Dat de Conservatieve Partij gaat verliezen bij de lokale Britse verkiezingen lijkt zeker; de vraag is hoe groot dat verlies wordt. Premier Rishi Sunak hoopt de schade voor zijn partij enigszins beperkt te kunnen houden, vooral omdat een grote nederlaag ook zijn eigen positie kan doen wankelen.
Kiezers in Engeland en Wales stemmen donderdag voor 2636 zetels in 107 gemeentes. Ook kiezen ze de burgemeesters van tien grote stadsregio’s zoals Manchester en Liverpool. In de hoofdstad Londen lijkt Labour-politicus Sadiq Khan op weg naar een derde termijn. Daarnaast staat in Blackpool South ook nog een zetel in het Lagerhuis op het spel, omdat de Tory Scott Benton tussentijds moest opstappen door een lobbyschandaal.
De Conservatieven staan in de peilingen al zo’n twee jaar mijlenver achter op Labour. De meeste zetels waarover nu wordt gestemd werden voor het laatst verdeeld in 2021, toen de partij van toenmalig premier Boris Johnson juist op het hoogtepunt van haar populariteit stond. Sindsdien heeft de partij veel reputatieschade opgelopen, onder meer door het partygateschandaal en de politieke chaos onder het kortstondige premierschap van Liz Truss.
Labour hoopt de riante voorsprong in de peilingen nu eindelijk te kunnen verzilveren. Oppositieleider Keir Starmer maakt zich al geruime tijd publiekelijk klaar om het bestuur van het Verenigd Koninkrijk over te nemen, maar moet wachten tot Sunak de landelijke verkiezingen uitschrijft. Die worden later dit jaar verwacht.
Niet alle Conservatieve burgemeesterskandidaten staan op verliezen en Sunak zal waarschijnlijk focussen op elk klein succes dat zijn partij ondanks de slechte vooruitzichten toch weet te behalen. Een grote nederlaag zou betekenen dat zijn positie verder onder druk komt te staan binnen de partij. Vooral de rechtervleugel van de Conservatieven gaat de landelijke verkiezingen liever in met een andere leider. Als het resultaat meevalt kan Sunak dat verzet voorlopig de kop indrukken.