Buitenland
Opgeluchte Räsänen vreest een hoger beroep

Helsinki. Hoewel het hof van beroep Päivi Räsänen dinsdag vrijsprak van haatzaaien, vreest ze dat haar zaak nog niet voorbij is. Ook haar advocaat verwacht een beroep van de aanklager.

CNE.news
Räsänen tijdens een eerdere inhoudelijke zitting. De rechtzaak loopt sinds 2021. beeld AFP, Antti Aimo-Koivisto
Räsänen tijdens een eerdere inhoudelijke zitting. De rechtzaak loopt sinds 2021. beeld AFP, Antti Aimo-Koivisto

Räsänen zei dinsdagmiddag tijdens een persconferentie voor internationale media „dolblij” te zijn „met de belangrijke overwinning voor de vrijheid van meningsuiting”. In al die jaren heeft ze er nooit aan gedacht om op te geven, zei ze. „Waarom zou ik dat doen? Het ging om het Woord van God. En mijn hele familie steunde me. Maar er zijn moeilijke momenten geweest.”

De politica werd eerder die dag in een hoger beroep opnieuw van alle aanklachten vrijgesproken. Het openbaar ministerie in Finland had haar aangeklaagd omdat ze homoseksuelen zou hebben beledigd. Via verschillende media wees Räsänen op grond van de Bijbel deze praktijk af. „Ik ben erg opgelucht en God dankbaar”, stelde de 63-jarige politica dinsdagochtend toen ze de uitspraak te horen kreeg.

Hoewel de rechtbank Räsänen op alle punten in het gelijk stelde, overweegt aanklager Anu Mantila „serieus” om in beroep te gaan bij het hooggerechtshof. Volgens Mantila heeft het hof van beroep geen eigen argumentatie toegevoegd en enkel de redenering van de districtsrechtbank overgenomen. „We hebben geen grondig advies gekregen over waar de grens van het niet-strafbare ligt bij beledigende uitingen.”

De advocaat van Räsänen, Matti Sankamo, acht de kans voor een nieuwe zaak „waarschijnlijk”. Het hooggerechtshof is erg selectief in het accepteren van zaken, stelt de advocaat tegen CNE.news. „De aanklagers moeten een aanvraag voor een beroep indienen, maar het hooggerechtshof accepteert maar zo’n 6 procent van de zaken.”

Toch zou een beroep Sankamo niet verrassen. „In deze zaak zijn veel juridische vragen onbeantwoord gebleven over de relatie tussen strafzaken en religieuze teksten. Ik denk dus dat het hooggerechtshof deze zaak zal behandelen.”

Ook Räsänen vreest dat de zaak nog niet voorbij is. „Het fundamentele mensenrecht op vrije meningsuiting blijft bedreigd”, stelt ze. „Je hoeft mijn christelijke geloof niet te delen om te zien dat deze vrijheid essentieel is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer