Groen & duurzaamheid

Het gaat weer beter met de huismus, maar dat is nog geen reden tot optimisme

De Vogelbescherming vraagt in aanloop naar de Nationale Tuinvogeltelling extra aandacht voor de huismus. Jaar op jaar is het diertje de meest getelde vogel in de Nederlandse tuinen. Toch kwijnt hij weg. Het probleem: te nette tuinen.

Theo Haerkens
25 January 2024 14:41
De huismus. Het diertje heeft last van verstening. beeld Theo Haerkens
De huismus. Het diertje heeft last van verstening. beeld Theo Haerkens

Ja, de ergste achteruitgang van de huismus is voorbij. Die was in de jaren tachtig en negentig. Inmiddels nemen de aantallen weer wat toe. Camilla Dreef, ambassadeur van de Vogelbescherming, prijst zich daarmee gelukkig. „Met extra aandacht voor vogelvriendelijke tuinen en natuurinclusief bouwen hopen we dat deze trend zich doorzet.”

Maar aantallen zeggen niet alles. Dreef blijft aandacht vragen voor de vogelsoort, in het bijzonder in aanloop naar de eenentwintigste tuinvogeltelling, die vrijdag, zaterdag en zondag plaatsvindt. Huismussen hebben het namelijk nog altijd niet makkelijk, stelt de bioloog. „Ze houden van kruidenrijke rommelhoekjes en die zijn er steeds minder. De vogels eten daar zaden en vinden er insecten. Maar overal zijn stenen en schuttingen. Daar hebben mussen niets aan. Ze hebben struiken en heggen nodig.”

Standvogels

De huismus is erg honkvast, vertelt Dreef. Ook daarom zijn rommelhoekjes in de tuin cruciaal: voor voedsel en nestgelegenheid moeten mussen het hebben van hun directe omgeving. „Ze zijn ultieme standvogels. Hun levens spelen zich af op een paar honderd meter.”

Naast verstening pakt ook verduurzaming vaak nadelig uit voor het diertje. Daardoor verdwijnen gaten en kieren in gebouwen en ruimtes onder dakpannen, terwijl de vogels juist op zulke plekken graag nestelen.

Biologisch

Niet alleen huismussen, ook veel andere tuinvogels hebben baat bij een leefomgeving waar ze zich gemakkelijk kunnen verschuilen. Daarvoor zijn naast kruidachtige planten ook struiken en bomen nodig, zodat de dieren zich op verschillende niveaus kunnen bewegen. Belangrijk is daarnaast dat de tuin vol staat met inheemse en biologisch geteelde planten.

Inheemse planten zijn belangrijk omdat vogels in exotisch groen niet het voedsel vinden waaraan ze behoefte hebben, licht de bioloog toe. „Je weet zeker dat je goed zit als je inheemse planten koopt.” Die trekken meer insecten dan exotische soorten. Insecten zijn op hun beurt cruciaal omdat ze een belangrijk onderdeel vormen van het vogelmenu.

Gif

Ook is het volgens Dreef goed om te letten op biologische teelt. Bestrijdingsmiddelen die kwekers gebruiken om planten te beschermen tegen plaagdieren vormen een probleem voor vogels. Het gif komt via insecten die van zo’n plant eten in het lichaam van jonge vogels terecht. „Zo stapelen gifstoffen zich op”, zegt Dreef.

Het inrichten van de tuin op die manier is niet eenvoudig, beseft Dreef, die zelf onlangs verhuisde en momenteel drukdoende is haar eigen tuin opnieuw in te richten. In de meeste tuincentra liggen biologisch geteelde en inheemse planten niet voor het oprapen, geeft ze toe.

Familiegroepjes

De Vogelbescherming ziet de telling, waar vorig jaar zo’n 140.000 mensen aan meededen, als mooi moment om aandacht te vragen voor de kwetsbaarheid van tuinvogels. „Als mensen een halfuur vogels kijken, ontdekken ze vanzelf soorten die hen eerder nog niet waren opgevallen”, meent Dreef. Haar persoonlijke favoriet is de staartmees, een piepklein „schattig” vogeltje met een forse staart dat graag in familiegroepjes rondvliegt. „Je ziet ze nooit alleen.”

Wie mee wil doen aan de tuinvogeltelling, kan zich aanmelden bij de Vogelbescherming. Die geeft tips en verzamelt resultaten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer