Piazza Venezia heeft een grondige gedaanteverwisseling doorgemaakt. Het centrale plein van Rome, vlak bij het Romeinse Forum en de Capitolijnse heuvel, waar al meer dan 2000 jaar het stadsbestuur zetelt, is veranderd in een gigantische bouwput.
Hijskranen, boortorens, grote groene silo’s, af en aan rijdende vrachtwagens en mannen (en één vrouw) in oranje overalls onttrekken het monumentale Palazzo Venezia aan het zicht. Naast het bouwterrein is ook een deel van de omliggende straten afgezet. Zodoende heeft zich rond het plein een eindeloze stroom gevormd van toeterende en gassen uitbrakende stadsbussen, toeristenbussen, taxi’s, grote zwarte regeringsauto’s, personenwagens en scooters. Kortom, totale chaos. En dat kan nog wel een jaar of tien duren.
Toen vorige week de buitenlandse persvereniging in Rome werd uitgenodigd om een kijkje te nemen bij het toekomstige metrostation op Piazza Venezia, was de belangstelling groot. We verwachtten een spannende rondleiding door pas uitgegraven duistere krochten, maar helaas bleef het bij een bovengrondse technische uitleg. De werkzaamheden zijn nog in een voorbereidende fase en pas volgend jaar begint het echte boren. In 2034 moet het station worden opgeleverd, als (voorlopig) eindpunt van de nieuwe Metro C.
De ondergrondse is in Rome de meest efficiënte vorm van openbaar vervoer. Het probleem is dat de stad over een beperkt metronet beschikt. De noord-zuidlijn, Linea B, werd na twintig jaar vertraging in 1955 opgeleverd. In 1980 kwam daar Linea A bij, van west naar oost, maar bleef het grootste deel van de stad van de metro verstoken. In de jaren ’90 werd daarom een derde lijn, met automatisch bestuurde treinen, gepland van het zuidoosten naar het centrum.
Met de 22 kilometer lange Linea C werd in 2007 begonnen en het traject van de buitenwijken tot aan de Basiliek van Sint-Jan in Lateranen is nu voltooid. Het werk loopt veel vertraging op, omdat je in Rome maar een spade in de grond hoeft te steken om te stuiten op archeologische resten. De bouwers hebben daarom een compromis gevonden met de archeologische dienst. De eerste 15 meter wordt voorzichtig laag voor laag uitgegraven en daaronder kan vrijuit worden geboord, tot 85 meter diep. Vondsten worden in kaart gebracht en de mooiste voorwerpen tentoongesteld in de metrostations zelf. Het Stazione San Giovanni is daardoor als museum al een bezoek waard.
De grootste klus is nu Piazza Venezia, van waaruit verdere gangen worden aangelegd, onder meer naar een toekomstige halte Sint-Pieter. Vanwege de kwetsbaarheid van bovenliggende monumenten wordt de aarde eerst diepgevroren voordat er kan worden geboord. De aanleg van de laatste 3 kilometer kan zodoende nog wel een jaar of tien duren. Daarna zijn er nog plannen voor een Linea D, maar dat zullen wij wel niet meer meemaken.