Er hoeft van de Tweede Kamer voorlopig geen verbod te komen op het toedienen van puberteitsremmers en hormoonblokkers aan minderjarigen.
Een voorstel daartoe van FVD werd woensdag in een hoofdelijke stemming verworpen. Van de 139 aanwezige Kamerleden stemden er slechts 28 voor; onder wie de volksvertegenwoordigers van FVD en SGP. Ook 13 van de 16 PVV’ers hadden wel oren naar zo’n verbod, evenals de BBB’ers Van der Plas en Eppink, JA21’er Eerdmans en twee Kamerleden van DENK.
Pieter Omtzigt en de CU stonden niet onsympathiek tegenover de motie, maar waren toch niet voor. In een gezamenlijke stemverklaring drong Omtzigt er bij het kabinet op aan eerst werk te maken van een nader advies over het voorschrijven van puberteitsremmers. Dat landen als Zweden en Denemarken de hormoonblokkers slechts nog toedienen in een onderzoekssetting noemde hij begrijpelijk, gezien de groeiende zorgen over de bijwerkingen.
Nu voor stemmen was voor beide fracties om twee redenen echter een brug te ver. De eerste was dat een verbod zou leiden tot het abrupt beëindigen van lopende behandeltrajecten en ook het voorschrijven van medicatie in een onderzoekssetting onmogelijk zou maken. De tweede was dat de motie onvoldoende ruimte bood voor overleg met medische beroepsgroepen over de voors en tegens van een verbod.