De bank van het "tikkie" bestaat 200 jaar
Lange tijd stond zo veel mogelijk geld verdienen voorop bij ABN AMRO, tegenwoordig wil de jubilerende bank vooral de samenleving dienen met vermogen.
„Ik stuur je een tikkie”: razendsnel raakt deze zin ingeburgerd nadat ABN AMRO in 2016 het betaalprogramma Tikkie lanceert. Via de smartphone geef je daarmee iemand een ‘duwtje’ om een bedrag (terug) te betalen. Acht jaar later gebruiken niet minder dan 9 miljoen mensen Tikkie. De varianten die telkens worden toegevoegd, zoals voor ondernemers en gezamenlijke uitgaven van groepen, blijken eveneens zeer succesvol.
Dat de app zo veel mensen betaalgemak biedt, maakt de jarige bank trots. Dit jaar bestaat ABN AMRO 200 jaar; rechtsvoorganger Nederlandsche Handel-Maatschappij staat in 1824 aan de wieg ervan. Sindsdien beheert de bank geld voor bedrijven en particulieren en verdient de bank geld met geld.
Na diverse fusies krijgt de bank in 1991 zijn huidige naam en ontstaat de grootste bank van Nederland, de zesde van Europa en de zestiende van de wereld. Het wereldconcern floreert, onder andere onder leiding van de ambitieuze maar omstreden topman Rijkman Groenink. Door interne conflicten, het nemen van grote risico’s en hoge bonussen verandert de jager, ABN AMRO, langzaam in een prooi, zo beschrijft journalist Jeroen Smit in zijn boek ”De prooi”. Het icoon van de Nederlandse economie raakt steeds verder in de problemen. De bank gaat over in handen van drie buitenlandse banken –waaronder Fortis–, maar dat blijkt al snel een te dure grap.
Domino-effect
Hoe belangrijk stabiele banken zijn voor de economie, wordt duidelijk als in 2008 een wereldwijde crisis op de financiële markten losbarst. Een domino-effect van faillissementen dreigt. Om dat te voorkomen, grijpt toenmalig minister van Financiën Wouter Bos in met het zwaarste wapen: nationalisatie. Hij telt 16,8 miljard euro neer om ABN AMRO in handen te krijgen, daarna volgt 15 miljard. Een veel te hoog bedrag, vinden critici.
De zogeheten kredietcrisis levert bankiers een slechte naam op. Ze worden uitgemaakt voor graaiers die ten koste van Jan Modaal hun zakken vullen. Het vertrouwen moet worden teruggewonnen. Met hogere kapitaalbuffers, bonusplafonds en de invoering van de bankierseed legt de overheid banken aan banden. Eisen voor hypotheken worden aangescherpt.
Net als bij andere grote banken doet rond 2010 het modewoord duurzaamheid zijn intrede bij ABN AMRO. Onder leiding van de voormalige minister Gerrit Zalm wordt een aanpak in gang gezet om milieu- en maatschappijbewuster en klantgerichter te worden en meer positief bij te dragen aan de samenleving.
Slavenhandel
Een nieuw spraakmakend thema dient zich aan als in 2020 wereldwijd debat ontstaat over racisme en ongelijkheid. Voorlopers van ABN AMRO profiteerden van de slavenhandel, wijst onderzoek uit. Zonder dralen biedt topman Robert Swaak hiervoor excuses aan. Hij verklaart aan de pers „persoonlijk zeer getroffen te zijn” door de onderzoeksresultaten. „Het was een afschuwelijke periode en dat besef drukt zwaar op ons. Het is daarom goed om daar samen bij stil te staan.”
„Het was een afschuwelijke periode en dat besef drukt zwaar op ons” - Robert Swaak, CEO ABN AMRO
Daarop besluit de bank zich extra te gaan inzetten om sociale ongelijkheid tegen te gaan; in financiële compensatie ziet de bank niets. Door middel van stageplekken wil de bank jongeren uit grote stadswijken kansen aanreiken om verder te komen in het leven. Ook kunnen wijkbewoners trainingen volgen over bijvoorbeeld financiële weerbaarheid, ondernemen of het kopen van een huis.
Verder laat de bank zich zien bij Ketikoti, de jaarlijkse herdenking van het slavernijverleden. In Rotterdam oogst de bank waardering door het organiseren van een traditionele Afro-Surinaamse maaltijd voor ontmoeting en het delen van gevoelens over het slavernijverleden.
Maar de vragen wie erkenning verdient en hoever herstel moet gaan, blijken lastig. Zo vraagt begin dit jaar de Surinaams-Hindoestaanse gemeenschap aandacht voor het lot van contractarbeiders in de tijd na de afschaffing van de slavernij. Tussen 1890 en 1930 worden arbeiders uit India en Java gehaald. Voor een hongerloontje en onder barre omstandigheden moesten zij de plantages draaiend houden. De pijn daarover blijft onderbelicht, vinden hun nazaten. Volgens hen moet ABN AMRO met geld over de brug komen.
Bij zijn 200e verjaardag staat de bank er goed voor, ondanks grillige ontwikkelingen op het wereldtoneel. Sinds september vorig jaar is ABN AMRO geen staatsbank meer. Vorig jaar boekte het bedrijf de hoogste winst in jaren; in het eerste kwartaal van 2024 noteerde de bank een nettowinst van 674 miljoen euro. De bank profiteerde daarbij van de hogere rente die de Europese Centrale Bank gaf voor het stallen van geld, terwijl de bank zelf voor spaartegoeden verhoudingsgewijs minder rente betaalde.
Tik op de vingers
Dat heeft gemor veroorzaakt onder spaarders plus een tik op de vingers van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Die zou graag zien dat banken onderling meer concurreren. Maar ABN AMRO hamert in een reactie op zijn maatschappelijke rol: „Om deze te vervullen is het belangrijk dat we een gezonde, veilige en betrouwbare bank zijn. Dat wil zeggen een bank met gezonde winsten over de lange termijn die ook stevige buffers aanlegt voor mindere tijden in de toekomst.” Als onderstreping volgt een alledaagse vergelijking: „Net als een gezin dat een bufferbedrag achter de hand heeft waarmee onverwachte en noodzakelijke uitgaven kunnen worden gedaan voor de kinderen of het huishouden.”