al jaren de vinger. Afgelopen voorjaar ontketende zij met steun van het Humanistisch Verbond een offensief om psychiaters aan te sporen meer euthanasieverzoeken in te willigen. Nu zijn huisartsen en ouderenpsychiaters aan de beurt.
Sterft het offensief een stille dood, dan gaat de NVVE zich beijveren voor een wettelijke basis voor zelfdodingsconsulenten, zei NVVE voorzitter Sutorius twee weken terug, tijdens een symposium van artsenorganisatie KNMG. Deze consulenten geven algemene voorlichting over methoden van zelfdoding maar laten de uitvoering over aan de patiënt.
Saillant detail: één van de drijvende krachten achter het debat van gisteravond is Ton Vink, een zelfdodingsconsulent van stichting De Einder, die in januari 2007 op het nippertje ontsnapte aan een veroordeling wegens strafbare hulp bij zelfdoding. Kortom, de nieuwe lobby, afkomstig van een coalitie van de NVVE, het Humanistisch Verbond en De Einder, is al een feit.