Mens & samenlevingRegenwandeling
Waarom zou je gaan wandelen als het buiten koud, nat en donker is?

Als de zomerzon schijnt, trekt iedereen als vanzelf naar buiten. Maar waarom zou je je behaaglijk warme huis uitgaan als het buiten nat, koud en donker is? Echt niet alleen om obesitas tegen te gaan.

Marjolein Snoeij-de Pee en Margreet van den Berg-van Brenk
beeld RD, Jos Ansink
beeld RD, Jos Ansink

Wie daar in ieder geval van overtuigd is, is Marinus van den Berg (76) uit Rotterdam. De gepensioneerde geestelijk verzorger loopt dagelijks zijn rondjes, of lusjes, zoals hij ze zelf noemt. Over wat hem dan opvalt, schreef hij net na coronatijd ”Ommetje van geluk. Lusjes lopen opent ogen”. Hij reageert op zeven dicht- en prozaregels uit zijn boek.

Van lopen kun je opengaan, als je ervoor open gaat staan.

„Als je heel druk bent, loop je eigenlijk niet. Je rent van het een naar het ander en je doel is om op tijd te komen. Op tijd voor de trein, op tijd voor de tram of waar je dan ook verwacht wordt. Wat er onderweg passeert, valt je nauwelijks op. Als je gaat lopen, stop je met rennen. Je verandert van tempo en je wordt je bewust van je lichaam.

Ik loop elke dag ongeveer 5000 stappen. Wandelen is eigenlijk een soort ritueel. Moet ik een jas aan? Heb ik de goede schoenen aan? Is de deur op slot? Ik merk het verschil in temperatuur op tussen binnen en buiten en ik beslis welke route ik neem. Als ik thuiskom, doorloop ik dat ritueel in omgekeerde volgorde. Ik krijg ruimte in mijn hoofd, doordat ik de haast even achter me laat.”

Loop naar buiten. Groet en ontmoet. Je komt anders weer binnen.

„Mijn ervaring is dat je na iedere wandeling anders binnenkomt dan dat je naar buiten ging. Zelfs al ga je niet ver, want onaangenaam weer kan soms leiden tot korte ommetjes. Je bent opgefrist en kijkt anders tegen dingen aan. Je neemt even wat afstand. Ook van de gebeurtenissen in Israël. Als ik naar buiten ben geweest en ik heb met mensen gepraat, kijk ik anders naar het wereldtoneel. Wat er gebeurt, is niet minder erg, maar het drukt minder.

Door mijn ommetjes heb ik contact met een mevrouw die zich inzet voor meer groen in de straat. Af en toe zie ik mensen die bezig zijn met het schoonhouden van de straat. Doordat ik loop, heb ik daar meer oog voor.

Een van mijn wandelingen gaat langs het Joods Kindermonument in Rotterdam. Toen ik daar eens langsliep, ontmoette ik een meneer die het monument aan het schoonmaken was. Ik vroeg hem waarom hij dat deed. Hij vertelde mij dat hij het iedere week doet. Dat vond ik bijzonder. We raakten aan de praat en deze meneer vertelde mij nog iets opmerkelijks. Op de Coolsingel in Rotterdam staat een glazen vitrine op een sokkel met een chromen megafoon erin. Iedere woensdag om twaalf uur komt daar een meneer die de megafoon uit de vitrine haalt. Als het carillon geklonken heeft, roept hij: „It’s never too late to say sorry.” Dan bergt hij de megafoon weer op en vervolgt hij zijn rondje om het stadhuis naar zijn fiets. De laatste drie maanden wandel ik daar op woensdag naartoe. Zijn uitroep heeft iets urgents. En onlangs ontmoette ik daar de man die mij over de ”Coolsingelschreeuwer” vertelde.”

Groet iedereen die jou groet. Groet ook wie jou niet groet.

„Groeten verbindt. Soms ben je in gedachten en dan heb je niet in de gaten dat je iemand tegenkomt. Als diegene mij dan groet, denk ik: dat kan ik ook doen. Je laat zien dat je een ander ziet. De betekenis van groeten ontdek je pas als iemand jou niet meer groet. Het is pijnlijk als een voorbijganger de andere kant op kijkt. Met lopen doe je levenslessen op.”

Gaandeweg het omloopje kan er ruimte groeien voor goede gedachten.

„Als je loopt, gebeurt er van alles in je gedachten. Een eindje lopen zorgt ervoor dat je verder komt in je denken. Ik zie het zo: je gedachten zijn als een stapel papier. Een bepaalde gedachte ligt soms in het midden of onder op de stapel. Als je bladert tussen alle paperassen vind je ineens waar je naar op zoek was. Lopen doet dat ook. Wandelen is eigenlijk bladeren door je gedachten, waardoor je die vervolgens kunt ordenen.

