ABN AMRO biedt excuses aan voor rol in slavernijverleden
Voorlopers van ABN AMRO waren in verregaande mate betrokken bij slavenhandel. De bank trekt daar nu het boetekleed voor aan.
Een bankiershuis dat via fusies opging in de grootbank was volgens historici een spil in de op slavernij draaiende economie van het Caribisch gebied in de achttiende eeuw. Een andere voorganger was een makelaar in verzekeringen voor slavenschepen. ABN AMRO biedt nu „diepgevoelde excuses” aan voor de historische betrokkenheid bij slavernij. Een financiële compensatie biedt de bank niet, maar het concern wil wel meer actie ondernemen om sociale ongelijkheid tegen te gaan.
„Het huidige ABN AMRO kan deze periode uit haar geschiedenis niet ongedaan maken. We beseffen dat dit onrecht uit het verleden ook na de officiële afschaffing van de slavernij heeft voortgeduurd. ABN AMRO biedt haar excuses aan voor het handelen en de pijn die deze voorgangers in het verleden hebben veroorzaakt”, zegt topman Robert Swaak van de bank.
Sinds 2020 deden onderzoekers van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) onderzoek naar de betrokkenheid van voorgangers van ABN AMRO bij slavernij. Een van die voorlopers was Hope & Co, in de achttiende eeuw opgericht door de Amsterdamse broers Thomas en Adrian Hope. Het bankiershuis verstrekte in de achttiende eeuw leningen aan plantages waar slaven werkten. Diezelfde plantages dienden vaak als onderpand voor die leningen, inclusief de duizenden slaven die daar gedwongen arbeid verrichtten. Hope & Co kreeg zeker twee plantages en daar wonende slaven uiteindelijk in zijn bezit, blijkt uit het historisch onderzoek. De bank bemoeide zich ook actief met de bedrijfsvoering van plantagehouders, waarbij de firma er soms op aandrong slaven te kopen of te verkopen.
Lijfstraffen
In de Europese archiefstukken sijpelt volgens historici soms ook het menselijk leed op de plantages door. In taxatierapporten kregen slaven een boekwaarde toegedicht, wat laat zien dat ze puur als productiemiddel werden gezien. Op een Surinaamse plantage in onderpand ging de eigenaar zo ver in de lijfstraffen dat de plaatselijke autoriteiten klachten van slaven gegrond verklaarden.
Een andere bij slavernij betrokken voorganger was Mees & Zoonen, dat als verzekeringsmakelaar zeker zestien verzekeringen regelde voor slavenschepen. In polissen werden slaven als goederen omschreven die schade konden oplopen. Ook staken eigenaren van Mees & Zoonen een deel van hun privévermogen in Surinaamse plantages.
Door excuses aan te bieden gaat ABN AMRO verder dan bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank. De centrale bank bleek in het verleden op meerdere manieren betrokken bij slavernij, maar reflecteert nog op de conclusies van historici voordat er excuses komen. De Bank of England, de Britse centrale bank, bood in 2020 excuses aan. Ook de steden Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben excuses aangeboden voor de rol die ze hebben gespeeld bij slavernij. Overigens was de Raad van Kerken in 2013 de eerste organisatie die formeel excuus maakte voor de betrokkenheid bij de slavenhandel.
Nazaten
ABN AMRO wil zich nu extra inzetten om sociale ongelijkheid tegen te gaan en diversiteit te bevorderen, wat bijvoorbeeld al gebeurt via stage- en opleidingsplekken. Uit gesprekken met organisaties als het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) zou zijn gebleken dat nazaten van slaven daar meer in zien dan een som geld, ook omdat het onduidelijk is wie dan zou moeten worden betaald. Over verdere concrete stappen lopen nog gesprekken, aldus de bank.
Geen discussie
Binnen ABN AMRO was er weinig discussie over het aanbieden van excuses voor betrokkenheid van de voorgangers van de bank bij slavernij, zegt Swaak. „Bij ons is naar aanleiding van dit onderzoek breed gesproken binnen en buiten de bank. Eigenlijk was de conclusie dat er geen discussie mogelijk was over het wel of niet aanbieden van excuses.”
Excuses voor het historische aandeel in slavernij en slavenhandel zijn niet voor iedereen zo’n uitgemaakte zaak. In 2020 verklaarde premier Mark Rutte nog dat zo’n spijtbetuiging namens Nederland alleen maar polariserend zou werken. „Wat andere instellingen doen, dat laat ik aan hen over”, zegt Swaak. „Maar wat ik iedereen wel wil aanbevelen, is om de geschiedenis op je in te laten werken. En dan niet alleen vanuit de gedachte dat je de geschiedenis wel kent.”
Minister Sigrid Kaag van Financiën vindt het „goed dat ABN onderzoek heeft laten doen naar de eigen rol in het slavernijverleden, excuses maakt voor het onrecht dat de slachtoffers is aangedaan en met de gemeenschap bekijkt wat nodig is om een bijdrage te leveren aan meer diversiteit en inclusie.” De staat heeft een meerderheidsbelang in de bank.
Het kabinet „is zelf ook bezig met de eigen rol in de geschiedenis van het slavernijverleden”, zegt Kaag. De reactie van het kabinet hierop wordt „binnen afzienbare tijd” verwacht.
Vervolgstappen
Het eerder genoemde NiNsee, een organisatie die opkomt voor meer bewustwording van het Nederlandse slavernijverleden, is blij met het excuus van ABN AMRO, maar ziet dit pas als een eerste stap. NiNsee spoort de bank aan om na dit gebaar vervolgstappen te maken en door meer diversiteit in eigen gelederen meer rekening te houden met de nakomelingen van de slaven.
NiNsee-directeur Linda Nooitmeer spreekt van een mooie dag. „Ik had deze excuses niet meteen verwacht, maar ben blij dat ze er zijn. We vechten al lang voor erkenning van de tot slaaf gemaakten.”
Nooitmeer beschouwt slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid. „Hopelijk is dit bijzondere moment het startsein dat er meer rekening gehouden gaat worden met jongeren die afstammen van tot slaaf gemaakten.”