Opeens klinkt de sjofar bij demonstratie voor Gaza in Gouda; „We wilden een tegengeluid laten horen”
Ze is nog geen tien; het meisje met de megafoon. „From the river to the sea”, roept ze verlegen glimlachend. „Palestine will be free”, scandeert de groep. Opeens klinkt er een verrassend tegengeluid: de sjofar.
Terwijl storm Pia het treinverkeer ontregelt, wordt er op station Gouda gedemonstreerd. Door jonge gezinnetjes, felle veertigers en krasse bejaarden. Officieel komen ze voor een sit-in, maar gezeten wordt er in de anderhalf uur durende pro-Palestinademonstratie nauwelijks. De koude stationsvloer ziet er ook niet erg uitnodigend uit.
Even na 18.00 uur zweept organisator Sander Radder –„sommigen noemen me een beroepsdemonstrant”– de menigte op. Leuzen die lekker bekken zijn z’n handelsmerk. „Rutte schande, bloed aan je handen”, galmt het door de stationshal. Gelijk gevolgd door: „Gaza, Gaza, don’t you cry, we won’t never let you die” (Gaza, niet huilen, we zullen je niet laten sterven, RvdS).
Iets verderop klinkt opeens een sjofar. De ramshoorn, die in de joodse eredienst gebruikt wordt, overstemt heel even het geroep van de demonstranten. Een halve minuut. Het tiental politieagenten kijkt gespannen toe. „Netanyahu terrorist”, klinkt het al snel weer.
„We wilden een tegengeluid laten horen”, zegt Huibert Verdoes, lid van de Messiaanse gemeente in Gouda en opgegroeid in de hervormde kerk, even later buiten de stationshal. „Er wordt opgeroepen om het Joodse volk te vernietigen. Dat is toch verschrikkelijk.”
Deze week vernam Verdoes dat er weer pro-Palestina sit-ins gehouden zouden worden op verschillende stations in Nederland. Voor het eerst ook in zijn stad Gouda. „Toen ben ik in gebed gegaan en heb ik de Vader gevraagd: wat moet ik doen? Toen kreeg ik in mijn hart dat ik de sjofar moest blazen. Dus dat heb ik gedaan.”
Samen met een stuk of zes gemeenteleden is hij naar de demonstratie gekomen. Ook Jan Willem Hoogendoorn –een van de drie oudsten in de Messiaanse gemeente– en zijn vrouw Jozina zijn meegegaan. „We hebben het expres kort gehouden om niet te provoceren. Het was echt een statement”, zegt Hoogendoorn. Vooraf had de groep burgemeester Pieter Verhoeve gevraagd of de demonstratie verboden kon worden. „Maar dat kon helaas niet”, zegt Jozina.
Binnen zwaait Khaled Amer (40) uit Waddinxveen met een Palestijnse vlag. De Palestijn, in Syrië geboren en nu acht jaar in Nederland, is naar de protestactie gekomen omdat hij vindt dat Nederland moet stoppen met het sturen van F-35-onderdelen naar Israël. „Er zijn al duizenden burgerdoden gevallen, maar de Nederlandse regering blijft Israël onvoorwaardelijk steunen. Ze sturen zelfs wapens. Dat vind ik niet kunnen.”
Polarisatie
In het midden staat een twintiger, die anoniem in de krant wil. Met het gebruik van de omstreden river to the sea-leus heeft ze geen moeite. „Zo’n zin kan je op verschillende manier uitleggen. Voor mij staat het voor een rechtvaardige oplossing. Eentje waarbij Palestijnen en Joden evenveel rechten hebben.” Dat de kreet bedacht is door Hamas klopt volgens haar niet. „De zin bestaat al dertig jaar. Al voordat Hamas bestond.”
Reiziger Max Meijer (37) heeft wel moeite met de leus. „Ik ben echt niet pro-Israël, maar als je zegt: „drijf ze de zee in”, dan vind ik dat te ver gaan, ja. Dat is eigenlijk het vergoelijken van geweld.” Toch vindt Meijer dat dergelijke demonstraties niet verboden moeten worden, ook al verergeren ze volgens hem de polarisatie. „We leven in een vrij land waar iedereen mag zeggen wat hij wil. Dat is een groot goed.”
De Rotterdammer zelf staat naar eigen zeggen neutraal in het conflict. „Ik ben niet pro-Israël en niet pro-Palestina. Ik ben voor de menselijkheid. En tegen geweld.”
Ondertussen schreeuwt een vrouw, met een hoofddoek in de kleuren van de Palestijnse vlag, haar keel schor. Bij de protestactie zijn opvallend veel gezinnen. Het merendeel heeft een Arabische achtergrond. Een jochie leunt vermoeid op de schouders van zijn vader. „Nederland schande”, schreeuwt de omroeper. „Bloed aan je handen”, zingen de schooljongens achteraan zachtjes mee.
„Weg met Hamas. Weg met Hamas”, roept een man op leeftijd de menigte provocerend toe. Even lijkt er een spannende situatie te ontstaan. De politie is alert. De groep reageert met een fluitconcert. „Free, free Palestine”, schreeuwen de demonstranten dubbel zo hard als daarvoor. De man checkt in en verdwijnt achter de poortjes. Hij heeft z’n zegje gedaan.
Tweede Wereldoorlog
De demonstratie loopt op een einde. „We willen ons geluid ook nog keihard aan de rest van Gouda laten horen. Daarom gaan we nog even vijf minuten naar buiten”, zegt organisator Radder tegen de groep. De menigte wandelt gezellig kletsend naar buiten. Even later schallen de leuzen over het winderige stationsplein. Een maaltijdbezorger onderbreekt z’n route en brult even mee.
Guusje komt net te laat voor de demonstratie, maar laat de organisatie nog wel even weten dat ze het een goed initiatief vindt. Eerder deed ze al mee met een pro-Palestinademonstratie in Den Haag. Iedereen in haar omgeving is pro-Palestijns, vertelt ze. „Zouden ze wel pro-Israël zijn, dan zou ik hen daarop aanspreken.” In gesprek met aanhangers van Israël hoeft van haar niet zo. „Dan denk ik: wat is er mis met je dat je zo denkt?”
Verrassend genoeg vertelt initiatiefnemer Radder even later dat hij zelf helemaal niets heeft met Gaza. „Maar je hoeft niet Palestijns te zijn om tegen genocide en bezetting te zijn.” Wekelijks demonstreert de Rotterdammer wel ergens voor een beter klimaat, hogere lonen of een einde aan de oorlog in Gaza. Af en toe neemt de geluidstechnicus een klus aan om wat inkomen te genereren.
Op deze manier treedt hij naar eigen zeggen in de voetsporen van zijn opa, die in het verzet zat tijdens de Tweede Wereldoorlog. „Hij vocht letterlijk tegen de bezetter. Ik vecht op mijn manier ook tegen allerlei vormen van onderdrukking. Zo kom ik op voor iedereen die het nodig heeft.”