De Tweede Kamer debatteerde woensdag met minister Beljaarts over de postmarkt. Hoog op de agenda stond het voorstel van de minister om PostNL voortaan 48 uur de tijd te geven voor het bezorgen van brieven en kaarten van burgers. Op dit moment geldt een wettelijke norm van 24 uur. Van alle brievenbuspost moet 95 procent de volgende dag bezorgd zijn.

„Het is van belang om de realiteit onder ogen te zien”, motiveerde Beljaarts het voorstel vorige week in zijn brief aan de Tweede Kamer. Volgens de minister is het simpelweg in de toekomst niet houdbaar als PostNL aan de 24-uursnorm moet blijven voldoen. Daarin speelt onder meer mee dat de hoeveelheid brievenbuspost al jaren afneemt, de arbeidsmarktkrapte groter wordt en de loonkosten voor het postbedrijf stijgen. „De huidige situatie (…) is problematisch”, aldus Beljaarts.

Het voorstel van de minister is slecht gevallen in de Tweede Kamer. Zowel GL-PvdA en SP als de regeringspartijen VVD, NSC en BBB lieten van begin af aan blijken de aankondiging voorbarig te vinden. „Waarom had de minister niet vijf maanden langer kunnen wachten?” vroeg VVD-Kamerlid Kisteman, die ook namens de SGP het woord voerde. De VVD’er wil dat Beljaarts eerst een onderzoek van toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) afwacht voordat er besluitvorming in gang wordt gezet.

Als PostNL dit nodig heeft om het hoofd boven water te houden, zijn wij bereid daarin mee te gaan - Dion Graus, PVV-Kamerlid

Alleen PVV-Kamerlid Graus steunde minister Beljaarts. „Als PostNL dit nodig heeft om het hoofd boven water te houden, zijn wij bereid daarin mee te gaan”, zei Graus. In antwoord op vragen van collega-Kamerleden gaf de PVV’er toe dat hij nooit voorstander is geweest van een 48-uursnorm.

Overvallen

„Ik begrijp dat de Tweede Kamer zich overvallen voelt door mijn brief”, reageerde minister Beljaarts op de zorgen van Kamerleden. Desondanks bleef de minister in eerste instantie achter zijn voorstel staan.

Ik krijg het gevoel dat u op mijn stoel wilt zitten - Dirk Beljaarts, minister van Economische Zaken

Ter verdediging gaf Beljaarts onder meer aan dat hij aan lang niet alle eisen van PostNL tegemoetgekomen is. De postbezorgingsorganisatie zou onder meer hebben gepleit voor 30 miljoen euro staatssteun en een verdere versoepeling van de wettelijke norm naar 72 uur. „Dat hebben we uiteraard niet gedaan”, aldus Beljaarts.

Verder zag de minister zich genoodzaakt aan te geven dat de uiterste consequentie zou kunnen zijn dat PostNL geen brievenbuspost meer wil bezorgen. „Als we nu niet iets meer ruimte geven, is het risico dat we in een situatie terechtkomen waarbij PostNL zegt: „Het is niet meer te doen. We geven de opdracht terug.”” De minister noemde dat een „reëel scenario. Daar is natuurlijk ook niemand bij gebaat”, vindt de minister.

Teleurgesteld

Pas nadat de Tweede Kamer in tweede instantie −met uitzondering van de PVV− opnieuw aangaf dat de wettelijke bezorgnorm op dit moment niet versoepeld mag worden, keerde Beljaarts op zijn schreden terug.

Na kortdurend overleg met zijn ambtenaren besloot de minister zijn voorstel in te trekken. „Ik krijg het gevoel dat u op mijn stoel wilt zitten”, zei Beljaarts tegen de Kamer, „en dus geen voorstel van mij wilt ontvangen”. De minister beloofde geen voorstel in te zullen dienen. „Daarover ben ik uiteraard wel teleurgesteld”, aldus Beljaarts.

Daarmee is het plan om PostNL twee dagen de tijd te geven om brievenbuspost te bezorgen voorlopig van de baan. Het is echter niet uitgesloten dat na verloop van tijd alsnog besloten wordt om de wettelijke norm te versoepelen. Het wachten is echter op het onderzoek van toezichthouder ACM. Daarna vervolgt de Kamer met minister Beljaarts het debat over de toekomst van de postmarkt.