Na een zomer waarin er in Portugal weinig bosbranden woedden, was het deze maand ineens toch raak.
De geur van verbrand hout hangt nog sterk in de lucht. Langs de weg kringelen hier en daar rookpluimpjes op, waar bomen nasmeulen in een verder zwartgeblakerd landschap. Je ziet helder tot waar het vuur is gekomen: een meter van het asfalt, hier moet de brandweer het op afstand hebben gehouden, van de huizen van Mesquitela. Een paar dagen geleden was dit dorp nog volledig omringd door vuur, een van de vele Portugese dorpen die bedreigd werden door de vlammen van de natuurbranden die het land opeens teisterden.
Helena Marques haalt wat spijkerbroeken van een waslijn, die ze langs de kant van de weg heeft gespannen. Terwijl de Portugese van rond de zeventig jaar oud haar handdoeken opvouwt, kijkt ze zuchtend naar het zwartgeblakerde bos. „Er waren maar weinig brandweerlieden, dus het was spannend”, zegt ze. „Er waren verschillende branden gaande, dus ze konden hier niet met veel mensen helpen.”
„Het vuur woedde hier twee nachten rondom het dorp; geloof me, dan doe je geen oog dicht” - Helena Marques, inwoner dorpje Mesquitela
Na een relatief brandluwe zomer, was het vorige week ineens toch raak in Portugal: in het centrale deel van het land en in het noorden rondom Porto woedden tientallen branden, waarvan sommige niet door de brandweer onder controle te houden waren. In wanhoop vroeg Portugal hulp van de Europese Unie. Die kwam in de vorm van acht blusvliegtuigen en Spaanse eenheden van de militaire nooddienst. Hiermee is 2024 het op drie na ergste brandjaar sinds dit wordt bijgehouden.
Rampjaar
Voor de Portugezen komt met zulke branden meteen het trauma van 2017 weer naar boven, het rampjaar waarin Portugal door zulke heftige branden werd getroffen dat er 115 mensen om het leven kwamen. Nu zijn er, bijna door een wonder, ‘slechts’ zeven mensen overleden, van wie de meesten brandweerpersoneel. De combinatie van steeds langere periodes van droogte en extreme hitte door klimaatverandering verhogen het brandrisico in Portugal, waardoor het land elke zomer opnieuw vreest voor hevige branden.
Marques, gekleed in een spijkerschort over een wit bloesje, wijst naar de zwartgeblakerde heuvels voor zich. Intussen zijn er een paar buurmannen bij haar komen staan. „Het vuur woedde hier twee nachten rondom het dorp. Geloof me, dan doe je geen oog dicht.”
Op haar mobiel heeft Marques foto’s, die ze met haar zus maakte: een dreigend rode gloed die opstijgt uit de vallei, bomen in lichterlaaie, het silhouet van iemand die naar de branden kijkt. „De achtermuur van mijn huis is verbrand”, vertelt de Portugese. „Er is veel schade, vooral bij de boeren. Hun dieren zijn levend verbrand of verdwenen. Onze economie bestaat hier uit landbouw.”
Brandstichters
Nu de branden door regens van afgelopen weekend zijn gedoofd, komt het moment om de schade op te nemen. Een van de vragen die nog onbeantwoord zijn is: waar kwam het vuur zo plotseling op zo veel plekken vandaan? In de hitte van het moment beloofde de Portugese premier Luís Montenegro alles in het werk te stellen om de schuldigen aan te houden. „De staat gaat achter de verantwoordelijken voor deze gruweldaden aan”, zei hij woedend, doelend op brandstichters. Intussen heeft de Portugese politie inderdaad meerdere verdachten gearresteerd.
„Ik hoop vooral dat er hulp van de overheid komt voor het herstel van mijn huis” - Helena Marques, inwoner dorpje Mesquitela
Maar of deze samenwerkten, of dat er zelfs „belangen achter deze branden” zaten, zoals de premier in een opmerkelijke persconferentie zei – dat is nog onduidelijk, laat staan wat die belangen dan zouden zijn. De Portugese politie haastte zich in ieder geval om aan te geven dat zij niets in de theorie van de premier zagen.
Wie met de Portugezen hier in het getroffen gebied praat, hoort vooral woede over brandstichters. „Kwaadwillenden”, noemt Marques ze. De cynicus zou kunnen denken dat het vingerwijzen van de premier erop is gericht om de blik van mensen als Marques en haar buren af te wenden van het verkoolde eucalyptusbos recht voor hen. Het is een zeer brandbare boomsoort die in monocultuur in Portugal wordt geplant voor een grote papierindustrie met een omzet van 4 tot 5 miljard euro per jaar. Al jaren waarschuwen experts voor het gevaar hiervan: de olie van eucalyptus is zo brandbaar dat de bomen in een soort molotovcocktails veranderen.
In een interview met Trouw legde brandweercommandant Fernando Gonçalves in 2022 uit dat het belangrijk is rondom dorpen een brandwerende laag van andersoortige bomen te hebben. Hier in Mesquitela is dat duidelijk niet gebeurd. Helena Marques haalt haar schouders op. „Ik hoop vooral dat er hulp van de overheid komt voor het herstel van mijn huis. En anders weet ik dat de buren me helpen. Ik woon hier al heel mijn leven, dit is een klein dorp. Hier helpen we elkaar.”