BuitenlandMassatoerisme Canarische Eilanden
De kip met de gouden eieren roept steeds meer weerstand op onder de Canariërs

De hotels op de Canarische Eilanden floreren als nooit tevoren. Maar het kamerpersoneel lijdt, en onder de bevolking groeit de weerstand tegen de toeristische overkill. „Het idee dat het toerisme ons welvaart brengt klopt niet.”

Lex Rietman
Cruiseschepen bij de Canarische eilanden. beeld EPA, Ramon de la Rocha
Cruiseschepen bij de Canarische eilanden. beeld EPA, Ramon de la Rocha

Met duim en wijsvinger maakt Laura López het gebaar van iets heel kleins. „Zó’n koekkruimeltje had mijn collega over het hoofd gezien bij het schoonmaken van een hotelkamer”, zegt ze. „De opzichter vond het in het rooster van de afwatering van het terras. Niet in de badkamer of iets dergelijks, in de afwatering van het terras! In plaats van dat kruimeltje even op te pakken, stuurde hij mijn collega terug om het weg te nemen.”

Op het terras van een eenvoudig restaurant in Costa Adeje op Tenerife vertelt López haar verhaal. Ze spreekt van vernederingen en een onmenselijke behandeling en werkdruk die het schoonmaakpersoneel in de toeristenindustrie op de Canarische Eilanden ondergaat. Het is een van de keerzijden van een toeristisch model dat fabuleuze winsten maakt en tegelijk steeds meer weerstand oproept onder de bevolking.

Laura López is niet haar werkelijke naam, en ze wil ook niet op de foto. De kans op represailles is te groot. Dat zou anders zijn als het kamerpersoneel eensgezind zou opkomen voor betere arbeidsomstandigheden, denkt ze. Maar dat is niet het geval en daarom zijn ze kwetsbaar. Zelf zit ze in de ondernemingsraad en behoort ze tot de minderheid die haar mond wél open durft te doen, in elk geval intern. Maar wie misstanden in het openbaar aankaart loopt een risico.

Werkdruk verhoogd

Laura (53) doet dit werk nu tien jaar. „Het is uitputtend, fysiek en mentaal”, zegt ze. „We lopen elke dag een race tegen de klok. Je hebt achttien minuten om een kamer te verschonen, hoe smerig die ook is. En dan loopt er ook nog eens een opzichter achter je aan om te kijken of je niet ergens een haartje of een kruimeltje hebt laten liggen. Als dat zo is moet je terug naar de kamer die je al gedaan had.” Het gaat volgens Laura maar al te vaak gepaard met vernederende opmerkingen als smeerlap en viezerik.

Met een werkweek van veertig uur verdient Laura 1250 euro netto per maand. Na betaling van de huur en de kosten voor de auto die ze nodig heeft om naar haar werk te rijden, houdt ze bitter weinig over. „We worden behandeld alsof we minder zijn dan de vaatdoek waarmee we schoonmaken”, zegt ze. „We zijn de minst gewaardeerde en slechtst betaalde beroepsgroep. Zonder kamerpersoneel bestaat er geen toerisme, maar wanneer zullen de hotelbazen dat eens gaan beseffen?”

„We worden behandeld alsof we minder zijn dan de vaatdoek waarmee we schoonmaken” - Laura López, schoonmaker viersterrenhotel

In de loop van de jaren is de werkdruk verhoogd. Vooral na de verbouwing van het viersterrenhotel, dat bijna 300 kamers telt. „Waar eerst twee kamers waren, is er nu één”, zegt Laura. „De kamers zijn groter, maar je moet ze in dezelfde tijd doen. We hebben recht op een halfuur pauze. Maar die schiet er vaak bij in omdat er geen tijd voor is.” Het kamerpersoneel moet zware karren voortduwen over de vloerbedekking. Poreuze vloeren moeten op de knieën met de hand schoongepoetst worden. Daar bestaan machines voor, maar de hotelleiding vindt het niet nodig daarin te investeren.

Gezondheidsklachten komen onder het kamerpersoneel –bijna allemaal vrouwen, veel migranten– vaak voor. Laura somt op: artrose, artritis, rugklachten, angsten, stress, depressies. In haar hotel werken twintig kameniers. Onlangs zaten op een zeker moment veertien van hen ziek thuis. Als lid van de ondernemingsraad sprak Laura met de directeur van het hotel. „Ik ben niemand om te zeggen wat u moet doen, zei ik. Maar als ik u was, zou ik uitzoeken waarom er zo veel zieken zijn onder het kamerpersoneel. Iets is er niet in orde als er zo veel zieken zijn. En ik denk dat de reden is dat het personeel zich niet goed behandeld voelt.”

Zwarte lijst

Ze haalt iets uit haar rugzak. „Kijk, dit is de toilettas van een schoonmaakster”, zegt ze. „We slikken allemaal pijnstillers: enantyum, paracetamol. Ibuprofen voor ontstekingen, physiorelax voor overbelaste spieren. Elke dag. Als je thuiskomt, heb je nergens zin meer in. Het is te zwaar. Maar de strijd om dingen te veranderen moet van ons allemaal komen, niet van een paar enkelingen. Want die kunnen ze dan veel te makkelijk uit de weg ruimen.”

Het hotel waar Laura werkt is geen uitzondering. De werkomstandigheden in de Spaanse hotelsector leidden in 2016 tot de oprichting van Las Kellys, de beroepsvereniging van kameniers, omdat zij zagen dat de traditionele vakbonden nauwelijks hun nek uitstaken voor de onderklasse van het schoonmaakpersoneel. Intussen hebben de Kellys afdelingen in de voornaamste toeristenbestemmingen van het land. Hun strijd voor een waardige behandeling komt ze soms duur te staan. Mónica García, woordvoerster van Las Kelly op Tenerife, moest drie jaar geleden het eiland verlaten om werk te zoeken op het vasteland. Plaatselijke hotels hadden haar op een zwarte lijst gezet.

De bittere werkelijkheid van het kamerpersoneel staat in contrast met het mierzoete beeld dat de toerist voorgespiegeld krijgt. „Bij (het hotel waar Laura werkt, LR) in Costa Adeje vind je alleen maar lachende gezichten. Dat kan ook niet anders in zo’n fantastisch hotel”, schrijft een bekende buitenlandse touroperator op zijn website. Lachende gezichten zijn er ongetwijfeld in de bestuurskamer te vinden. Het hotel maakte elk van de voorbije twee kwartalen zo’n vier miljoen euro winst.

Playa Fañabé in Tenerife. beeld Lex Rietman

Roofbouw

Na de coronapandemie floreert de Canarische toeristenindustrie als nooit tevoren. Vorig jaar bezochten 16,2 miljoen toeristen de Spaanse archipel. Dat waren er meer dan ooit, en dit jaar worden er nog meer verwacht. In 2023 boekte de sector een recordomzet van 22 miljard euro. Het toerisme is goed voor 35 procent van de regionale economie en 40 procent van de banen. Wie niet verder kijkt dan dat, zal denken dat het toerisme de Canarische samenleving welvaart brengt. Maar er zijn steeds meer aanwijzingen dat het tegendeel het geval is.

Zo zijn de lonen op de Canarische Eilanden –gedomineerd door de toeristensector– de op een na laagste van de zeventien Spaanse regio’s. Vorig jaar verdiende de regionale toeristenindustrie meer dan ooit, maar de werkloosheid op de archipel daalde niet. Het aantal eilanders zonder baan nam zelfs toe met 1,6 procentpunt. Op het gebied van armoede, sociale uitsluiting en overbelasting van de gezondheidszorg laten de Canarische Eilanden de beroerdste statistieken van Spanje zien. Maar de prijzen van een huurwoning behoren tot de hoogste van het land.

Op een bevolking van 2,2 miljoen heeft de archipel een kwart miljoen vakantiewoningen en toeristenappartementen. Ze onttrekken steeds vaker huizen aan het bestand voor vaste bewoning en drijven zo de huurprijzen op tot ongekende hoogte. „Het toerisme jaagt ons het huis uit”, was dan ook een van de voornaamste klachten van de Canariërs die op 20 april massaal de straat opgingen. Onder het motto ”Canarias heeft een grens” demonstreerden zij op alle acht eilanden tegelijk tegen wat zij zagen als de roofbouw van het toerisme. Víctor Martín, professor geografie aan de Universiteit van La Laguna op Tenerife, was een van de initiatiefnemers van de demonstratie die volgens schattingen 60.000 tot 200.000 mensen op de been bracht.

