Geen of nauwelijks schade door ‘optelsom’ mijnbouwactiviteiten
Huizen en andere gebouwen raken niet of nauwelijks beschadigd door een combinatie van meerdere mijnbouwactiviteiten. Dat komt naar voren uit een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de landelijke Commissie Mijnbouwschade (CM) en het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG).
Het onderzoek is vooral van belang voor inwoners van de gebieden waar de trillingen door het Groningenveld gering zijn. Bewoners aan de randen van het Groningenveld en de gasopslagen vroegen zich af of de optelsom van lage trillingen uit het Groningenveld, de gasopslagen en bodembeweging uit andere mijnbouwactiviteiten schade heeft veroorzaakt.
„Het onderzoek leidt tot een ongemakkelijke uitkomst”, zegt Ronald Koch, algemeen directeur van het IMG. „Mensen in de omgeving van een gasopslag hebben soms aanzienlijke schade aan hun woning. Eerdere onderzoeken en ook dit recente onderzoek laten echter zien dat er geen aanwijzingen zijn dat mijnbouw de oorzaak is van deze schade.” Op basis van het onderzoek ziet het IMG op dit moment geen aanleiding om de schaderegeling voor gedupeerden door de gaswinning aan te passen.
In het gebied waar het IMG schade vergoedt, kunnen inwoners een schadevergoeding aanvragen zonder onderzoek naar de oorzaak. Ze kunnen kiezen tussen een vaste eenmalige vergoeding van 10.000 euro of herstel van hun huis tot een bedrag van 60.000 euro. Ze krijgen dan vijf jaar de tijd om de schade te herstellen en eventuele nieuwe schade te melden.
Daarnaast is het mogelijk om voor een financiële vergoeding te kiezen op basis van onderzoek naar de oorzaak van de schade. Hierbij is de kans op een afwijzing groter, omdat de gebieden rond Norg, Grijpskerk en Winschoten waar gestapelde mijnbouw plaatsvindt, op plekken liggen waar geen of slechts of nauwelijks trillingen zijn die schade kunnen veroorzaken.
Het IMG heeft de resultaten van het onderzoek gedeeld met bewoners, maatschappelijke organisaties en belangengroepen. Later deze maand en begin volgend jaar gaat het instituut met de betrokkenen in gesprek over de resultaten.