Conferentie Birma levert weinig op
Meer dan vijftig landen en organisaties hebben zondag op een donorconferentie de druk op Birma opgevoerd om internationale hulpverleners de vrije hand te geven in het door de cycloon getroffen land. Maar wat de conferentie precies heeft opgebracht, bleef onduidelijk.
Zo is onbekend wanneer de soms al weken wachtende hulpverleners zonder beperkingen aan de slag kunnen in de zwaar getroffen Irrawaddydelta. Ook is niet duidelijk hoeveel hulpgeld de deelnemers zondag hebben toegezegd, ondanks beloften dat de donorconferentie helderheid zou bieden over hulp aan de 2,4 miljoen overlevenden.
VN functionarissen tellen de verschillende beloftes die zondag op de conferentie zijn gedaan –uiteenlopend van 50.000 dollar tot meer dan 1 miljoen– nog bij elkaar op. Het meeste geld gaat naar een fonds van de VN, dat heeft gevraagd om ruim 200 miljoen dollar (ruim 125 miljoen euro).
Birma stelt dat 10,7 miljard dollar (6,7 miljard euro) nodig is, maar dat bedrag wordt zeker niet gehaald. Landen als de Verenigde Staten eisen eerst meer openheid voor zij met grote bedragen over de brug komen.
De conferentie zou het vertrouwen tussen Birma en de internationale gemeenschap wel hebben versterkt. Minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking zei „gematigd optimistisch” te zijn over de uitkomst van de donorconferentie. „Door gezamenlijke politieke druk is de deur verder opengetrokken”, aldus Koenders, die aanwezig was in Birma. „Dat was broodnodig, maar de test ligt in het aantal mensen dat op tijd wordt bereikt.”
Frank Smithuis, coördinator van Artsen zonder Grenzen, vroeg zich na afloop van de conferentie hardop af hoe de hulpverlening aan Birma op gang moet komen.
Frankrijk heeft intussen pogingen om een schip vol hulpgoederen af te leveren, afgebroken. De ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken lieten zondag weten „geschokt” te zijn door de weigering van het militaire regime in Rangoon om de hulp voor slachtoffers te accepteren.