Reportage uit Israël: We zetten ons schrap en geven alles
Zaterdag zal in Israëls collectieve geheugen gegrift blijven. Israëli’s reageren ontzet. „Waar waren de inlichtingendiensten? Hebben we zitten slapen?”
De parallellen met Yom Kippoer en de huidige escalatie zijn niet ver te zoeken en velen trekken verbanden. „Minstens vijf mensen uit ons dorp zijn afgeslacht. Mijn ouders, die al op leeftijd zijn, hebben zich 20 uur stil moeten houden in de bunker en hoorden terroristen buiten rondstruinen, stelen en schieten”, zegt Yogev Kadoch, inwoner van Mivtahim. „Waar waren de inlichtingendiensten? Hebben we zitten slapen?”
Dat de situatie ernstig is, blijkt zaterdagmorgen vooral door de hoeveelheid mannen die opgeroepen wordt voor reservedienst en de snelheid waarmee dat gebeurt. „Zo snel hebben ze me nog nooit weten te vinden”, zegt Yaron Gabay, inwoner van kibboets Afik op de Golanhoogten.
De Israëlische strijdkrachten meldden op maandagochtend 300.000 reservisten opgeroepen te hebben. Gabay, vader van drie jonge kinderen, moest zich melden op een legerbasis in Beer Sheva. „De bevoorradingsketen is nog niet op orde”, meldt hij. „We zijn nu in een lege school gestationeerd. Ik heb al twee nachten zonder bed moeten slapen en we zijn afhankelijk van het eten dat lokale bewoners ons brengen.”
Nadat de eerste officiële berichten binnendruppelen, is heel Israël in opperste staat van paraatheid. In de steden wordt iedereen opgeroepen om de dichtstbijzijnde bunker te lokaliseren en die te bevoorraden. Politie en leger delen noodplannen.
In de afgelegen dorpen ligt er meer verantwoordelijkheid bij lokale inwoners. De omheiningen van vele dorpen in Israël worden gesloten en surveillanceroosters worden opgesteld. Wetend dat het even kan duren voordat de nooddiensten aanwezig zijn, hebben zij hun eigen veiligheidsteams op locatie. Mannen die deel uitmaken van deze teams kregen op zaterdagochtend een verbod om hun dorpen te verlaten. „Ik heb me vrijwillig aangemeld”, zegt Yaakov Nahum. „Het gaat om de bescherming van onze eigen gezinnen. We zetten ons schrap en geven alles.”
Bij de lokale buurtsupers en kiosken staan al snel lange rijen. Mensen kopen conserven, toiletpapier en flessen water. Hoewel Israëli’s meestal niet erg hard van stapel lopen, lijkt het collectieve intuïtieve gevoel dit keer te wijzen op serieuze onraad. Mensen halen eten in huis, wisselen teenslippers voor schoenen waarop gerend kan worden en pakt een vluchtkoffertje.
Naast alle waakzaamheid en verdriet is er ook plek voor een beetje optimisme. „De politieke spanningen zijn naar de achtergrond verdwenen, we zijn nu één volk en zullen zegevieren,” zegt Yoav Berkovitch uit Herzliya. „We zijn enorm geschokt dat dit kon gebeuren, maar wellicht brengt dit ons uit de politieke impasse.”