Dat heeft minister Van der Hoeven van Onderwijs vrijdag na afloop van het kabinetsberaad gezegd. Maandag stuurt ze samen met minister De Geus van Sociale Zaken hierover een brief naar de Tweede Kamer. Daarin staan de hoofdlijnen van het plan.

Het is nog niet duidelijk hoe groot de groep ouders moet zijn die het recht op kinderopvang kan afdwingen. Daarover staat niets in de brief. Pas in november zal die duidelijkheid komen als de bewindslieden een plan van aanpak presenteren.

Scholen zijn niet verplicht de opvang zelf te organiseren. Ze mogen daarvoor overeenkomsten aangaan met professionele kinderopvangorganisaties. Die hebben de vrijheid de opvang te organiseren in hun eigen ruimtes of op scholen die daarvoor gelegenheid bieden. Volgens een ingewijde zijn onderwijsinstellingen die de opvang niet in hun eigen school willen, niet meer als „makelaars” die bemiddelen tussen ouders en opvang.

Onderwijsinstellingen die de voor- en naschoolse opvang wél zelf willen organiseren, krijgen daarvoor van het kabinet alle ruimte.

Als de opvang niet in de school plaatsheeft, is de organisatie die de kinderopvang uitvoert verantwoordelijk voor het vervoer van kinderen van school naar de opvang. Kinderopvanginstellingen mogen de opvang alleen op scholen realiseren als de schooldirectie daarmee instemt.

De kinderopvang die scholen bieden is in ieder geval niet gratis. In principe moeten ouders dezelfde tarieven betalen als die gelden voor de gewone kinderopvang. Op dit moment betalen ouders, werkgevers en overheid elk een derde van de kinderopvangkosten. Het kabinet bekijkt of werkgevers mogelijk een hogere bijdrage kunnen leveren. Het kabinet is bereid 70 miljoen euro te steken in de nieuwe regeling, zo zei minister Zalm van Financiën donderdag in de Tweede Kamer.

Minister Van der Hoeven zei vrijdag dat ze de wens van de Tweede Kamer „goed en zorgvuldig” wil uitvoeren. Daags nadat de Tweede Kamer de VVD/PvdA-motie over verplichte kinderopvang had aangenomen, noemde de bewindsvrouw het voorstel weliswaar sympathiek, maar ondoordacht. Ze vreesde dat scholen zouden veranderen in veredelde kinderopvanginstellingen. Ook vond ze dat VVD-fractievoorzitter Van Aartsen de financiële consequenties niet goed had doordacht.

Het onderwijsveld voelt niets voor de plannen, zo bleek in de afgelopen week. Diverse onderwijsorganisaties vrezen, ondanks alle voorwaarden en uitzonderingen, een te grote druk op scholen.