Voor emoties is geen plaats in een vreemde tweede taal
Bij het gebruik van een tweede taal komt verstandelijk redeneren op de eerste plaats. Emoties volgen op gepaste afstand. Het is goed om je daar bij het lezen en spreken in een vreemde taal van bewust te zijn.
Toen ik vorig jaar besloot de bestseller ”Als adem lucht wordt” van de aan longkanker overleden Amerikaanse neurochirurg Paul Kalanithi niet in het Nederlands, maar in het Engels te lezen, viel me iets vreemds op. Normaal gesproken vind ik het lezen van zo’n soort boek, een autobiografisch verslag van het ziekteproces en overlijden van een jonge man en vader, emotioneel erg zwaar. Het neemt me helemaal in beslag en hindert me in mijn dagelijkse bezigheden, waardoor ik het uitlezen voor me uit schuif, of zelfs helemaal niet aan zo’n boek begin.
Dit keer bleven de emoties op de achtergrond en slaagde ik erin het boek binnen afzienbare tijd uit te lezen. En het bleef niet bij dit ene boek. Bij andere verhalen die erin hakken, gebeurde iets vergelijkbaars. Misschien komt het doordat het lezen in een andere taal meer inspanning van me vergt, dacht ik. Dat er daardoor minder ruimte is voor emoties, simpelweg omdat de mentale ruimte ervoor ontbreekt.
Die zelfbedachte verklaring klopt niet, maar het verschijnsel zelf bestaat wel en er is de laatste jaren veel onderzoek naar gedaan. Aanjager is de Amerikaanse psycholoog Boaz Keysar, die er in 2012 voor het eerst over publiceerde in een wetenschappelijk tijdschrift en sprak over het foreign language effect. Mensen maken andere, meer verstandelijke keuzes en denken ook rationeler als ze daarvoor niet hun moedertaal, maar een tweede taal gebruiken, was zijn conclusie.
Nu de wereld een dorp is geworden en veel mensen in meer of mindere mate gebruikmaken van een tweede taal, lijkt het geen overbodige luxe om de gevolgen hiervan goed te overzien. Neem het onderzoek van de Gentse psycholoog Evy Woumans, die haar Vlaamse studenten misdaadverslagen in het Nederlands en het Engels voorlegde. Gemiddeld genomen interpreteren ze de Engelstalige casussen als minder ernstig dan de variant in hun moedertaal. Hoe groot de gevolgen van deze bevinding kunnen zijn in de samenleving, daar durven de betrokken onderzoekers slechts voorzichtig naar te raden.
Over de precieze werking van het foreign language effect zijn wetenschappers het nog niet eens. Wellicht ga je een probleem of vraagstuk in een vreemde taal wat meer blanco tegemoet en word je niet gehinderd door suggestief woordgebruik, dat je ongemerkt in een bepaalde richting stuurt. En van bepaalde uitdrukkingen voel je diepgang niet, omdat je dat niet van kinds af aan hebt geleerd.
De emotionele afvlakking die optreedt bij het lezen of spreken in een tweede taal, heeft ook zijn weerslag op de wijze waarop mensen emotioneel getinte uitdrukkingen gebruiken. Zegt iemand die Engels als tweede taal heeft ”I love you”, tegen je, dan is het dus goed om je te realiseren dat dit zijn weerslag kan hebben op hoe diep die liefde zit.
Hetzelfde gebeurt bij het gebruik en aanhoren van scheldwoorden en vloeken. Het kan als voordeel worden ervaren dat anderstalige scheldwoorden en vloeken die je op straat hoort, of in een roman tegenkomt, minder binnenkomen. Zeker voor mensen die emotioneel altijd op scherp staan en dagen van streek kunnen zijn van een scheldkanonnade. Anderzijds ligt wel het gevaar op de loer dat grof taalgebruik normaal wordt.
Het foreign language effect is niet altijd even sterk en het kan in de loop van de tijd veranderen. Hoe groter de kennis van de tweede taal, des te kleiner de uitwerking, tot die op een gegeven moment zelfs verdampt. Wie in zijn studententijd zijn Engels sterk ontwikkelt, of een periode woont of werkt in het buitenland, ziet het effect in de loop van de tijd verdwijnen. Dat kan zelfs zo ver gaan dat juist de moedertaal in de loop der jaren langzamerhand naar de tweede plaats schuift.