BinnenlandSchadevergoedingen

De zus van Lucinda werd vermoord, maar nabestaanden krijgen weinig hulp

Familieleden van slachtoffers van geweldsmisdrijven krijgen vaak een extra opdoffer.  Ze verliezen een geliefde door moord én krijgen daarna amper schadevergoeding. Dat moet anders, zeggen belangenbehartigers.

12 February 2025 09:56Gewijzigd op 12 February 2025 11:34
Politie doet onderzoek op de locatie waar een man werd neergeschoten. beeld ANP, Joey Bremer
Politie doet onderzoek op de locatie waar een man werd neergeschoten. beeld ANP, Joey Bremer

In oktober 2002 krijgt Lucinda van de Ven (nu 45) een dreun van jewelste. Haar zus Nadia (25) wordt vermoord. Huisbaas Pascal F., een vermoedelijk getraumatiseerde oud-VN-militair, schiet de jonge vrouw in een Utrechtse studentenwoning dood. De dader krijgt twintig jaar cel en tbs.

„De verhoudingen zijn nogal scheef, ik moet mijn eigen weg zien te vinden in de wereld van diagnostiek en zorg”Lucinda van de Ven, zus vermoorde Nadia

Lucinda van de Ven werd na de moord op haar zus nooit meer de oude. Het trauma kroop onder de huid van de revalidatiearts. Mede door de gewelddadige dood van Nadia raakte Van de Ven jaren later, in 2020, arbeidsongeschikt. Bij haar is een posttraumatische stressstoornis vastgesteld en tevens een persisterende rouwstoornis, ook chronische rouw genoemd. Ze acht de kans klein dat ze ooit weer in loondienst als revalidatiearts aan de slag kan gaan. Over haar ervaringen publiceerde Van de Ven vorig jaar het e-book ”Nabestaanden van moord, de vergeten slachtoffers”.

Verdriet

Nabestaanden staan er nogal eens alleen voor, ook financieel, zegt Van de Ven desgevraagd. Ze kreeg „pas tien jaar na de moord” van het Schadefonds Geweldsmisdrijven een bedrag uitgekeerd. Een vetpot was dat allerminst.  „Ik kampte met veel verdriet en rouw én worstelde met financiële stress. Als ik een hogere financiële temoetkoming had ontvangen, had me dat rust gegeven en ontzorgd.”

Het steekt haar dat „kosten noch moeite worden gespaard” om een veroordeelde crimineel weer te helpen met terugkeer in de samenleving. „Terwijl ik er als nabestaande min of meer alleen voor sta. De verhoudingen zijn nogal scheef. Een dader heeft een heel zorgpalet waar hij op terug kan vallen, denk aan een behandeling in een tbs-kliniek. Ik moet mijn eigen weg zien te vinden in de wereld van diagnostiek en zorg.”

„We kregen soms 10 tot 15 euro van de dader bijgeschreven; akelig om zijn naam te zien op het bankafschrift” Jack Keijzer, vader van vermoorde Pascal

Ook bij moeder Minke van de Ven, inmiddels 80 jaar, kan het verdriet om haar vermoorde dochter zomaar weer opborrelen. Lucinda: „De dader kreeg vanaf juli 2023 meer vrijheden en mocht zich buiten de tbs-kliniek begeven. Dat was zó’n klap voor mijn moeder. Het raakte haar niet alleen mentaal, maar ook lichamelijk. Een paar maanden later moest ze tijdelijk in een verpleeghuis worden opgenomen.”

Wassen neus

Nabestaanden van moordslachtoffers komen er nogal eens bekaaid af, zegt ook Jack Keijzer. Zijn 16-jarige zoon Pascal werd in 2007 vermoord bij een ruzie in het drugscircuit. Op de financiële genoegdoening na het drama kijkt hij met gemengde gevoelens terug. De rechter wees een schadevergoeding toe ter grootte van de gemaakte uitvaartkosten. „Een wassen neus. We kregen soms 10 tot 15 euro van de dader bijgeschreven. Heel akelig om de naam van hem te zien op het bankafschrift.”

Jaren na de moord op Pascal en de zelfdoding van hun andere zoon Remy in 2016 belandde Jacks vrouw bij een psycholoog. „Die kosten werden niet vergoed. Al konden wij dat geld wel zelf betalen.”

De ervaringen van Lucinda van de Ven en Jack Keijzer staan niet op zichzelf. De belangenorganisaties Slachtofferhulp Nederland en de Federatie Nabestaanden Geweldsslachtoffers zeggen zich „ernstige zorgen” te maken over de financiële lasten waarmee slachtoffers en nabestaanden van ernstige misdrijven te maken krijgen. „Ze belanden vaak in een financiële nachtmerrie. Mensen die er niet om gevraagd hebben en het zwaarst getroffen zijn, blijven met een enorme kostenpost achter. Dit leidt niet alleen tot financiële problemen, maar ook tot verhoogde stress en gezondheidsklachten”, zegt bestuursvoorzitter Rosa Jansen van Slachtofferhulp Nederland. Die organisatie belegt donderdag een seminar over het thema.

Jack Keijzer. Aan de wand een foto van wijlen zijn twee zoons Remy (met roodwitte trui) en Pascal. beeld Martin Mooij

Nabestaanden van vermoorde mensen kunnen met „acute geldproblemen” te maken krijgen, weet Lena Olivier, voorzitter van de Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers. „Dat kan leiden tot schrijnende toestanden. Mensen hebben bijvoorbeeld niet eens geld voor een uitvaart.” Als het moordslachtoffer schulden had, kan dat tot onverkwikkelijke toestanden leiden, waarschuwt Olivier. „Er kan dan beslag worden gelegd op werkelijk al iemands bezittingen. Kleine kinderen van een vermoorde moeder raken zelfs mogelijk hun fietsje kwijt.” Oliviers eigen zus werd in 2014 vermoord door haar partner.

Gemeenten zouden in problemen geraakte nabestaanden van bijvoorbeeld moordslachtoffers moeten helpen, beklemtoont Olivier. „Zorg dat die mensen in ieder geval een dak boven hun hoofd hebben. Als daders een tweede kans krijgen, dan op z’n minst wij als nabestaanden ook.”

Kale kip

Slachtoffers van geweldsmisdrijven moeten vaak lang wachten op een schadevergoeding óf vissen achter het net. Dat zegt slachtofferadvocaat en wetenschapper mr. Arlette Schijns. Ze promoveert dit jaar op het thema en hoopt dat staatssecretaris Teun Struycken van Rechtsbescherming haar inzichten „ter harte neemt”.

Als een nabestaande via de strafrechter een schadeclaim indient bij een dader, kan het zomaar een paar jaar duren voordat dat geld daadwerkelijk op de rekening staat van die nabestaande. De vergoeding wordt namelijk pas uitgekeerd als er een definitief vonnis ligt.  „Dat kan behoorlijk problematisch zijn. In de tussentijd kan de nabestaande zijn huis uit moeten, omdat hij zijn hypotheek niet kan betalen.”

Sinds medio 2011 neemt de overheid de uitbetaling van de via de strafrechter bepaalde schadevergoeding voor haar rekening via de zogeheten voorschotregeling. Nabestaanden en gedupeerden hoeven zich dus zelf niet druk te maken over de vraag of ze van een kale kip veren kunnen plukken.

De voorschotregeling kan de Nederlandse overheid een forse smak geld kosten. Zo betaalde de staat bijna 3 miljoen euro aan een Amerikaanse toerist die in 2018 op het Centraal Station in Amsterdam werd neergestoken door Jawed S. De Afghaan kwam tot zijn terreurdaad uit boosheid over Geert Wilders, die cartoons over profeet Mohammed wilde laten tekenen.  Het Amerikaanse slachtoffer, dat werd bijgestaan door advocaat Schijns en haar kantoorgenoot, liep een dwarslaesie op en zit vermoedelijk de rest van zijn leven in een rolstoel.

Dat het Schadefonds Geweldsmisdrijven (een overheidspot) een bedrag uitkeert tot een maximum van 35.000 euro zou anders moeten, zegt Schijns, die voorzitter is van de commissie schadefonds geweldsmisdrijven. „Dat lijkt een hoop geld, maar mensen die ernstige letselschade lijden, hebben door inkomensverlies vaak veel meer schade. Die kan in de tonnen lopen. Ik bepleit als wetenschapper dat plafond van 35.000 euro op te hogen.”

Om het systeem van schadevergoedingen voor de overheid betaalbaar te houden, zouden ook verzekeraars met een vergoeding over de brug moeten komen, bepleit Schijns. Dat doen die verzekeraars ook al na verkeersongevallen en arbeidsongevallen. Verder zouden wat haar betreft meer verzekeraars een polis moeten aanbieden die schade door een geweldsmisdrijf dekt. „Vergelijk het met een diefstalverzekering. Zoals je na een diefstal de schade krijgt vergoed, ontvang je ook geld als je door een mishandeling hersenletsel oploopt.”

Meer over
Beste van RD

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer