Christendom Brazilië groeit, maar mist diepgang
Het protestantisme in Brazilië maakte de afgelopen decennia een ongekende groei door. Voornamelijk ten koste van de Rooms-Katholieke Kerk. Maar niet overal gaat de diepgang gelijk op met de toename in aantallen. Netto Jovino: „Ik voel me soms zendeling in mijn eigen gemeente.”
Tergend langzaam kruipt een bejaard Volkswagenbusje voor ons tegen de heuvels van Borel op. De hellende straatjes van de beruchte favela in Rio de Janeiro vormen een flinke uitdaging voor het rammelende vehikel. Tieners op motoren –pistool in de broeksband– flitsen links en rechts voorbij. Voor een van de vervallen panden staat een groepje jongemannen, gewapend met M-16 aanvalsgeweren. Kennelijk is een van de drugsbazen in de krottenwijk op bezoek. Een moeder geeft haar baby op de stoep de borst en bekijkt het geheel met ogenschijnlijk onbewogen blik.
Dit is het werkterrein van Netto Jovino (56). De kerk van de baptistenpredikant staat elders in de Braziliaanse miljoenenstad, maar de voorganger is al 26 jaar bijna dagelijks in de favela te vinden om daar het Evangelie in de praktijk te brengen. „De kerk in Brazilië hechtte vanouds door de invloed van de Rooms-Katholieke Kerk aan liturgie en rituelen. Daar is niets mis mee. Maar wat doe je als christen voor en na de dienst? Dat is voor mij ook een essentieel onderdeel van het gemeente-zijn”, vertelt hij in de Basis, het activiteitencentrum van Jocum, de Braziliaanse afkorting van Jeugd met een Opdracht.
„Het welvaartsevangelie verslaat momenteel zijn tienduizenden in dit land”, vervolgt Netto. „Dat is bijzonder ik-gericht. Wat kan God mij geven, zodat ik er beter van word? Het gaat er, behalve de Woordverkondiging, om welk verschil de kerk kan maken naast de kerkdienst. In Brazilië is het onmogelijk om niet gevoelig te zijn voor wat er onder de armen gebeurt. Je moet als christen luisteren en naar de mensen toegaan. Op zondag naar een mooie preek luisteren is prima. Maar wat doe je als je naar huis gaat? Als Gods Koninkrijk geen handen en voeten krijgt, heeft het geen zin grote woorden in de mond te nemen.”
Aandacht voor de positie van de minderbedeelden moet echter steeds hand in hand gaan met het verspreiden van het Evangelie, benadrukt de predikant. „Jezus leefde op straat en kwam in de huizen, maar Hij bezocht ook de synagoge om te leren. Dat valt hier niet mee. Want in Brazilië zijn naar schatting 11 miljoen analfabeten. Die moeten we dus niet alleen een Bijbel geven, maar ook leren lezen.”
De groei van de protestantse kerken in het Zuid-Amerikaanse land relativeert Netto. „Er is een stijging van de aantallen; daar mogen we natuurlijk blij mee zijn. Maar er is weinig diepgang en de leer vertaalt zich nauwelijks in het dagelijks leven in de maatschappij. Er zijn veel mensen die nominaal christen zijn. Ze bezoeken de dienst en verder niets.”
Van een opwekking in Brazilië wil de voorganger dan ook zeker niet spreken. „Sommigen hebben het over een opwekking in ons land. Maar als je naar de geschiedenis van de grote opwekkingen kijkt, gingen die steeds gepaard met een erkenning van zonde en schuld en terugkeer naar de Bijbel. Ze hadden vervolgens ook een diepgaande invloed op de samenleving. Daarvan is hier geen sprake. We zien, ondanks de groeiende getalsmatige invloed van de evangelicalen, geen nationale bekering. En ook niet minder corruptie en sociale ongelijkheid.”
Dat beaamt Israel Belo de Azevedo, sinds 1992 voorganger in de baptistengemeente Itacurucà in het stadsdeel Tijuca van Rio. „Evangelicale politici zijn net zo corrupt als de rest. Geloof en politiek zijn voor hen twee verschillende dingen. Ze proberen de mensen met brood en spelen te verleiden, maar verliezen het zicht op hemelse zaken. En meer in het algemeen bespeur ik een houding in de evangelicale gemeenschap dat de sociale problemen niet hun problemen zijn. Dat zorgt ervoor dat we als protestantse christenen relatief weinig invloed hebben in de maatschappij.”
De predikant wijst nog in het bijzonder op de uitdaging om de Braziliaanse jeugd met het Evangelie te bereiken. „Die is al lang geleden afgehaakt bij de traditionele kerken. In de eerste plaats natuurlijk door de enorme secularisatie. Maar ook vanwege de in hun ogen vastgeroeste tradities en het ouderwetse taalgebruik. Het is voor ons heel lastig om de aansluiting met jongeren te vinden.”
De Braziliaanse pastor probeert in zijn preken in eigentijdse bewoordingen de Bijbelse boodschap te brengen. Ook is hij gestart met een project om de Bijbel deels te hertalen. Maar van concessies aan de theologische grondbeginselen wil hij niets weten. „De verleiding is groot. Als ik over verlossing in calvinistische termen spreek, merk ik dat er geen weerklank in de gemeente is. Het concept van zonde en schuld wordt niet meer geaccepteerd. Een Canadese collega zei me laatst: Je moet de mensen vertellen dat ze zich moeten schamen; niet dat ze schuldig zijn. Maar dan is het voor mij niet meer mogelijk om te preken.”
Met horten en stoten rijdt opnieuw een VW-busje voor ons uit door de bochtige straatjes van Borel. De remmen hebben moeite om het voertuig op de hellingen in het gareel te houden. Verdwenen zijn de mannen met de automatische geweren. De moeder met de baby zit nog steeds op de stoep. Met een ogenschijnlijk onbewogen blik.
Welvaartsevangelie
De grote vraag is hoe die omslag is te verklaren. Fernandes ziet twee hoofdoorzaken, die nauw met elkaar verband houden. „Het komt enerzijds doordat de Rooms-Katholieke Kerk vast zat in de bestaande cultuur en tradities. De roomse prediking was er niet een die je leven ging veranderen. Daartegenover komt de evangelicale beweging met een sterke boodschap van hoop en vooruitgang. Ze presenteert religie als ademtocht voor de onderdrukten. Dat welvaartsevangelie slaat natuurlijk aan, vooral in de achterstandswijken.”
Een belangrijke factor voor de groei van de evangelicalen is de sterk toegenomen urbanisatie en mobiliteit van de bevolking, legt de theoloog uit. „Mensen zijn niet meer gebonden aan de rooms-katholieke kerk in de buurt, maar hebben toegang tot de gemeente van hun keuze. De nieuwe geestelijk leiders spreken de taal van de armen, want ze zijn zelf vaak afkomstig uit de periferie van de maatschappij. Zij zorgen bovendien voor opvang en allerlei vormen van hulp, waar de staat het laat afweten. Kortom, een nieuwe vrolijkheid voor lijdende mensen.”
Fernandes zet grote vraagtekens bij dat welvaartsevangelie. „Ik geloof dat de omslag die we nu in Brazilië zien, geen goed moreel perspectief biedt. Met de groei van de evangelicale beweging zie ik ook een enorme toename van de secularisatie en losraken van traditionele patronen. De kerk gaat mee in de beweging die de maatschappij maakt: naar meer vrijheid en meer tolerantie. Daardoor worden de doctrine en de ethiek ook vloeiender. Neem alleen al het woord ”bekering”. Vroeger was dat een zwaar begrip; nu heeft het nauwelijks nog gewicht.”
Somber
De godsdienstsocioloog wijst ook op de corruptie binnen het leiderschap van de evangelicalen. „Het grootste deel van de gemeenteleden is arm, maar zij vullen wel de collectezak van de leiders. De evangelische kerken zijn rijk. Te rijk. Er is wel sociaal werk, maar dat staat niet in verhouding tot de groeicijfers. Zelfs met evangelicale politici in de regering en de groeiende invloed in alle geledingen van de maatschappij zien we geen merkbare verandering.”
Fernandes is dan ook somber over de toekomst van de kerk in Brazilië. „Ik voorspel dat er een grote kans is dat de groei binnen afzienbare tijd in een daling omslaat. Omdat dit nieuwe geloof niet voldoende diepgang heeft. Die ommekeer in morele opvattingen zien we al gebeuren. Van zo veel rijkdom onder evangelicale leiders gaat een slecht getuigenis uit. Van het proces van teloorgang, dat in Europa al veel langer aan de gang is, zien we hier ook tekenen verschijnen. Om nog maar niet te spreken van de wereldwijde polarisatie, die ook hier families en kerken verscheurt.”