„China voert oorlog tegen christenen”, zegt Chinese Bob Fu
China kent de zwaarste vervolging van christenen in decennia, zegt de Chinees-Amerikaanse predikant Bob Fu. „Het is een oorlog tegen het kruis, tegen Gods knechten en tegen Zijn Woord.”
Zijn eerste schreden als christen waren weinig bemoedigend voor Fu. De predikant die hem in 1993 doopte, bracht 17 jaar door in een Chinese gevangenis. Zijn huwelijk werd bevestigd door een pastor die vanwege zijn geloof 22 jaar in de cel had gezeten. „De eerste theologische cursus die je moet volgen, heet de gevangenistheologie”, kreeg Fu te horen na zijn bekering tot het christendom.
„Daar schrok ik enorm van”, zegt Fu, die als student tot geloof komt nadat buitenlandse docenten hem over God hebben verteld. De getuigenissen van andere Chinese christenen bemoedigen hem echter. „Velen van hen hebben enorm geleden. Maar er kwam geen klacht over hun lippen. Ze zagen het als een grote eer dat ze mochten lijden voor de zaak van Christus. Dat heeft mij voorbereid op mijn gevangenschap.”
Oorlog
Die volgt in 1996. Samen met zijn vrouw wordt Fu gearresteerd vanwege illegale evangelisatie. Hij geeft op dat moment Engelse les aan leden van de Chinese Communistische Partij (CCP) aan een staatsuniversiteit. In zijn vrije tijd verspreidt hij het Evangelie onder de studenten en leidt hij bijeenkomsten op de campus. „Het loon dat ik van de CCP kreeg, was mijn zendingsfonds”, zegt hij met een grote grijns.
Na twee maanden komt Fu weer op vrije voeten, net als zijn vrouw. Het echtpaar vlucht via Hongkong naar de Verenigde Staten. Daar richt hij in 2002 China Aid op. De organisatie zet zich in voor vervolgde christenen in zijn geboorteland.
Fu doet zijn verhaal op het kantoor van SDOK (Stichting De Ondergrondse Kerk) in Gorinchem. Hij is op uitnodiging van deze organisatie in Nederland. Vrijdagavond spreekt hij tijdens een event van SDOK voor ruim 1000 mensen. Zijn belangrijkste boodschap aan het Nederlandse publiek? „Chinese christenen ondervinden de zwaarste vervolging in veertig jaar.”
„Vergeleken met mijn tijd in China is de situatie veel slechter geworden”, zegt Fu zonder aarzeling. Dat heeft alles te maken met president Xi Jinping, sinds 2012 de hoogste Chinese leider. Hij heeft achtereenvolgens drie campagnes tegen christenen gevoerd. Fu: „Ik noem het de oorlog tegen het kruis, de oorlog tegen Gods knechten en de oorlog tegen Zijn Woord.”
Institutie van Calvijn
De eerste campagne startte met het neerhalen van duizenden kruizen van kerken. Vervolgens zijn talloze predikanten opgepakt en veroordeeld tot jarenlange celstraffen, aldus Fu. Bekend is ds. Wang Yi. Deze predikant van de Vroege Regen Verbondskerk –een inmiddels verboden protestantse huisgemeente– kreeg in 2021 negen jaar cel.
Daarnaast is de Bijbel niet meer vrij beschikbaar in China, zegt Fu. Het Woord mag niet verkocht worden in boekwinkels en is ook online niet meer beschikbaar. Boeken zoals de Institutie van Calvijn of de Christenreis van Bunyan zijn tot ongewenste literatuur verklaard.
Er is meer wat de voorman van China Aid verontrust. De Chinese autoriteiten werken volgens hem aan een nieuwe Bijbelvertaling, „een socialistische versie van de Bijbel”. Een volledige vertaling is nog niet beschikbaar, zegt hij. „Maar in een schoolboek is al wel een fragment gepubliceerd. Daarin wordt Jezus neergezet als een moordenaar. Als de Farizeeën een overspelige vrouw naar Hem brengen met de vraag of ze gestenigd moet worden, neemt Hij zelf deel aan de steniging. En zegt: „Ik ben Zelf ook een wetsovertreder.”
Predikanten van de staatskerken moeten daarnaast trouw beloven aan de Communistische Partij en president Xi. Elke zondag klinkt aan het begin van de dienst het volkslied. Buiten wappert –verplicht– de roodgele Chinese vlag, aldus de directeur van China Aid. Deze praktijken vinden volgens hem door heel China plaats.
Ook de preek blijft niet ongemoeid. „Je moet een patriottische preek houden. President Xi staat op de eerste plaats, vervolgens komt het land en dan pas je religie. Dat is de wereld op z’n kop. De Bijbel leert ons dat Jezus de Koning der koningen en de Heere der heeren is. Hoe kun je dat omkeren zonder je geloof aan te tasten?”
Camera’s
Het is dan ook niet verwonderlijk dat China een groot aantal zogeheten huiskerken kent die zich niet willen aansluiten bij de door de staat gecontroleerde kerken. Maar ze staan onder grote druk om dat wel te doen. Peking zet daarbij een nieuwe methode in. „De CCP verbiedt eerst de huiskerk en bestempelt die als illegale organisatie. Als de gemeente dan tienden int en de pastor steunt, beschuldigen ze hem van bedrijfsfraude. Dat leidt tot hoge straffen. Veroordelingen van zeven jaar voor zo’n fraudeaanklacht zijn niet ongewoon.”
Daar bovenop ontwikkelt Peking een geavanceerd en uitgebreid cameranetwerk met gezichtsherkenning. „China gaat over op digitale tirannie”, zegt Fu. „Het is verplicht om zowel binnen als buiten de kerk camera’s te installeren. Zo is altijd te achterhalen wie een dienst bijwoont. Ook in de straat, zodat ook ondergrondse gelovigen zichzelf niet kunnen verstoppen.
Ondanks deze moeilijke tijd voor Chinese christenen gloort er ook hoop. „God werkt op zo’n wonderlijke manier. Zelfs groepen die het zwaarst vervolgd worden ervaren kerkgroei. In het afgelopen jaar heeft de verboden Vroege Regen Verbondskerk twee nieuwe twee kerken geplant, met meerdere nieuwkomers die gedoopt zijn.”