Ook in chaos en verdriet is een ommetje heel goed. Wandelen heeft een therapeutische waarde. Sommige mensen hebben een tuin. Die is ook geschikt voor een ommetje. En als je geen tuin hebt of niet naar buiten kunt, maak je een ommetje in huis. Kijk bewust door de ramen. Wandel langs de foto’s en alle andere voorwerpen die in je huis staan, want de hele dag thuiszitten is niet eenvoudig. Kom niet alleen in beweging tegen overgewicht, maar ook tegen de wanorde in je hoofd. Van wandelen val je af en word je lichter.”

Ik loop niet vanuit angst, maar omdat wat naar me toekomt mijn dag optilt en kleurt.

„Wandelen tegen overgewicht is niet mijn motivatie, want dan wordt een ommetje een verplichting en kun je er niet meer van genieten. Ik overnacht graag in een hotel in Twente. In de omgeving van dat hotel kun je vier rondjes lopen. Zo kwam ik op het idee voor mijn boek. Geen wandeling van een begin- naar een eindpunt, maar een ommetje.

Die mensen die ik ontmoet, kleuren mijn ommetjes. Ik ben nieuwsgierig van aard. Ik vraag me altijd af: wie is degene die ik ontmoet?

Verder vind ik het ontzettend belangrijk dat er bankjes zijn op de route. Soms moet ik even rusten. Even zitten en stil zijn. In de buurt van mijn huis zijn kleine parkjes. Daar zit ik vaak. Ik kijk dan over het water van de vijver. Dat is heel fijn.

Omdat ik alleen leef, wandel ik alleen. Dat vind ik prettig. Dan hoef je niet te praten. Wat ik een punt van zorg vind, is dat mensen die alleen wandelen, zich niet altijd veilig meer voelen. Vooral wanneer het begint te schemeren neemt het gevoel van onveiligheid toe. Ik vrees dat mensen door angst binnenblijven. Angst is een bron van eenzaamheid.

Wat ik fantastisch vind, is dat mensen die slechtziend zijn of die een hersenbloeding hebben gehad een buddy kunnen vragen. Iemand die meeloopt. Niet meer kunnen wandelen kan een gevoel van rouw geven. En samen wandelen leidt bovendien soms tot vriendschappen.

Ik mag dankbaar zijn dat ik nog geen buddy nodig heb. Wandelen in tweetallen is echt anders dan alleen lopen. Maar als je altijd samen hebt gelopen en er komt een moment dat je alleen moet, omdat je bijvoorbeeld weduwe geworden bent, kan ik me voorstellen dat een wandeling ook verdriet met zich meebrengt.”

Er is geen lopen zonder struikelen of vallen.

„Er is geen leven zonder struikelen of vallen en na iedere buiteling is er een opstaan. Als je minder goed ter been bent, heb je meer kans om te vallen. Daar ben ik weleens bang voor, want je hoort zo vaak dat vallen en een bot breken bij ouderen het begin is van minder mobiliteit. De vanzelfsprekendheid van het lopen is op mijn leeftijd voorbij. Eigenlijk zou ik een stok moeten nemen, maar daar ben ik nog niet aan toe. Een zus van mij heeft last van haar knieën. Nu gebruikt ze een rollator waarop ze ook kan zitten. Daar heb ik haar om geprezen. „Ontzettend wijs”, zei ik. Je moet echt over een drempel.”

Je zegt: „Het regent de hele dag.” Je blijft binnen.

„Er zijn heel weinig dagen waarop het de hele dag regent. Je kunt je wandeling uitstellen totdat het droog is, maar je kunt je beter tegen de regen kleden. Zelf heb ik een hekel aan paraplu’s. Daarom heb ik een jas die waterdicht is.

Als je de regen probeert te vermijden, mis je iets. Wat bij wandelen in de regen hoort, is de ontmoeting met anderen en een onvermijdelijk gesprek over het weer. De ene wandelaar merkt alleen op dat het regent. De andere zegt: „Het is goed voor de tuin.” En soms leiden die opmerkingen tot een gesprek.

Het is de moeite waard om af en toe eens stil te staan in de regen. De zon geeft schoonheid aan de stad of aan de natuur, maar de miezer heeft die in zichzelf. Wat mij ook opvalt, is hoe de kinderen spelen in de regen. De kunst is om droog te lopen in de regen: ga naar buiten en geef de regen geen hoofdrol.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer