Kerk & religieVijf vragen aan

Ds. M.T. Al-Chalabi werd geraakt door gijzeling van de kleine Kfir

”Gaza zal verlaten wezen”: wie de titel van het nieuwe boek van ds. M.T. Al-Chalabi leest, vermoedt een anti-Palestijns pamflet of preken met nauwkeurige toekomstvoorspellingen. Maar dat is niet het geval.

20 January 2024 12:14Gewijzigd op 20 January 2024 12:18
Ds. M.T. Al-Chalabi: "Ik ben een kind van Ismaël". beeld Henk Visscher
Ds. M.T. Al-Chalabi: "Ik ben een kind van Ismaël". beeld Henk Visscher

„Ik ben een kind van Ismaël”, zegt de Loosdrechtse predikant, zoon van een Irakese vader die nu in Qatar woont. Toch probeert hij nu en dan contacten te leggen met Joden in West-Europese landen en vraagt hij aandacht voor de bekering van het Joodse volk, die hij in de Bijbel voorzegd ziet. In november hield de predikant van de gereformeerde gemeente in Hilversum drie preken naar aanleiding van de aanval van Hamas op Israël op 7 oktober. Deze maand publiceerde hij de preken bij zijn eigen uitgeverij Red Heifer Publishing.

„Gaza zal verlaten wezen”, luidt de tekst uit Zefanja 2:4 waarover u drie keer preekte. Gaat deze tekst volgens u nu in vervulling?

„Ik was er na 7 oktober niet meteen aan toe om een preek over de gebeurtenissen te houden. Wel volgde ik de ontwikkelingen op de voet en op een gegeven moment moest ik denken aan deze tekst. Ik zag parallellen tussen het oordeel dat toen over Israël kwam en het oordeel nu. Daarbij probeerde ik integer de betekenis van Zefanja’s boodschap uit te leggen en vervolgens actuele en geestelijke lijnen te trekken. Het is dus geen exegese op de klank van de tekst af, omdat het woord Gaza toevallig in de tekst voorkomt.

De boektitel betekent niet dat ik betoog dat Israël Gaza van de kaart moet vegen. Ik wil rechtdoen aan beide zijden van het conflict, al vind ik wel dat de Nederlandse media erg onkritisch zijn over de berichtgeving van Hamas.”

U noemt de tekst in een van de preken een boodschap van troost. Hoe bedoelt u dat?

„De troost is dat op de jongste dag niemand zich meer bekommert om het stukje land dat nu zo belangrijk lijkt. De tekst wijst dus heen naar Christus’ wederkomst.

De strijd zelf is troosteloos. De Palestijnen worden door hun Arabische broedervolken voortdurend in de steek gelaten, omdat ze volgens hen besmet zijn door invloeden van buitenaf. Het Joodse volk buigt niet onder het oordeel. Toch werkt de Heere onder beide volken. Het Woord wordt verkondigd in Gaza en in Israël. Dat is de boodschap van de enige troost in het leven en sterven, dat ik het eigendom ben van Jezus Christus.”

20031457.JPG
Een poster van de door Hamas ontvoerde Kfir Bibas, die donderdag –als hij nog leeft– één jaar zou zijn geworden. beeld EPA, Abir Sultan

U heeft in uw preken veel aandacht voor de twee gegijzelde Israëlische kindertjes Kfir en Ariël Bibas. U noemt ze uw „broertjes in het genadeverbond”. Een opvallende uitdrukking.

„Kort na 7 oktober zag ik beelden van de twee roodharige jongetjes met hun moeder. Het greep me aan dat de kleine Kfir net zo oud is als onze zoon Samuël: nu net een jaar. Als wij daar waren geweest, hadden ze Samuël meegenomen.

De Joden zijn de edele olijfboom uit Romeinen 11 en de heidenen zijn als wilde takken ingeënt. Dus de Joden zijn ons broedervolk, vandaar de uitdrukking. Zo beleefde ik het ook en daarom heb ik in de kerkdiensten en in de studeerkamer veel voor de jonge gijzelaars gebeden. We weten niet of ze nu nog leven.”

Loopt u niet het gevaar de politieke staat Israël te vereenzelvigen met het Joodse volk?

„Dat gevaar is er. Ik praat in het boek ook niet de politiek van Israël als zodanig goed. Onze broeder is niet zonder fouten. Helaas verootmoedigt het land zich niet voor de Heere. Het bestaan van de staat Israël laat wel zien dat het volk bevoorrecht is, maar uiteindelijk gaat het erom dat de Joden in Israël, of waar dan ook, tot bekering komen. Dát is de Bijbelse belofte. Ook de huidige oorlog –als onderdeel van een ingrijpend proces– brengt die belofte dichterbij.”

Vindt u het belangrijk om in preken aandacht te vragen voor de actualiteit?

„Dat is voor mij geen doel op zich. Meestal benoem ik het nieuws alleen als de tekst aanleiding geeft om het bij de preek te betrekken. Ik sta niet continu met de krant op de preekstoel. Niet iedere preek is een tijdrede.”

ds. M.T. Al-Chalabi over zijn boek ”Gaza zal verlaten wezen”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer