Vergisrecht
Hoe ik over een kabinet met daarin de PVV denk, is genoegzaam bekend. Maar ik moet natuurlijk wel eerlijk blijven. De plannen die in het zogenaamde hoofdlijnenakkoord staan, zijn zeker niet allemaal slecht. Er zijn genoeg voorstellen te vinden die de komende jaren hopelijk ook echt uitgevoerd kunnen worden.
Een van de mooiste voornemens van het nieuwe kabinet vind ik de invoering van een vergisrecht. Een burger moet zich een keer mogen vergissen, voordat hij het hele ambtelijk apparaat op z’n dak krijgt met rechtszaken, boetes en eventueel zelfs beslaglegging op goederen als resultaat. Waar een maatschappij zonder de mogelijkheid een fout te maken toe kan leiden, hebben we immers op een pijnlijke manier gezien bij de toeslagenaffaire.
„Dat ik een fout maak, wil niet zeggen dat ik ook fout bén”
Terwijl ik dit typ, zet de tekstverwerker van ons splinternieuwe redactiesysteem een dikke rode streep onder het woordje vergisrecht. Ik moest er eventjes om glimlachen. Blijkbaar is het zo’n ongewoon woord in onze maatschappij dat de tekstverwerker op strenge toon zegt: U vergist zich. En daar heb je hem dus. Ik zit er al dagen op te kauwen, op dat rare, prachtige woordje. Want waarom geeft alleen het uitspreken en opschrijven van het woord mij al een gevoel van ruimte? Nee, tekstverwerker, dit is geen fout woord, het is een woord dat u tot nu toe niet kende. Dat is heel wat anders.
Eigenlijk vind ik de uitdrukking vergisrecht, hoe mooi ook, nog te vrijblijvend. Ik zou graag een recht invoeren om dingen fout te doen. Om vervolgens te mogen zeggen: Ik heb het fout gedaan, maar ik hoef mezelf daar niet op af te rekenen. Natuurlijk heb ik het dan niet over zaken als inbreken of iemand letsel toebrengen. Ik heb het wel over dingen die je soms doet, die niet goed zijn en waarvan je later spijt hebt. En dat je dan niet direct door de overheid als misdadiger wordt gebrandmerkt. Maar dat je –ja, dat klinkt misschien zweverig– na een fout of een vergissing tegen anderen én jezelf mag zeggen: Dat was fout, maar dat wil niet zeggen dat ik ook fout bén.
Het dreigt hier een beetje te psychologisch te worden, realiseer ik me. Maar ik waag het er toch maar op. Het zou kunnen dat ik, als dit artikeltje in de krant staat, denk: dat had ik beter niet kunnen schrijven. Maar het is fijn te weten dat ik dan óók mag denken: het was een vergissing, maar op een vergissing word ik niet afgerekend.