„Niemand had zo veel mensen verwacht”, zegt Martín, die naast universitair onderzoeker en docent ook woordvoerder is van actiegroep__Canarias se agota (Canarias raakt uitgeput). „Maar dat er iets broeide onder de bevolking was al wel duidelijk. Je hoorde steeds vaker gesprekken over de massa’s toeristen, verstopte snelwegen, de druk op de schaarse ruimte en het drinkwater.” Voor het eerst begonnen ook in conservatieve kringen mensen genoeg te krijgen van de ongeremde groei van het toerisme, en van de daarmee vervlochten bouwwoede die steeds meer stukken natuur opslokt.

Protestleuzen tegen hotelcomplex La Tejita. beeld Lex Rietman

Ander model

Een van de bedreigde plekken is het duingebied van La Tejita in het zuiden van Tenerife. Actievoerders hebben de bouw van een vakantiewoningencomplex en luxehotel in dit beschermde natuurgebied een tijd kunnen stilleggen. Het project zou verschillende normen overtreden en had geen plan voor de verwerking van rioolwater. Maar de nieuwe conservatieve regering van de Canarische Eilanden wil nu de weg vrijmaken voor hervatting van de bouw van La Tejita en Cuna del Alma, een ander megaproject. „Wij zijn niet tegen het toerisme”, benadrukt professor Martín voor de bouwhekken van La Tejita. „Wij willen een ander model en meer diversificatie van de economie. Er moet dringend een onderzoek komen naar de last die elk van onze eilanden kan dragen. Tot die tijd willen we een moratorium op toeristische bouwprojecten.”

Voor ondernemers in de sector is dat onbespreekbaar. „Grenzen stellen heeft weinig zin”, zegt Ignacio Poladura van de Canarische vereniging van reisbureaus en touroperators over de telefoon vanuit Gran Canaria. „Wie kan zeggen waar de grens ligt? Dat is het punt waar wrijving ontstaat tussen bewoners en toeristen. Maar ik denk dat die situatie nog heel ver weg is.”

Poladura geeft toe dat er een probleem is met gestegen huurprijzen. Maar hij wijt dat voooral aan een inefficiënt huisvestingsbeleid van de overheid, niet zozeer aan het toerisme. „De overgrote meerderheid van de Canariërs verwelkomt het toerisme omdat zij begrijpen dat het de industrie is die onze eilanden uit de armoede heeft getrokken.”

Armste gebieden

Gezien de recordomzet van de sector lijkt dat een logische gedachte. Maar onderzoek wijst uit dat sinds 2000 economische groei in de Spaanse toeristengebieden zich niet meer vertaalt in een hoger inkomen per hoofd van de bevolking. In de provincies die het meest afhangen van het toerisme is het inkomen per hoofd de voorbije decennia zelfs met 10 tot 16 procent gedaald ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Oftewel, de rijkdom die de sector creëert wordt steeds minder gedeeld met het personeel. De paradox is dat toeristische gebieden tot de armste van het land behoren.

Het idee dat de Canarische Eilanden leven van het toerisme, is volgens professor Víctor Martín dan ook aan herziening toe. „Het is niet zo dat wij leven dankzij het toerisme”, zegt hij. „Het is eerder zo dat de meeste toeristen hier alleen maar kunnen komen omdat het personeel slecht betaald wordt en in beroerde omstandigheden moet werken. Wij zijn goedkoop. Als we hier een ander model zouden hebben, zoals aan de Franse Rivièra, zouden veel toeristen hier niet kunnen komen.”

„De meeste toeristen kunnen hier alleen maar komen omdat het personeel slecht betaald wordt en in beroerde omstandigheden moet werken” - Víctor Martín, professor geografie

De dag nadat ik Laura heb gesproken krijg ik een appje. Een collega van haar in het hotel is ontslagen. De hotelleiding veranderde voortdurend haar rooster, gaf haar niet de aaneengesloten vrije dagen waar ze recht op had en dwong haar de werkkar te stallen in een ander gebouw waardoor ze ver moest lopen. De pesterijen leken bedoeld om haar aan te zetten tot ontslagname. Toen dat niet werkte werd ze ontslagen. Ook zij behoorde tot de Kellys.

Víctor Martín, professor geografie aan de Universiteit van La Laguna op Tenerife. beeld Lex Rietman

De echte naam van Laura López is bij de redactie bekend.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer